Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overheidsinstructies rond de kerkgang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overheidsinstructies rond de kerkgang

De dienst der verzoening is ons lief. Gods dag is ons dierbaar. Krachtens het vierde gebod willen we dan ook ‘naarstig naar de gemeente Gods’ (HC, Zondag 38) gaan, om Gods Woord te horen. Nu geeft de overheid instructies ten aanzien van de kerkgang.

4 minuten leestijd

Juist de rustdag staat in het teken van het samenkomen onder de ambtelijke onderwijzingen. Daarom begint de uitleg van het rustdaggebod daar ook mee.

Wij en onze kinderen moeten keer op keer onderwijs uit de Schriften krijgen. Zo hebben we ze van jongs af aan voorgehouden en voorgezongen: ‘Heer’, ai maak mij Uwe wegen, door Uw Woord en Geest bekend. Leer mij...’.

Met deze ambtelijke onderwijzing hangt immers het ene nodige, de enige troost in leven en sterven samen, het wezenlijk welzijn naar lichaam en ziel. Wat is - ook voor onze gezinnen - de dag des Heeren toch van levensbelang. Wat gunnen we jong en oud liefde voor Gods dag en inzettingen. Het mag in deze onrustige tijd wel voortdurend een zaak van gebed zijn om de grote waarde van Gods dag te gevoelen.

Het vijfde gebod

Krachtens het vijfde gebod zullen we onze overheden gehoorzaam zijn. Ze zijn immers Gods dienares, ons ten goede. In Gods algemene genade zoekt de overheid ons welzijn en heeft ze ons gebed dringend nodig. Zeker nu. Wat moet onze houding ten opzichte van de overheden zijn? De Nederlandse Geloofsbelijdenis wijdt er zelfs een heel artikel (36) aan. Denk niet dat dit in de tijd van de opsteller (1561) zo eenvoudig of vanzelfsprekend was. En dat is het in onze tijd ook niet. Om maar te zwijgen over de eerste eeuw van de kerk.

Daarom schrijft Paulus in de eerste verzen van Romeinen 13: ‘...die zijn van God geordineerd. Alzo dat die zich tegen de macht stelt, de ordinantie Gods wederstaat; en die ze wederstaan zullen over zichzelf een oordeel halen (...) Want zij is Gods dienares, u ten goede’.

In een tijd van mondigheid is het goed om naar deze Schriftwoorden te luisteren. We weten best dat hiermee niet alles gezegd is, maar laten we hier wel mee beginnen.

Dat er grenzen zijn aan de gehoorzaamheid aan de overheid, moge ook duidelijk zijn: ‘Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen’ (Hand. 5:29). Overheden zijn nadrukkelijk door het hemelse oppergezag bedoeld als weerhouders tégen het kwaad, zeker niet als aanjagers van het kwaad.

Nu praktisch

Nu geeft onze overheid instructies met betrekking tot de kerkgang. De overheid verbiedt niet zonder reden om op Gods dag naar Gods huis te gaan. Dit is wel een pijnlijke maatregel, maar het is geen totaal verbod op de kerkgang. Het geschiedt niet uit willekeur, zoals bij Daniël. Toen was er, zonder enige aanleiding, een totaal verbod op het gebed. Wanneer dát nu het geval zou zijn, zouden we niet kunnen en niet mogen gehoorzamen, want het vierde gebod gaat ons boven alles!

De kerkgang wordt nu gelimiteerd vanwege de reële bedreiging van besmetting door het coronavirus. Daar heeft onze overheid alle reden voor. Ons ten goede! We stellen met verdriet vast dat dit grote verwarring geeft en een verarming van Gods dag betekent. De geweldige ernst van de situatie brengt onze overheid echter tot deze ingrijpende maatregelen. Wat nog volgt, weten we niet, want we schrijven 14 maart.

Als kerk en als kerkmensen moeten we de richtlijnen van de overheid zorgvuldig opvolgen. Dit wordt niet aan onze vrijblijvendheid overgelaten. Van de kerk(mensen) mag hierin een voorbeeld verwacht worden, met het dringende gebed dat de Heere deze zorgvuldigheid zou willen zegenen en de dreiging zou willen verminderen.

Bewaring en bekering, daar kunnen we niet genoeg om smeken. Want de nood is immens groot! In allerlei opzichten, ook voor ons maatschappelijke en economische leven. Waartoe zal dit alles leiden? Wat heeft de Heere ons hiermee - ook kerkelijk - te zeggen?

Ontberen doet waarderen

Het vijfde gebod is evenzeer Gods gebod als het vierde gebod. Al weegt het vierde ons wel zwaar. Daarom roepen we kerkenraden op om, binnen de grenzen van de overheidsinstructies, er álles aan te doen dat het vierde gebod niet verwaarloosd wordt. Dit geldt zeker ook ouders en gezinnen, want dit alles werkt ten aanzien van de besteding van Gods dag verwarrend. Laat de ambtelijke onderwijzing - hoe dan ook - centraal blijven staan, opdat deze rommelige weken niet een voorspel van gemakzucht en afglijding zijn.

De Heere geve dat de zielen mogen wegen, en dat er binnen de gemeenten en de gezinnen juist meer verlangen zal ontstaan naar de praktijk van Psalm 84. Dan zal ontberen doen waarderen!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Overheidsinstructies rond de kerkgang

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 2020

De Saambinder | 20 Pagina's