Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Simeons geestelijke tweelingzuster

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Simeons geestelijke tweelingzuster

Je zou haar zomaar over het hoofd zien, een oude vrouw in de tempel, een weduwe, alleen, misschien wel eenzaam. Geen mens die op haar let.

4 minuten leestijd

‘En er was Anna, een profetes…’. Lukas 2:36a

Als Simeon het Christuskind in de armen heeft gehad, en nadat hij zijn lofzang heeft gezongen, komt zij ongemerkt dichterbij. Niemand die erg in haar heeft. Een onopvallende vrouw, een vergeten weduwe.

‘En er was Anna, een profetes…’. Het is maar goed dat Bijbelschrijver Lukas -door Gods Geest geleid- haar in het oog krijgt, anders had nog niemand haar gezien.

Lukas schrijft in stille verwondering dat Anna vanmorgen ook in de tempel is, in de buurt van Jozef en Maria, die daar met het Kind in de armen staan te luisteren naar de toespraak van Simeon. Simeon heeft geprofeteerd, nu komt de profetes. Als hij zwijgt, valt zij in. Na Simeon komt Anna. De weduwe komt er ook bij, want in de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan.

Een kind van God is eigenlijk nooit alleen, ook al kan hij dat weleens denken. Toen Elia eenzaam onder de jeneverstruik lag, bleken er opeens nog zevenduizend ande­ ren te zijn die de knie ook niet voor Baäl gebogen hadden. Voor David was er een Jonathan, voor Jozef van Arimathéa was er een Nicodémus, Jozua had Kaleb en Hizkía had zijn vriend Jesaja. Het zijn individuen die deel uitmaken van de gemeenschap der heiligen. Ze hebben deel aan elkaar, samen met allen die een even dierbaar geloof deelachtig zijn. Ze hebben deel aan het heilige, aan de Heilige. Daarom krijgt Simeon hier gezelschap van Anna, als zijn geestelijke tweelingzuster. ‘Dat volk moet gezelschap hebben en dat krijgt ook gezel­ schap’ (ds. W.C. Lamain).

Dochter van Fanuël

‘En er was Anna, een profetes, een dochter van Fanuël, uit den stam van Aser’ (Lukas 2:36a).

Lukas informeert ons nauwkeurig over deze vrouw. Toch heeft hij maar drie Bij­ belteksten nodig om haar levensverhaal te vertellen.

De Heilige Geest heeft liefdevol haar naam bewaard: Anna. Die naam betekent ‘genade’ of ‘begenadigde’ (net als de naam Hanna). Anna behoort tot die mensen die door God in genade zijn aangezien. Ze heeft het woord ‘genade’ leren spellen. Ze mag van genade leven. Wat een genade!

Anna is om te beginnen een profetes. In de Bijbel is sprake van vele oudtestamen­ tische profeten, bijna allemaal mannen.

Anna is een profetes. De Bijbel geeft nog een paar andere voorbeelden van vrouwen die in bijzondere tijden door de Heere waren aangewezen om te profeteren.

Mirjam, de zus van Mozes en Aäron, was bijvoorbeeld een profetes: ‘En Mirjam, de profetes, Aärons zuster, nam een trommel in haar hand…’ (Ex. 15:20a). Hulda was profetes tijdens de reformatie van koning Josía (2 Kon. 22:14). En Debóra was pro­ fetes in de richterentijd: ‘Debóra nu, een vrouw die profetes was…’ (Richt. 4:4a).

In Handelingen 21:9 lezen we dat de vier ongehuwde dochters van Filippus, de evangelist, ook profeteerden. Aan deze vrouwen was het gegeven om goed van God te spreken en door de verlichting van Zijn Geest Hem na te spreken (Zie kt. 41 bij Hand. 2: 17). Het zijn uitzonderingen in de Goddelijke orde.

Overreed geworden

Hoe wordt een mens profeet of profetes? Het is in elk geval geen beroep waarvoor je kunt kiezen. Amos was geroepen tot pro­ feet, maar kon in zichzelf nooit meer zien dan een ossenherder. Het was de Heere Die hem achter de kudde vandaan had gehaald. Jeremia behoorde tot de grote profeten, maar hij heeft zijn hele leven geworsteld met de Goddelijke opdracht om profetische woorden te spreken. Hij beklaagt zichzelf bij God omdat hij een profeet moet zijn: ‘Heere, Gij hebt mij overreed en ik ben overreed geworden’ (Jer. 20:7a). Anna heeft zichzelf heus niet tot profetes uitgeroepen. God had haar ‘overreed’.

‘Wat is dat, een profetes?’ vraagt Kohl­ brugge. Hij zegt dan: ‘Dat is niet iemand die geen rust in huis heeft, en van de een naar de ander loopt om te babbelen, een dui­ velin, die overal nijd en tweedracht zaait, maar een vrouw die dingen voorzegt die alzo naar Gods Woord zullen gebeuren. Zij heeft slechts ogen voor Eén, namelijk voor haar God en Heiland. Hem hangt zij aan, Die komen zal om Zijn genade te verheer­ lijken. Zo’n profetes was Anna’.

(wordt vervolgd)


J. van ’t Hul, Lieren

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Simeons geestelijke tweelingzuster

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 december 2020

De Saambinder | 24 Pagina's