Jacobus Koelman en de Puriteinen
Wat bewoog Koelman in zijn verzet tegen het gebruik van formulieren? Waarom keerde hij zich tegen het preken van de heilsfeiten op de feestdagen en weigerde hij zelfs op tweede feestdagen te preken? Was zijn onverzettelijkheid in deze zaken een karakterkwestie of lagen de wortels van deze overtuigingen dieper?
Na zijn studie in Utrecht diende Jacobus Koelman (1631-1695) aanvankelijk als ambassadepredikant in Kopenhagen en later in Brussel. Toen al had hij liefde voor de Engelse en Schotse Puriteinen en vertaalde hij werken van hen in het Nederlands. Een liefde die hij stellig in voetiaanse kring in Utrecht heeft opgedaan. Het zou een rode draad vormen door zijn hele leven.
Opwekking in Sluis
In 1662 werd Koelman bevestigd tot predikant in Sluis in Zeeuws-Vlaanderen. Uit die tijd dateren de eerste aanvaringen met de overheid, die zich naar het inzicht van Koelman ten onrechte mengde in kerkelijke aangelegenheden.
Het waren spannende tijden voor de Nederlanden. Het jaar 1672 staat bekend als het rampjaar. De Republiek werd van alle zijden aangevallen. Koelmans prediking sloot nauw aan bij de omstandigheden van de tijd. Zijn prediking was ernstig en zijn oproep tot bekering concreet. De Heere gaf in deze tijd een opwekking in Sluis. Openbare zondaren braken met hun zondige leven. Het geestelijke leven kwam tot bloei. Koelman riep op tot nadere reformatie. De term ‘nadere reformatie’ is waarschijnlijk terug te voeren op Koelman en een vertaling van het Engelse ‘second reformation’. In deze tijd ging Koelman meer en meer verwantschap gevoelen met de Puriteinen in hun strijd tegen inmenging in de kerkelijke aangelegenheden en hun nadruk op de praktijk der godzaligheid.
Zwervend prediker
In een bepaald opzicht moest Koelman ook delen in het lijden van zijn broeders aan de overkant van de Noordzee. De overheid greep zijn onverzettelijkheid in de formulierenkwestie aan. Koelman werd verbannen, maar werd nooit afgezet als predikant.
Vanaf dat moment begon wel zijn zwerftocht door de Nederlanden. Overal ontmoette hij verzet als hij voorging of gezelschappen hield. Koelman werd een zwervend prediker: van Friesland tot Zeeland. Uiteindelijk werd hij voorgoed uit Zeeland verbannen. Zijn laatste jaren bracht Koelman door in Utrecht, waar men hem de ruimte gaf en hij respect voor zijn reformatiestreven ontmoette.
Puriteinse invloed
Koelman gaf een groot aantal werken uit waarin hij zijn streven naar nadere reformatie tot uitdrukking bracht. Belangrijk is zijn boek ”Pointen van nodige reformatie” (1678), dat hij het licht liet zien onder de schuilnaam Christophilus Eubulus. Het is een zeer uitgebreid werk waarin hij een program biedt voor de reformatie van de kerk en haar ambten die uiteindelijk zou moeten leiden tot reformatie op alle terreinen van het leven. In dit geschrift en ook in latere geschriften blijkt dat reformatie moet beginnen bij het huis van God.
In deze aanpak wordt de grote invloed van de Puriteinen op Koelman zichtbaar. Dat is al te zien in de eigen toevoegingen van Koelman aan de vroege vertalingen van de hand van Koelman, van Christophorus Love, ”De strijd tussen vlees en Geest” (1656) en Robert MacWard, “De Wekker der leraren” (1674).
Vanaf zijn studententijd heeft Koelman werken uit de kringen van Puriteinen vertaald. Dat is hij zijn hele leven blijven doen. Hij vertaalde werk van Engelse en Schotse auteurs, zoals Thomas Goodwin, William Guthry, Samuel Rutherford, John Brown en Hugo Binning. In het begin vertaalde hij vooral Engelse, later meer Schotse stichtelijke werken.
De wortels van zijn streven
In de vertalingen van deze geschriften zien we Koelmans passie voor nadere reformatie en de praktijk van de godzaligheid weerspiegeld, maar ook zijn eigen geestelijke ontwikkeling. Men mag dan (als men dat wil) de onverzettelijkheid in Koelmans houding inzake formulieren, feestdagen en overheidsbemoeienis misprijzen, maar de oorzaak daarvan was veel meer dan een karakterkwestie. Karakter had Koelman. Dat liet hij duidelijk zien in zijn streven tot reformatie van kerk, ambten en volk. Maar dat werd gevoed door een diep gevoelde geestelijke verwantschap met de Engelse en Schotse broeders. Op een bijzondere, maar ook weer wonderlijk bij zijn streven passende manier heeft Koelman dat moeten ervaren in de wijze waarop overheid en helaas ook de kerk met deze ‘puriteinse’ dominee hebben gehandeld.
In het seizoen 2025-26 heeft het CGO in Goes een cursus van tien avonden gepland over Jacobus Koelman en vooral zijn vertalingen van de Puriteinen.
volgende week deel 2: John Brown
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 2025
De Saambinder | 20 Pagina's