Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een grote, zware steen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een grote, zware steen

2 minuten leestijd

Wie zal ons de steen van de deur des grafs afwentelen? Markus 16:3b

De evangelist verplaatst ons naar de treurende vrouwen, die vóór het aanbreken van de dag, afgemat door stille verzuchtingen en met moegeweende ogen, hun huizen te Jeruzalem verlieten en met hun specerijen en zalven naar het graf gaan van hun Heere, van de Geliefde van hun ziel.

En zo verzonken in hun droefheid zijn ze dat ze zich pas terwijl ze op weg zijn herinneren dat het graf met een grote, zware steen gesloten en daarenboven verzegeld is. En als zij nu elkaar met een pijnlijke blik aanzien en verlegen aan elkaar vragen: ‘Wie zal ons de steen van de deur des grafs afwentelen?’, hoe staat het ons dan in dit treurig tafereel klaar voor ogen wat een duistere schaduw ook ons leven zou zijn wanneer de stralen van de zon die ons het heuglijk Paasfeest meebrengt, niet door deze schaduwen heengebroken en onze macht veranderd hadden!

Dan zou ik ook staan als een wenend weeskind in dit neveldal van vergankelijkheid, en wie zou het wagen mij toe te roepen: Ween niet! Stenen op stenen zou ik voor mij zien liggen. Aan de wegneming van die stenen zou ik voor eeuwig moeten wanhopen.

Vóór het graf van mijn geliefden en vóór mijn eigen graf zou dan de steen van de beslissendste hopeloosheid liggen en niets vermocht die daarvan af te wentelen. Vóór de hemel zou de reusachtige rots van mijn zonden liggen, en wie zou tot mij durven zeggen: ‘Wees getroost’, als ik met Kain begon te jammeren: ‘Mijn misdaad is groter dan dat ze vergeven worde’?

Maar o zalige uitkomst! De vrouwen komen nader, en ik met hen. En wat zie ik? Looft, looft mijn ziel de Heere! De steen is afgewenteld, en met die steen alle stenen die mij drukten! Het graf staat open. De zon is opgegaan. Engelen gekleed in het witte kleed der feestvreugde lachen mij al in de verte tegemoet. En een van hen zegt tot mij: ‘Zijt niet verbaasd. Gij zoekt Jezus de Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan, Hij is hier niet’.

Uit een preek over ”De blijde boodschap van Pasen”.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

Een grote, zware steen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024

De Saambinder | 24 Pagina's