Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (313)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (313)

7 minuten leestijd

Niemand van Gods volk zal weten recht hongerig te zijn, tot op het moment dat Christus als het hemelse Manna Zich verbergt. Zodra Christus Zich opnieuw bekendmaakt als de meerdere Jozef Wiens graanschuren vol zijn met kostelijke graankorrels, ontvangt u een overvloeiende maat aan nieuwe kracht, verse blijdschap, vurige liefde, goede moed en hemelsgezindheid. We wensten wel dat ál onze lezers hongerig zouden zijn naar een graankorreltje van Christus, het hemelse Manna. U zou beseffen dat u met één graankorreltje oneindig meer bezit dan een wereld vol geld, goed en goud! Naar eigen waarneming bent u dan een hondeke, maar in Gods ogen bent u een wonderkind door Christus Wiens Naam ‘Wonderlijk’ is (Jes. 9:5).

Zoals u weet onderzoeken we de verschillende overeenkomsten tussen het manna dat in de woestijn viel en Christus, het hemelse Manna. De eerste overeenkomst was: ‘De plaats waar het manna viel’ (Éxod. 16:1,3). Nu willen we uw aandacht vragen voor ‘Het eten van het manna’.

2. Het eten van het manna

We schrijven u de woorden die Mozes tot het volk sprak: Dit is het brood hetwelk de HEERE ulieden te eten gegeven heeft (Éxod. 16:15). Het volk wist de voorgaande dag dat de Heere wel zou zorgdragen voor dagelijks voedsel, maar niet op welke wijze. De Heere had namelijk beloofd: En morgen, dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien (vers 7). Hierdoor was hun nieuwsgierigheid opgewekt en stonden zij de volgende morgen vroeg op om te zien hoe de Heere hen met hemels brood zou verzadigen (vers 8). Toen zij het zagen, waren zij met stomheid geslagen! Rond de tenten lagen ontelbare kleine, ronde witte bolletjes. In verwondering riepen zij tot elkaar: Het is Man, ofwel: ‘Dit is het toebereide brood dat de Heere gisteren heeft beloofd.’ Onze kanttekening bevestigt dit, zodat we lezen: ‘Dat is, dit is een voorbereide en ons toegeëigende spijze of gave.’

En toch wisten zij niet goed raad wat zij hiervan moesten denken. Daarom voegde Mozes het volgende eraan toe: Want zij wisten niet wat het was. Ofwel, het kwam hen onbekend voor, omdat zij het nooit eerder hadden gezien. Daarop vroeg het volk Mozes om raad. Hoor wat Mozes voor antwoord gaf: Dit is het brood hetwelk de HEERE ulieden te eten gegeven heeft. Nu wisten zij zeker dat dit een wonderwerk van de allerhoogste Heere was. Daarna raapten zij de kleine bolletjes op om er brood van te bakken en op te eten. Allen aten van het manna dat Christus afbeeldde. Toch waren het alleen de gelovige Israëlieten die hoger zagen toen zij hoorden: En morgen, dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien. Wat wordt met ‘des HEEREN heerlijkheid’ anders bedoeld dan de heerlijkheid van Jehova, de heerlijkheid van Christus, de Engel des HEEREN, Die in de wolkkolom het volk voorging? O, als God de Vader ons Zijn heerlijkheid in Christus toont, dan verzekert Hij ons dat Hij voor ons zorgdraagt op grond van Christus’ kruisverdienste. Ondanks al ons murmureren blijft het braambos branden zonder te verteren, om de genade van Christus Die in het braambos woont (Deut. 33:16).

Geeft dit ons niet duidelijk te kennen dat Christus als het hemelse Manna ons van nature geheel onbekend is? Elke dag ontvangen onze kinderen thuis en op school onderwijs over de Heere Jezus. Zij krijgen te horen dat zij een nieuw hart nodig hebben om de Heere te leren vrezen. Dat zij hongerig moeten worden naar de gerechtigheid van Christus, want alleen dan zijn zij zalig en worden zij verzadigd (Matth. 5:6). Elke zondag wordt ieder aangezegd Wie Christus is, en dat onze ziel alleen door Hem als het hemelse Manna gevoed kan worden tot in eeuwigheid. Maar is het helaas nóg op u van toepassing: Want zij wisten niet wat het was? De weg der zaligheid weet u niet, tenzij de Heere het u door Zijn Woord en Geest verklaart. Dan zult u iets van de rijkdom van de volgende woorden verstaan: En morgen, dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien. Alles is dan eten en drinken voor uw ziel, als Christus verklaart het hemelse Manna voor u te zijn. Wanneer u dan brood en ander voedsel eet voor uw dagelijks onderhoud, veroorzaakt dit diepe ootmoed, omdat u gelovig beseft dat u het uit Gods rechterhand ontvangt.

Mozes zou later uitroepen: Och, of al het volk des HEEREN profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen gave! (Num. 11:29). Wij roepen als wens uit: ‘Och, of al onze lezers recht geestelijke hongerigen waren, dat de HEERE zijn Geest over hen gave’. We zouden als de verloren zoon niets meer te eten hebben, en uitroepen: Ik verga van honger (Luk. 15). We willen eerst overdenken dat als de Heere ons het toebereide Manna uit de hemel schenkt, Gods volk dit gelovig toe-eigent. Daarna willen we overdenken hoe zij het geschonken Manna gelovig eten en één met Christus worden.

Het schenken van het manna aan hongerigen en het gelovig toe-eigenen

Nooit is er een hongerige zondaar die geen diepe overtuiging kent van zijn ellende en verlorenheid. Dit gaat gepaard met het kermen over de zonde en het Godsgemis, en het erkennen dat God uw Rechter is. U verfoeit zich met Job in stof en as, en smeekt uw Rechter om genade. Als een onwaardige roept u met David uit: Zeg tot mijn ziel: Ik ben uw Heil (Ps. 35:3). U hebt een Verlosser en Behouder nodig Die tot uw ziel spreekt. Laat het volgende tot uw troost zijn dat Christus Die als de Verlosser en Zaligmaker u door het Evangelie wordt verklaard, ook Degene is Die u toeroept: Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden (Matth. 5:6). Hoe verzadigt Christus u? Hoor tot uw vreugde hoe Christus op Zichzelf wijst en zegt: Ik ben het levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven (Joh. 6:51). Christus schenkt u ook geloof, zodat u Hem als het hemelse Brood met uw hart gelovig aanneemt. Er is verschil in geloofsmaat, maar in elke geloofsoefening ligt verzekering. Het geloof is terecht de officier van alle genaden, zoals dr. A. Comrie schrijft.

We weten dat er onderscheid is tussen het toevlucht-nemend geloof en het toe-eigenend geloof. Maar allen die oprecht belijden dat hun zonde scheiding veroorzaakt tussen God en hun ziel en uitroepen: Ongerechtige dingen hadden de overhand over mij, op Gods tijd ook belijden: ‘Maar onze overtredingen, die verzoent Gij’ (Ps. 65:4). Hoe duidelijk zien we dat zij met de dichter de gemaakte schuld en de ontvangen schuldverzoening persoonlijk toe-eigenen! Een tijdgelovige kan wel spreken dat Christus zijn God en Zaligmaker is, maar hij kan niet zeggen dat hij zich zijn schuld en zijn rechtvaardige straf heeft waardig gekeurd en Christus hem persoonlijk werd geschonken. De ware gelovige daarentegen kent beide! Hoe verwonderd is hij als zijn hongerige ziel Christus, het hemelse Manna, wordt aangeboden, Die hij door het toe-eigenend geloof aanneemt tot zijn zaligheid.

Zie hoe een Thomas aanvankelijk door ongeloof werd gekweld, ondanks dat Christus hem met de andere discipelen had gewezen op de noodzaak van Zijn lijden, sterven en opstanding. Op Gods tijd openbaarde Christus Zich aan hem als de opgestane Levensvorst, Die als het hemelse Broodkoren werd verbrijzeld in de mortieren van het Goddelijke recht. Christus sprak toen tot hem: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig. Daarop gaf Christus Thomas het toe-eigenend geloof, zodat hij Hem erkende en aan-nam als het Brood des levens, en in verwondering uitriep: Mijn Heere en mijn God (Joh. 20: 27,28). Weet dat wanneer wij Christus als het levende Brood aannemen, wij Hem met een waar geloof toe-eigenen als onze persoonlijke Zaligmaker (Joh. 1: 12).

De Heere beware ons voor het toe-eigenen van Christus op verkeerde gronden, want dan zal Hij straks zeggen: ‘Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij’ (Matth. 7:22,23). Er wordt veel geschreven over het toe-eigenen van Jezus, maar wij wijzen u op drie gevaarlijke illusies die we aanmerken als zeepbellen: 1. Het voorstaan van de zuivere leer van de waarheid. 2. Het steunen op emoties. 3. Ongezond activisme. Maar wie van ons kent door genade de zekerheid van het omkomen buiten Christus en de zekerheid van de behoudenis in Christus?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (313)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's