Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus aan de Romeinen (60)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus aan de Romeinen (60)

8 minuten leestijd

Hoe is het hem dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid. En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen die geloven in de voorhuid zijnde, teneinde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde, En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. Romeinen 4:10-12

HOPENDE: We zijn nu tot de bewijsplaats ervan gekomen dat het sacrament niet alleen een teken, maar ook een zegel is. Abraham heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs. Het sacrament dient niet alleen tot onderwijs door het zichtbare teken. De Heeredoet ook wat in het sacrament. Wordt het kind door de doop wedergeboren? Neen, de doop wederbaart het kind niet. Toch gebeurt er wat in de bediening van de Heilige Doop. God verzegelt zichtbaar voor onze ogen Zijn beloften. Dit is niet gering te achten.

We hebben er echter wel aan vast te houden dat de beloften alleen voor de door God verkorenen zijn. Zij worden alleen met het ware geloof begiftigd en de genade deelachtig die in de beloften Gods wordt toegezegd. Niets in de mens komt in het werk der zaligheid voor God in aanmerking.

God heeft Abraham met het ware geloof begiftigd toen Hij hem riep uit Ur der Chaldeeën. Dat geloof mocht zich bij hem openbaren als hij nog niet besneden was. Dat heeft de apostel aangetoond en daar hebben we al iets van mogen zeggen. Hij heeft in de Goddelijke beloften mogen geloven toen hij nog niet besneden was. En de Heere heeft het hem tot gerechtigheid gerekend.

De besnijdenis bracht hem dus niet tot het geloof. Hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend. Dat wordt ons hier nu door de apostel gezegd en dat moet nu voor een ieder duidelijk zijn.

UITZIENDE: Onderwerpelijke genade werd dus bij Abraham in de besnijdenis verzegeld. Het is wel goed als we daar even op wijzen. Wij zijn de leer van de veronderstelde wedergeboorte niet toegedaan. Met die leer stelt men dat men ervan uit moet gaan dat de genade al onderwerpelijk in het hart van het kind aanwezig is als het kind gedoopt wordt. De grond van de doop is echter geen onderwerpelijke, maar een voorwerpelijke grond. We hebben de kinderen niet te dopen op grond van de genade die onderwerpelijk aanwezig is. Tot welk een oppervlakkigheid men met die leer is gekomen, is wel gebleken.

De door God verkorenen bezitten in Christus voorwerpelijk al de eeuwige zaligheid. Die zaligheid wordt ze dan ook in de beloften toegezegd en de waarheid van die beloften wordt in de doop verzegeld.

De Heere zal op Zijn tijd die genade die in Zijn beloften wordt toegezegd, de door Hem verkorenen zeker deelachtig maken. Maar dat de doop zelf niet wederbaart, zien we bij hen, die gedoopt zijnde verloren zijn gegaan, zoals Judas en Simon de tovenaar.

Daarentegen waren Paulus en anderen met hem de wedergeboorte al deelachtig, als zij gedoopt werden. En bij de volwassenen is het ook zo, dat zij eerst belijdenis van hun geloof moeten afleggen voordat zij gedoopt worden. Dat wil ook weer niet zeggen dat zij allen het ware geloof deelachtig zijn, als zij gedoopt worden. Judas en Simon de tovenaar hadden het ware geloof ook niet, toen zij gedoopt werden. Als de kamerling begeerde gedoopt te worden, dan heeft Filip pus gezegd: Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. Of dit geloof het ware geloof was, dat moest Filippus voor de kamerling laten liggen.

Maar Abraham was waarlijk het zaligmakend geloof deelachtig als hij besneden werd. En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend. En zo is hij daarin tot een vader gesteld, niet alleen van Joden, maar ook van heidenen, die net als hij het geloof zouden mogen ontvangen voordat zij besneden werden.

HOPENDE: Dat wordt nu heel eenvoudig hier door de apostel gezegd. Die zalig worden, worden als gevallen Adamskinderen zalig. Hierin is geen onderscheid tussen Jood en heiden. Daar houdt de apostel strak aan vast in de Romeinenbrief. Johannes de Doper heeft als de wegbereider van Christus dat volk dat er zich zo graag op beroemde Abrahams zaad te zijn, het maar eerlijk gezegd: En meent niet bij uzelven te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. En de apostel Paulus die we nu in de Romeinenbrief aan het woord vinden, heeft in Galaten 3:29 geschreven: En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.

Het oppervlakkig zich beroemen in het voorrecht van Abrahams zaad te zijn, is in deze tijd ook nog genoeg te vinden. Men weet echter van Adam niet af. Over de bondsbreuk in het paradijs spreekt men niet. Daar is men altijd aan te kennen. Men heeft het alleen maar over het verbond der genade, dat God Oudtestamentisch heeft opgericht met Abraham en zijn zaad en Nieuwtestamentisch met de gelovigen en hun zaad. En het is waar, wat ook ons formulier voor de kinderdoop ons doet weten, dat wat de Heere tot Abraham gezegd heeft, ook ons en onze kinderen geldt: Om u te zijn tot een God en uw zaad na u. God wil werken in de geslachten. Zo loopt de band des verbonds door de bloedband heen. Maar dat neemt niet weg dat toch een nieuwe geboorte noodzakelijk is.

We moeten hetzelfde geloof als Abraham deelachtig worden. En dat geloof richtte zich bij hem als een gevallen Adamskind op de tweede Adam en op Zijn gerechtigheid. Zo werd hij niet als een vermoedelijke hemelburger en als een verbondskind, maar als een buitenstaander uit genade zalig. Hij heeft het getuigenis ervan in zijn ziel ontvangen, dat hem als een doodschuldige zondaar de gerechtigheid van Christus werd toegerekend. En nu ontving hij daar overheen het sacrament der besnijdenis als een verzegeling van die rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend. O welk een dierbare verzegeling is dit voor hem geweest van het werk van Gods genade dat in zijn hart verheerlijkt mocht zijn.

UITZIENDE: Zo kan het sacrament rechte betekenis krijgen voor onze ziel. Neen, geen oppervlakkig roemen in die uiterlijke bevoorrechting van te leven onder het licht van Gods Verbond zal ons baten. De apostel zegt hier dat Abraham een vader is van degenen, die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onze vader Abraham. We zullen op eenzelfde wijze als Abraham zalig moeten worden. En dat zal ook in de vrucht zich moeten openbaren.

De apostel spreekt over een wandelen in de voetstappen des geloofs van onze vader Abraham. Dan geeft God er getuigenis van, dat we een kind van Abraham mogen zijn. Zo krijgt de leiding Gods met Abraham betekenis voor onze ziel. We vinden in zijn weg onze weg terug. God werkte met Abraham door de onmogelijkheid heen. Uit een onvruchtbare Sara moest het beloofde kind voortkomen. En Abraham heeft geloofd, dat wat God beloofde, Hij ook machtig was te doen. Dat is toch een Goddelijk werk, om door een totale afsnijding heen, het beloofde heil zich toe te eigenen! Waarlijk, hier komt ons geloof als een werkzame daad op zichzelf niet in aanmerking. Hier schenkt God Zelf het geloof waardoor men zich de gerechtigheid van Christus mag toe-eigenen. En daar zet de Heere Zelf het stempel op.

Zo heeft Abraham het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend. Dat is een dierbare verzegeling. Dan gaat die Geest getuigen met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Dan wordt de betekende zaak van de besnijdenis pas recht door ons gekend.

Och vriend, ik ben niet besneden, maar wel gedoopt. Maar de Heere heeft me bij die doop gebracht en me doen weten wat het me te zeggen had, in de Naam van een Drieenig God gedoopt te zijn. Hoe krijgt dan het werk der zaligheid als een werk van een Drie-enig God toch een waarde voor de ziel! De Vader heeft het in de bediening van de Heilige Doop reeds betuigd, dat Hij een eeuwig verbond der genade met ons heeft willen oprichten, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen heeft willen aannemen, en daarom van alle goed ons wil verzorgen, alle kwaad van ons weren, of ten onzen beste keren wil.

En de Zoon heeft ons de afwassing door Zijn bloed verzegeld van al onze zonden, ons in de gemeenschap Zijns doods en Zijner wederopstanding inlijvende, alzo dat wij rechtvaardig voor God gerekend worden.

Maar ook de Heilige Geest geeft de verzekering door dit Heilig Sacrament, dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk de afwassing onzer zonden en de dagelijkse vernieuwing onzes levens, totdat wij eindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven onbevlekt zullen gesteld worden.

HOPENDE: Dan kan er voor ons toch in tijd en eeuwigheid geen kwaad meer bij zijn. Vaderlijk worden we in dit leven van alle goed verzorgd. Het kwaad wordt ons ten goede gekeerd. En hiernamaals wacht ons met Abraham de eeuwige erfenis. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 2025

De Wachter Sions | 16 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus aan de Romeinen (60)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 2025

De Wachter Sions | 16 Pagina's