Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ketterij van de orthodoxie (II, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ketterij van de orthodoxie (II, slot)

6 minuten leestijd

DDe canon en de geloofsregel

D De visie van Bauer en Ehrmann dat in de christelijke kerk de ketterij aan de orthodoxie is voorafgegaan, is verbonden met de stelling dat de canon een creatie is

van de vierde eeuw. Opnieuw geldt dat het Nieuwe Testament zelf en het getuigenis van de apostolische vaders niet serieus wordt genomen. In ons vaderland heeft dr. Herman Ridderbos er in zijn studie Heilsge- schiedenis en Heilige Schrift op gewezen dat de vorming van de nieuwtestamentische canon samenhangt met de afsluiting van de heils ge schie denis in de dood, opstanding en hemelvaart van Christus. De apostolische kerk heeft niet alleen deze gebeurtenissen overgeleverd, maar ook gezaghebbend geïnter pre teerd. Daarin heb ben de apostelen eenzelfde functie als de oudtestamentische profeten. Dit ver band tussen profeten en apostelen wordt in het Nieuwe Testament zelf gelegd. Dat ver klaart dat het apostolisch ge tui genis eenzelfde status kreeg als het Oude Testament.

Reeds in 2 Petrus wordt duidelijk dat de brieven van Paulus een afgeronde verzameling vor men die de status hebben van Heilige Schrift. Ook wie 2 Petrus aan de apostel ontzegt (een visie waartegen overigens gegronde argu menten zijn aan te voeren) moet erkennen dat het hier bij om een zeer oud getuigenis gaat. De combinatie van een tekst uit het Oude Testament en een woord van Jezus uit het evangelie naar Lukas in 1 Tim. 5: 18 vooronderstelt, dat dit evan ge lie als een heilig boek werd gezien dat in principe eenzelfde gezag had als Mozes en de pro feten.

Met beroep op een getuigenis van de oudchristelijke schrijver Papias is wel beweerd dat heel lang de mondelinge prediking voorrang had boven de schriftelijk vastgelegde woorden. Dat is echter een onjuiste interpretatie van wat Papias stelt. Papias bedoelt te zeggen dat aan de in for matie van ooggetuigen over gebeurtenissen grotere waarde moet worden toegekend dan aan schriftelijke getuigenissen. Dat laat ook zien waarom als vanzelf bij het verdwijnen van de ooggetuigen en vervolgens de generatie die de ooggetuigen had gekend, de grenzen van de canon zichtbaar beginnen te worden. Over twintig van de zevenentwintig boeken van het Nieuwe Testament is nooit discussie geweest. En bij de zeven boeken waarvoor dit wel het geval is, geldt dat men niet in alle delen van de kerk van de cano niciteit van die boeken over tuigd was. In de vierde eeuw bereikte de kerk volledige eenstemmigheid over de omvang van de canon. Dat is iets anders dan dat de canon toen pas werd vastgesteld. De kerk van Rome heeft geen bijzonder aandeel gehad in de constatering van de uiteindelijke grenzen van de canon.

Het feit dat buiten de boeken van het Nieuwe Testament ook andere boeken in de samen kom sten van de kerk werden voorgelezen (zoals bijvoorbeeld De Herder van Hermas) wil nog niet zeggen dat men dit boek als een canoniek boek zag. Op zich betekent het feit dat het mocht worden voorgelezen niet meer dan dat het stich telijke karakter werd erkend. Men be sefte heel goed dat het hierbij om een geschrift ging dat geen apostolisch karakter had.

Bij de erkenning van de grenzen van de canon had de onderkenning van het apostolische ka rak ter zowel betrekking op de auteur (een apostel of iemand uit zijn directe omgeving) als op de inhoud. Deze inhoud is al heel vroeg in een geloofsregel weergegeven. Zakelijk stemt deze overeen met de Apostolische Geloofsbelijdenis zoals wij die kennen. Het geloof dat de le ven de God de Drie-enige God is, vloeit rechtstreeks voort uit het getuigenis van het Nieuwe Testament en vormt de kern van de ware lofprijzing van God.

Enige literatuur

The Heresy of Orthodoxie: How Contemporary Culture’s Fascination with Diversity Has Reshaped Our Understanding of Early Christianity door Andreas J. Köstenberger & Michael J. Kruger met een woord vooraf van I. Howard Marshall, uitgave Crossway Books, Wheaton, Illinois 2010;

ISBN 978-1-4335-0143-2; pb 250 pp.; prijs $ 9,99.

Dit boek, geschreven door een Southern Baptist en een presbyteriaans theoloog, vormt een krach tige en beargumenteerde weerlegging van de visie dat de ketterij aan de rechtzinnigheid voor afging. Er wordt aangetoond dat de verbreiding en bijval van deze visie niet op de weten schappelijke kracht ervan berust, maar op de aansluiting bij het postmoderne levens klimaat.

The Cradle, the Cross and the Crown: An Introduction to the New Testament door Andreas J. Köstenberger, L. Scott Kellum & Charles L. Quarles, uitgave Broadman & Holman Aca demic, Nashville, Tennessee 2009, ISBN 978-0-8054-4365-3; hb. 954 pp. pp.; prijs $ 59,99.

Deze inleiding is geschreven door twee hoogleraren verbonden aan het Southeastern Baptist Theo logical Seminary (Wake Forest, North Carolina) één van de zes theologische hoge scho len die onder supervisie staat van de Southern Baptist Convention, en een hoogleraar van het Louisiana College (Pineville, Lousiana). In deze inleiding wordt onderstreept dat zowel Johannes als de sy noptici zowel historici als theologen zijn. Bij Johannes springt het theo logisch element bij zon der in het oog. Echter, Johannes is ook het meest gedetailleerd in het vermelden van chro no logische en geografische gegevens. De auteurs gaan uit van een vroege datering van de brief aan de Galaten. Deze vroege datering maakt het gemakkelijker het por tret van Paulus dat vanuit zijn brieven naar ons toekomt en het portret dat Lukas van hem geeft in Handelingen, met elkaar te combineren. De boodschap van Paulus is niet alleen ge stem peld door het onderwijs van Jezus op aarde, maar ook door de verschijning van Christus aan hem op de weg naar Damascus in goddelijke en hemelse glorie. Dat betekent niet dat de boodschap van Paulus geen continuïteit kent met het onderwijs van Jezus op aarde. Evenals bij de andere apos telen het geval is, geldt voor Paulus in het bijzonder dat de ten hemel gevaren Christus hem door Zijn Geest verder onderwijs heeft gegeven over de bete kenis van Zijn persoon en werk. Wat alle geschriften van het Nieuwe Testament met elkaar ver bindt is de boodschap van de ene God, van Jezus als Zoon van God en Heere en van het evangelie van Zijn kruis en op standing. Al met al gaat het hier om een goed leesbare inleiding die recht doet aan het zelfgetuigenis van de nieuwtestamentische geschriften.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juni 2011

Ecclesia | 8 Pagina's

De ketterij van de orthodoxie (II, slot)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juni 2011

Ecclesia | 8 Pagina's