Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De winter wordt zomer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De winter wordt zomer

4 minuten leestijd

We lezen nog wat verder in het boek van Thomas Brooks, ”Ik ben verstomd… Over de slaande hand van God”. De vorige keer zagen we drie aspecten van het ‘heilig stil zijn voor God’. Brooks bespreekt nog een aantal lezenswaardige aspecten van dit stilzwijgen.

De Heere zal de droefheid mati- gen. Het wenen kan een hele nacht duren, maar ’s morgens is er gejuich (Ps. 30:6). En in de toorn gedenkt God des ontfermens (Hab. 3:2). Brooks: ‘God zal hun winterse nacht in een zomerse dag veranderen, hun zuchten in zingen, hun verdriet in blijdschap, hun woestijn in een paradijs. Het leven van een christen is vol van overgangen van ziekte naar gezondheid, van zwakheid naar kracht, van gebrek naar overvloed, van verachting naar eer, van kruisen naar vertroostingen, van ellende naar welda- den, van vreugde naar zorg, van vrolijkheid naar treuren’. God geeft een ‘mengsel’ van vreugde en verdriet, een noordenwind (van beproevingen) een zuidenwind (van barmhartigheid). Dat zou, aldus Brooks, het beste voor de gezondheid van de ziel zijn.

God straft niet van harte

Verder wijst Brooks op het hart van God: ‘Want Hij plaagt en bedroeft des mensen kinderen niet van harte’ (Klaagl. 3:3). Hoewel God Zijn ‘hand’ in de bestraffingen heeft, heeft Hij er beslist geen vermaak in om Zijn kinderen verdriet te doen. Daarom noemt de Heere het Zijn ‘vreemde werk’ (Jes. 28:21).

Brooks gebruikt het voorbeeld van een bij die erop uit is honing te verzamelen, maar gaat steken als hij getergd wordt. Zo zal de Heere liever goedheid bewijzen dan straffen. Gods hand kan soms zwaar op mensen rusten terwijl Hij tegelijk vol erbarmen over hen is (Jer. 31:18-20).

Ook het geweten speelt een rol bij het stilzwijgen voor God. Een mens moet zichzelf streng toespreken, zoals dat gebeurt in Psalm 37:7 (‘Zwijg den Heere en verbeid Hem’). Een mens moet zichzelf toespreken dat hij niet tegen God zal opstaan. Hij moet de hand op de mond leggen. Van dit ‘toespreken’ van de eigen ziel lezen wij ook in Psalm 62: ‘Doch gij, o mijn ziel, zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting’.

Overgeven aan God

Heilig stilzwijgen voor God houdt in dat je mag berusten in de wil van de Heere. ‘De stille taal van de ziel is: Heere, hier ben ik. Doe met mij wat U behaagt, ik geef me over aan Uw beschikking’.

Brooks vertelt over een vrouw die ernstig ziek was. Toen haar gevraagd werd of zij wilde blijven leven of sterven, antwoordde de vrouw: ‘Wat God behaagt’. Maar, zei toen iemand, als de Heere het nu aan u zou overlaten, wat zou u dan kiezen? De vrouw antwoordde: ‘Als God het aan mij zou overlaten, zou ik het toch weer aan Hem over- laten!’ Zo’n toestand van de ziel is ‘goud waard’, tekent de schrijver aan.

God zal niet werkloos blijven toekijken. Nee, de Heere zegt, zo vervolgt Brooks: ‘Ik ben de uwe o ziel, om u Mijn vergeving te schenken. Mijn bloed is er om u te reinigen. Mijn verdienste is er om u te rechtvaardigen. Mijn gerechtigheid is er om u ermee te bekleden. Mijn Geest is er om u te leiden. Mijn genade is er om u rijk te maken. Mijn heerlijkheid is er om u te belonen’.

Een begenadigde ziel kan vervolgens niet anders doen dan te rusten in de Heere. ‘Heere, hier ben ik, doe met mij zoals het goed is in Uw ogen. Ik weet dat de beste manier om mijn wil te verkrijgen is mezelf over te geven aan Uw wil, en amen te zeggen op Uw amen’.

De schaapherder

Brooks vertelt nog van een edelman die op een mistige ochtend een schaapherder tegenkwam. De man vroeg aan de herder wat voor weer het zou worden. De herder antwoordde: ‘Het weer dat mij behaagt’. Maar, zo vroeg de edelman, wat bedoelt u daarmee? Toen zei herder: ‘Meneer, wij krijgen het weer dat God behaagt, en het weer dat God behaagt, behaagt ook mij’. Kijk, dát is eens-willend worden met de Heere: ‘Uw wil geschiede’.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

De winter wordt zomer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 maart 2022

De Saambinder | 24 Pagina's