Bevestiging en intrede van ds. M. Krijgsman te De Beek-Uddel
Het was 10 mei voor de gemeente De Beek-Uddel een bijzondere dag: na 12 jaar vacant te zijn geweest mocht op deze dag ds. M. Krijgsman ’s middags bevestigd worden tot herder en leraar door de consulent, ds. A. van Voorden. ’s Avonds hield ds. Krijgsman zijn intrededienst.
Bevestigingsdienst
In zijn inleidend woord wees ds. Van Voorden naar het volk van Israël in de woestijn. God leidde hen door de wolk- en vuurkolom. Als deze stil stonden, had het volk een legerplaats. Na 12,5 jaar Arnemuiden is de wolk- en vuurkolom voorgegaan naar de gemeente De Beek-Uddel. De roepstem Kom over en help ons mocht opgevolgd worden.
Ds. van Voorden nam als tekst voor de bevestiging Johannes 12:26m: En waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn. Hij noemde als thema van de preek:
”De Meester en Zijn dienaar”. Dit werd uitgewerkt in de volgende drie punten:
1. Een innige liefdesbetrekking.
2. Een onvoorwaardelijk volgen.
3. Een zeker vooruitzicht.
Een innige liefdesbetrekking
In deze rijke en vertroostende tekstwoorden is Jezus Zelf als Meester aan het woord. Hij sprak deze woorden vlak voor Zijn gevangenneming tot Zijn discipelen maar ook tot de omstanders. De meesten van hen waren vijanden van Hem. Hoe ligt dat in deze gemeente? De komst van een dominee is immers tot oordeel of tot eeuwig voordeel! Jezus noemt Zich hier Meester. Hij gaf namelijk onderwijs over Zijn lijden en sterven. Hij leidde in de verborgenheden van Zijn Borgwerk. De discipelen worden hier ’dienaars’ genoemd. Een dienaar volgt een meester. Dit geldt ook voor een dominee. Die is ook een dienaar van Jezus Christus. Zijn taak is om de twee wegen voor te stellen: de mens in zijn vloekwaardigheid, maar ook Jezus in Zijn gepastheid en dierbaarheid. Als Meester staat Jezus oneindig ver boven Zijn dienaren. Tegelijk is er ook een liefdesbetrekking. Als dat leeft, gaat alles alleen naar Hem uit. Dan geeft het drukken van Zijn voetstappen vreugde en is het gebed: ’O, Zoon, maak mij Uw beeld gelijk.’
Een onvoorwaardelijk volgen
De tekst laat zien dat Christus vooropgaat. Waar Ik ben,… Dan zullen we Hem volgen. Daarom moeten we allemaal onszelf onderzoeken. Vol-gen we Hem? Daarbij blijft de bede: En zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg (Ps. 139:24). Het wandelen in Zijn wegen geeft vertroosting in moeite, strijd en verdrukking. Hij weet waar wij wonen, namelijk waar de troon van de satan is. Toch is de tekst nog veel rijker: Waar Christus Zelf woont, aldaar zal Zijn dienaar zijn. De Meester gaat voorop en wijst de weg. 12,5 jaar heeft ds Krijgsman in Arnemuiden met zegen mogen arbeiden. Nu roept de Heere hem naar De Beek-Uddel. Het is een zegen om een blindemansgeloof te hebben en Hem onvoorwaardelijk te mogen volgen. De tekst is ook vol betekenis voor de inhoud van de prediking. Die prediking kan scherp zijn en er kan alles tegenop komen. De mens wil wel zalig worden, maar alleen in een vrome weg. God bekeert echter tegen alle berekeningen in. De mens moet sterven aan alles van zichzelf om Christus te leren kennen als de Weg, de Waarheid en het Leven. Om zo Hem te leren kennen als de volkomen Weg ter zaligheid. De tekst geldt ook in de heiligmaking. Ook dan moeten we Hem onvoorwaardelijk volgen. Als we echter mogen volgen, mogen we ook op Hem zien. Dan zien we iets van wat het Hem heeft gekost om de zaligheid te verdienen. Dan vallen alle bezwaren weg; dan stellen we geen eisen, maar willen we Hem volgen.
Een zeker vooruitzicht
We moeten de tekst lezen in zijn verband. Jezus stond op het punt overgeleverd te worden en te sterven. De Vader heeft Hem verheerlijkt ook in de opstanding. Dit geldt ook voor Zijn kinderen. Er is vergelding des loons. Bij het sterven geldt voor Gods kinderen volkomen: En waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn. Ook een dienaar mag staan naar loon. Niet het traktement, maar een geestelijke beloning. Dat kan zijn in het vrijmoedig uitdragen van Gods Woord. Dan is het ambt een zelfbelonende arbeid. Er is ook loon in het aanschouwen van Zijn vriendelijk aangezicht. Dan is de kern van de preek Jezus Christus en Dien gekruisigd. Als het vuur brandend is, is het een liefdeswerk Hem uit te schilderen in Zijn gepastheid, dierbaarheid en bekwaamheid als Bruidegom van Zijn Kerk. Dan worden de beginselen van de hemel gesmaakt.
Eens komt er een einde aan de pelgrimsreis hier op aarde. Als we dan bij het doorgaan van de doodsjordaan mogen zien op Hem zal de tekst volkomen vervuld zijn. De dominee wenst dominee Krijgsman toe een rover der hel te zijn in deze gemeente.
Daarna leest de dominee het formulier. Plechtig antwoordt dominee Krijgsman op de gestelde vragen met het ”Ja ik, van ganser harte.” Daarop zingt de gemeente hun predikant staande toe Psalm 20:1.
Na het zingen spreekt de bevestiger ds. Krijgsman hartelijk toe. Toen ds. Van Voorden de gemeente moest verlaten, mocht hij geloven dat de gemeente op Gods tijd een nieuwe predikant zou ontvangen. Dit is nu vervuld. De dominee gelooft dat de Heere ook nu nog in de gemeente woont en werk heeft. Het ambt brengt veel werk met zich mee. Hij wenst de dominee daarbij een liefdes band met de gemeente en de kerkenraad.
Vervolgens spreekt de dominee ook vrouw Krijgsman en hun kinderen toe. De gemeente wordt opgeroepen hun predikant te eren om zijns ambts wil. Tot slot spreekt dominee Van Voorden de andere predikanten, vertegenwoordigers van andere kerkelijk gemeenten en de burgerlijke overheid kort toe.
Intrededienst
’s Avonds deed ds. Krijgsman intrede met de tekst uit 2 Korinthe 5:20: Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen. Ds. Krijgsman begint zijn predicatie met de gemeente erop te wijzen dat hij evenals Ehud aan koning Eglon, Gods Woord aan de gemeente heeft te brengen. God, tegen Wie wij gezondigd hebben, kan ons rechtvaardig wegdoen, maar Hij is met innerlijke ontferming bewogen. Het is God Die tot ons komt met Zijn Woord. De dominee mag tot de gemeente komen met datgene wat tot ons eeuwig behoud kan zijn, namelijk met een smeekschrift uit de hemel, gericht aan vijanden, namelijk: ”Laat u met God verzoenen”. Dit is ook het thema voor de preek. De tekst werd vervolgens uitgewerkt in twee punten:
1. De predikers van deze verzoening met God.
2. De indringende oproep tot deze verzoening met God.
De predikers van deze verzoening met God
We kunnen de tekst een fonkelende diamant noemen. Als het licht erop mag vallen, schittert deze. Deze dia mant komt uit het schathuis van een Drie-enig God. We hebben echter Goddelijk licht nodig om de heerlijkheid ervan te zien.
De apostel heeft in dit hoofdstuk gewezen op het wonder van de staatsverwisseling. Hij wijst hierbij op de oorsprong (namelijk het Goddelijk welbehagen) en de oorzaak (namelijk het lijden van Jezus Christus) van deze verwisseling. Jezus Christus heeft Zich van eeuwigheid Borg gesteld om Vaders welbehagen te doen. Dit welbehagen is dat Zijn Sion op rechtsgronden zal worden gezaligd. Christus heeft de kloof gedicht tussen God en mens, zodat een verloren zondaar uit genade zalig kan worden.
Voor Paulus is deze leer dierbaar geworden toen hij ontdekt werd aan zijn verloren staat en een verloren mens voor God werd. Toen leerde hij alles schade en drek achten om de uitnemendheid van de kennis van Jezus Christus. Ook voor ons is een zielsbevindelijke kennis hiervan noodzakelijk. Alleen zo wordt Christus dierbaar.
Paulus heeft deze bediening van de Heere Zelf ontvangen en is daarom een gezant van Christuswege. Gezanten vertegenwoordigen hun koning in een ander land. Zo vertegenwoordigen predikanten Christus op aarde. Daarom moeten ze door Hem geroepen en gezonden zijn. Naar aanleiding hiervan vertelt de dominee hoe de Heere hem naar de gemeente van De Beek-Uddel heeft geroepen; met alle strijd en worsteling die dat met zich meebracht. De laatste bezwaren werden opgelost toen de dominee mocht zien op de gewilligheid van de Heere Jezus in Zijn lijden. Zo is waar geworden: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen (Jes. 46:10). Zo weet de dominee zich geroepen tot deze gemeente hoewel het een onmogelijk werk blijft, maar: Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal (1 Thess. 5:24).
Dominees moeten komen met de boodschap van hun Koning. Zo heeft Christus gewezen op de eis van geloof en bekering, maar ook dat het soevereine genadegaven zijn die voortkomen uit Gods welbehagen. Ook heeft Hij gewezen op het onderscheid tussen schijn en zijn. Christus heeft Zich echter vooral gericht op het vertroosten van vermoeiden en belasten vanwege hun zonden, het verzadigen van hongerigen en dorstigen, en het nodigen van onwaardige zondaren. Dit moet ook de inhoud van de prediking van Zijn gezanten zijn. Hoe moeten zij dat doen? Met een bewogen en biddend hart.
De indringende oproep tot deze verzoening met God
De oproep betekent dat we van nature vijanden zijn. We zijn van God afgevallen en daardoor in staat van oorlog. Ja, we verzetten ons tegen de Enige Naam tot zaligheid. De oproep tot verzoening betekent echter ook dat er verzoening is aangebracht. Hier schittert Gods zondaarsliefde. Wat heeft Christus een diepe weg moeten gaan om deze verzoening te betalen. De straf die ons den vrede aanbrengt, was op Hem (Jes. 53:5).
Christus roept nu Zijn vijanden toe: Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven (Ezech. 33:11). Dit is een oproep in bevelende zin. Bij God is vergeving voor de grootste der zondaren. ’Hoe vaak hebt u Zijn oproep al verworpen? Zou God hierover niet zeer vertoornd zijn? Nog komt Hij echter met de oproep: Laat u met God verzoenen. Wat hebt u toch tegen deze Zaligmaker? Heeft Hij u ooit enig kwaad gedaan? Ook al hebt u zwaar tegen Hem gezondigd, staat Hij toch gereed om vergeving te schenken aan allen die er leed over dragen dat zij God vertoornd hebben en Hem om vergeving bidden (Jes. 55:8 met kanttekening). Als u echter blijft weigeren, zal God eenmaal lachen in uw verderf. De zon van het Evangelie is echter nog niet over u ondergegaan.’
Gezanten moeten ook van tijd tot tijd verslag uitbrengen. Ds. Krijgsman vroeg de gemeente welk verslag hij van deze avond moest uitbrengen bij zijn Meester. Zou hij moeten zeggen: ’Heere, er was niemand in De Beek-Uddel die voor U in het stof wilde buigen?’ Of: ’’Heere, er waren sommigen in De Beek-Uddel die getroffen werden door een pijl, gedoopt in Uw eeuwige liefde, die U door middel van de prediking op hen afschoot, waardoor zij zich als vijanden leerden kennen. U overwon hun vijandschap echter door Uw liefde in hun hart uit te storten.’
Na het zingen van Psalm 65:2 spreekt de dominee een hartelijk dankwoord uit aan achtereenvolgens dominee Van Voorden voor de bevestigingsdienst, de kerkenraad, alle betrokkenen rondom de verbouwing van de pastorie en zijn overkomst naar de gemeente. Ook dankt hij de predikanten binnen en buiten ons verband en student Van Putten voor hun aanwezigheid, alsook de scholen en de vertegenwoordiger van de burgerlijke overheid. In zijn dankwoord richt hij zich ook tot zijn oud-gemeente van Arnemuiden, zijn familie, vrouw en kinderen. Boven alles is hij dank verschuldigd aan zijn Hemelse Zender voor Zijn hulp tot hiertoe.
Na het zingen van Psalm 138:1 wordt de dominee toegesproken door achtereenvolgens wethouder Van der Velden namens het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Ermelo; door ds. J. Roos namens de predikanten; door ouderling N. Verdoes (Gereformeerde Gemeente Uddel) namens de plaatselijke kerken en door ouder ling J.D.A. Dorresteijn namens kerkenraad en gemeente. Ouderling Dorresteijn laat de gemeente de dominee Psalm 115:6 toezingen.
De dominee bedankt ieder voor de gesproken woorden en eindigt met gebed. Na het zingen legt de dominee voor de eerste keer als eigen herder en leraar Gods zegen op de gemeente.
Kerkenraad De Beek-Uddel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 mei 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's