Het gekrookte riet [38]
’Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
TWAALFDE PREDIKATIE
Zie, dat waren de zwarigheden die we hebben op te lossen en weg te nemen. Het mocht wel zijn dat er meer ervaren en meer bedreven mensen aan het werk zijn dan wij, Aärons en Hurs bijvoor- beeld, die aan de ene en aan de andere kant ondersteunen hen die zwak zijn (Ex. 17:12). Maar al zijn we niet zo bedreven, als we ons talentje gebruiken onder inwachting van Gods zegen kunnen we elkaar geen kwaad doen.
Wij stellen u deze vraag: Hebt u onder het verhandelen van de zwarigheden wel zoveel zwarigheden kunnen vinden om u zo neder te buigen als voorheen? Heeft het u niet geraakt? Bent u weleens alleen geweest en hebt u gezegd: och God! ik wil het U wel gewonnen geven, Gij zijt mij te machtig en te sterk, Gij hebt mij overreed, waarom zou ik mij dan zo neerbuigen? Hebt u in het eenzame voor God niet eens moeten zeggen: och God! zo heb ik dan gesproken wat ik niet wist; vergeef het mij. Heb ik gesproken, ik zal het niet meer doen, ik zal daar niet mee voortvaren (Job 34:32 en 42:3).
Gij, gekrookte rietjes en rokende vlaswiekjes, gij die zo gesteld zijn, wij hebben een woord voor u. We wilden u er weleens toe opwekken om te hopen op de Naam van de Heere. En dat zullen wij zo zoeken te doen dat we de drie-enige God u zullen voorstel- len. Ieder van de drie Personen zal u aanspreken, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Wel dan, neergebogen harten, rokende vlaswiekjes en gekrook te rietjes, verbeeldt u zich eens dat God de Vader u aldus aanspreekt:
1. Eerst dat God de Vader tot u zegt: Ziet u Mijn menslievendheid wel? Hebt u uw ogen niet opengedaan, zo doe het nu alsnog. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eigen enig- geboren Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor u allen overgegeven (Joh. 3:16 en Rom. 8:32). Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Zoon heeft voorgesteld tot een verzoening voor zondaren, en tot een betoning van Zijn rechtvaar- digheid (Rom. 3:25). Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij onder ede betuigt en zegt: Ik zweer bij Mijzelven in de Heere Jezus dat Ik geen lust heb in uw dood, maar Mijn lust is dat gij u bekeert en leeft (Ezech. 33:11). Bent u lang of niet lang ach- tergebleven, bent u een hardnekkig zondaar geworden of niet, hebt u de Geest bedroefd en de nepen van uw gemoed tegen- gestaan, hebt u de Geest uitgeblust? Al bent u in de zonde oud en grijs geworden, daar ligt het allemaal niet aan. Als u maar in de Heere Christus Mijn genade hebben wilt.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 2022
De Saambinder | 24 Pagina's