Vrienden in de winter
Over het vraagstuk van een Bijbelse waardering van het lijden zijn verschillende boeken verschenen. Een klassieker is het werk van Thomas Brooks, met in het Nederlands de titel: ”Ik ben verstomd… Over de slaande hand van God” (uitg. Groen, 1994).
Dit boek is een vertaling van het oorspronkelijke werk ”The mute christian under the smarting rod”. Brooks, een puriteinse predikant, leefde van ca. 1608 tot 1680. Hij schreef dit boek als een pastorale handreiking aan allen die, evenals hijzelf, zwaar beproefd worden. We willen de komende weken een aantal lessen uit het boek trekken. Letterlijke citaten komen uit de genoemde vertaling.
Overvloed aan zorgen
Het ‘Woord vooraf’ van de schrijver bevat reeds veel lezenswaardige zaken. Zo luidt de aanhef: ‘Aan alle getroffen en verdrie-tige, ontevreden, onrustige en vermoeide christenen in heel de wereld’. Brooks erkent dat Gods kinderen vaak wel heel veel moei- ten en zorgen hebben. ‘Maar God, Die oneindig is in wijsheid en weergaloos in goedheid, heeft moeite, ja veel moeiten verordend die als in slagorde van alle kanten op ons aankomen. Net zoals het met onze zegeningen het geval is, komen onze kruisen zelden alleen. (…) Ze zijn als regenbuien in april: de ene is nog niet voor- bij, of de andere komt er al aan’.
Brooks vervolgt: ‘En toch, christenen, het is barmhartigheid, rijke barmhartigheid dat alle verdrukkingen nog geen terechtstellin- gen zijn, dat alle kastijding nog geen verdoemenis is’. Dan volgt een creatieve vergelijking met de ark van Noach: ‘Hoe hoger de wateren stegen, hoe hoger Noachs ark naar de hemel toe werd opgeheven. Hoe meer uw verdrukkingen toenemen, hoe meer uw hart naar de hemel zal worden verhoogd’.
Voor de schrijver zijn kastijdingen een gouden sleutel waarmee de Heere de rijke schatkamer van Zijn Woord ontsluit voor de zielen van Zijn volk. Brooks heeft dat heel persoonlijk mogen ondervin- den. Hij wijst op Simson, die honing had gevonden en zijn vader en moeder hiervan liet mee-eten. Daarom mag ik, zo vervolgt Brooks, niet zo’n inhalig persoon zijn dat ik aan hen die veel van mijn gal en bitterheid gedronken hebben, niet iets van mijn honing zou doorgeven om ervan te proeven.
Brooks beschouwt zijn boek als een geneesmiddel voor verwonde zielen. Hij hoopt dat het voor ‘alle verdrukte en verontruste christenen een gepaste zalf’ is voor elke zweer en een gepast genees- middel tegen elke kwaal. Lees maar mee: ‘Zoals het is met iedere goede man, zo is ook elk goed boek niet geschikt om de metgezel te zijn van iemand die zwaar beproefd is. Maar dit boek is het wel. Hierin kan hij zijn gezicht, zijn hoofd, zijn hand, zijn hart, zijn wegen en zijn werken zien. Hierin kan hij zien hoe al zijn kwalen ontdekt worden en hoe de juiste geneesmiddelen worden voorgesteld en toege- past. Hier kan hij argumenten vinden om zichzelf tot zwijgen te brengen, en midde- len om tot bedaren te brengen, wanneer het met hem op zijn slechtst is’.
Vriendendienst
Ten slotte spreekt Brooks over het ver- richten van een vriendendienst. Hij zegt hier lezenswaardige zaken over vriend- schap. Eerst maakt hij onderscheid tussen ‘mooi weer vrienden’ en ‘vrienden in de nood’. De eerste soort vrienden noemt hij ‘vrienden in de zomer’, de tweede soort noemt hij ‘vrienden in de winter’. Lees maar weer mee: ‘Vrienden in de zomer schat ik niet hoog, maar vrienden in de winter zijn hun gewicht in goud waard. En wie kan aan zulke mensen iets afslaan, vooral in deze dagen waarin ware, trouwe, stand- vastige mensen zo moeilijk te vinden zijn? De vriendschap van de meeste mensen in deze dagen is als Jona’s wonderboom, eerst veelbelovend en snel opgroeiend, maar die direct daarna sterft en ver- dort. Ze is als sommige waterplanten, die wel brede bladeren hebben aan de oppervlakte van het water, maar nauwe- lijks wortels. Hun vriendschap is als een meloen, warm van buiten, en koud van binnen. Hun uitingen gaan wel hoog, maar hun genegenheid is maar laag. Ze spreken veel, maar doen weinig’. Ze zijn als trom- mels, trompetten en vaandels in de oorlog. Ze maken met hun vertoon veel herrie, maar je hebt er niets aan’.
Maar er zijn ook ‘vrienden in de winter’. Dat zijn blijvende vrienden. Voor hen moet je ook bereid zijn om iets door te geven.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022
De Saambinder | 20 Pagina's