De juiste vraag stellen

Elia heeft gevraagd of de Heere hem wilde wegnemen, maar dat deed Hij niet want God had nog werk voor Elia. Elia moest naar de Horeb. De berg van de Godsontmoetingen. En daar zoekt de Heere Elia op. En Hij stelt hem een vraag. Wat maakt gij hier, Elía? En dan leg ik de nadruk op dat woordje ‘hier’, zoals het denk ik ook bedoeld is.

Want de laatste keer dat de Heere tot Elia gesproken had, had Hij gezegd: ga heen, vertoon u aan Achab. En Elia heeft daarna geen nadere orders gekregen. Elia had van de Heere Israël als zijn werkterrein gekregen. En hij moet dan toch wel zeer bijzondere redenen hebben om nu hier te zijn. Bijna 200 kilometer van Israël verwijderd. Je voelt wel, de vraag die de Heere hier stelt, is bedoeld als een terechtwijzing. Het is een verwijt. ‘Elia, wat doe je hier nou toch?’

Want, jonge mensen, je komt er bij de Heere niet gemakkelijk af. We kunnen wel eigen wegen gaan, maar vroeg of laat komt de Heere met de vraag: wat doe je hier?

Deze vraag vinden we op verschillende wijze terug in de Bijbel. Zo begon God al in het paradijs. Nadat Adam en Eva gevallen waren Ze waren bevreesd en zochten een schuilplaats. En toen stelde de Heere de vraag: ‘Waar zijt gij?’ En je kunt die vraag de hele Bijbel door aan mensen stellen. ‘Wat doe je daar, Noach, in je tent, met al die wijn? Wat doe je daar op dat dak, David, terwijl je een naakte vrouw bekijkt? Wat doe je in de zaal van Kajafas, Petrus, terwijl je je Meester verloochent?’ Enzovoort.

De Heere stelt de vraag nog. Ook in jouw leven. Als je op plaatsen bent waar je niet hoort. Of als je met dingen bezig bent die schadelijk zijn voor je geestelijke welzijn. Als je vrienden en gelegenheden zoekt waar de Heere niet gediend wordt. Wat doe je nou toch in die bioscoop? Wat doe je op die zondige websites?

Maar het geldt niet alleen voor de plaatsen waar de zonde gediend wordt. Het geldt ook voor een kerkgebouw. Maar dan moet ik het accent wel iets anders leggen. Niet: wat maakt gij hier? Maar, wat máákt gij hier? Wat dóe je hier? Wat is de reden dat je hier bent, in de kerk? Waar ben je dan mee bezig? Als het Woord gepredikt wordt. Waar zijn dan je gedachten? Waar is je hart? Waarom denk je aan andere dingen? Waarom verveel je jezelf hier in de kerk? Vertel dat nu eens eerlijk. Wat dóe je hier?

Niet alleen onbekeerde mensen krijgen deze vraag, maar ook Gods kinderen krijgen die te horen.

Hoe is het gekomen dat je alles kwijt bent?

Hoe is het gekomen dat je je houvast in het Woord bent kwijtgeraakt?

Hoe is het gekomen dat je gebedsleven zo verstild is?

Hoe is het gekomen dat het allemaal zo dor en doods is vanbinnen?

Hoe is het gekomen dat de wereld zo’n grote plaats heeft?

Hoe is het gekomen dat je opgaat in de dingen van de tijd?

Dat je niet ten bloede toe tegen de zonde strijdt?

Hoe komt het dat de gemeenschap met de Heere verbroken is?

Hoe komt het dat er geen lust meer is om de Heere te vrezen?

Hoe komt dat allemaal?

Waar zijt gij, Adam?

Wat maakt gij hier, Elia?

En wat bedoelt de Heere dan met dit soort vragen? Om een mens tot zichzelf te brengen. Om een mens tot bezinning te roepen. Net als de verloren zoon, die tot zichzelf kwam.

Laten we deze vragen niet ontwijken, jonge mensen. Maar laten we ze onder ogen zien en laten ze ons aan Zijn voeten mogen brengen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen