Het brandoffer van de priesters
Voor Aäron en zijn zonen is tot verzoening van hun persoonlijke zonden het zondoffer gebracht. Nu volgt het brandoffer, dat hen zal wijden en heiligen tot de dienst in de tabernakel. Ziet u dat er een heilige orde van God is? Aan het brandoffer moet het zondoffer voorafgaan. Eerst komt het persoonlijke, daarna het ambtelijke.
‘Daarna zult gij den enen ram nemen en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den ram leggen’. ‘Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aäron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den ram leggen’. Éxodus 29:15 en 19
Zo is dat ook vandaag nog. Hoe zou iemand die geen persoonlijke genade kent ooit ambtelijk de genade kunnen preken?
Voor het brandoffer zijn twee rammen nodig, die beide geen enkel gebrek mogen hebben. Het is opvallend dat Aäron en zijn zonen op beide rammen hun handen moeten leggen. Dat hebben ze bij het zondoffer ook al gedaan. Daar ging het over hun eigen zonde en schuld. Hier ziet het bijzonder op het begeerlijke van het brandoffer.
Terwijl ze op de rammen steunen, zeggen ze als het ware: ‘Heere, wij zijn alleen bekwaam om onze ambtelijke dienst te verrichten als we mogen steunen op U!’ Met dit brandoffer geven ze zich over en stellen ze zich in de dienst van God. Het is dus een heilige overgave na persoonlijke verzoening.
Het vuur ontstoken
De eerste ram wordt geslacht en in stukken verdeeld. Het binnenste wordt gewassen en het vlees wordt ordelijk op het altaar geschikt. Dan wordt het vuur aangestoken en het hele dier verteert. Die ram is net als het lam uit Jesaja 53 een dier dat lijdzaam is. Het verweert zich niet en vlucht niet. Ziet u het beeld van Christus, Die het Brandoffer is?
In het offeren van deze eerste ram heeft alles betekenis. Zo ziet het wassen op de zuiverheid, de reinheid van de Middelaar, Die zonder zonde is. De ram is een mannelijk dier, vol kracht en vermogen. Hoewel Christus aan de ene zijde stemmeloos en zeer lijdzaam is, wordt Hij aan de andere zijde ook uitgeschilderd in Zijn grote kracht. Hij is de sterke Held, Die alle vijanden overwonnen heeft.
De tweede ram is de ram van de inwijding, opdat de dienst van Aäron en zijn zonen tot een zegen voor het volk zal zijn. Die ram moet ook geslacht worden. Van dat bloed strijkt Mozes bij Aäron en zijn zonen iets op hun rechteroorlapje, op de duim van hun rechterhand en op de grote teen van hun rechtervoet. Dat ziet erop dat het oor, de hand en de voet geheiligd moeten worden. Als de Heere in ons leven gaat werken, opent Hij onze geestelijk dove oren. De woorden van God dringen door tot in het binnenste van onze ziel. Ook onze handel en wandel worden vernieuwd en geheiligd, zodat in ons doen en laten het bloed merkbaar is.
Bloed en zalfolie
Als laatste staat er dat Aäron en zijn zonen met een mengsel van bloed en zalfolie besprengd worden. Daarmee zegt de Heere dat het werk van de Middelaar - het bloed - onlosmakelijk verbonden is aan het werk van de Heilige Geest - de zalfolie. Wat een troost ligt daarin! Gods kind heeft niet alleen de verzoenende arbeid van Christus nodig, maar ook de toepassing door de Heilige Geest. (wordt vervolgd)
Vragen
1. Het zondoffer moest aan het brandoffer voorafgaan. Wat is de betekenis daarvan?
2. Welke inhoudsvolle betekenis heeft het opleggen van de handen op de ram?
3. Mozes moest bloed op Aäron en zijn zonen strijken. Waar en welke geestelijk betekenis ligt hierin?
ds. C.A. van Dieren, Rijssen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 2020
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 december 2020
De Saambinder | 24 Pagina's