De rijkdom van de ethische theologie (VI - slot)
Wat nut ons ethische theologie?
In de achter ons liggende vier artikelen uit deze serie waagden we een poging om de ethische theologie uit de 19 e eeuw voor het voetlicht te brengen. We deden dat aan de hand van één van de meest prominente vertegenwoordigers van deze stroming: Johannes Hermanus Gunning Jr. (1829-1905). Het was mijn bedoeling om de rijkdom van de ethische theologie aan de lezers te laten zien. Ik deed het in de hoop dat de rijkdom ervan ook voor de 21 e eeuw aandacht krijgt.
De titel van deze serie laat er geen twijfel over bestaan dat ethische theologie een rijkdom in zich draagt. Natuurlijk zijn er kanttekeningen bij deze theologie te plaatsen, iets wat in het verleden ook gedaan is. Dat was het geval tijdens Gunnings leven, maar ook daarna. We constateren dat na de Tweede Wereldoorlog de ethische theologie zelfs naar de achtergrond geschoven is. Deze serie beoogde geen kritische beschouwing te geven, de bedoeling was veeleer vanuit een positieve grondhouding de mooie en waardevolle inzichten van deze theologie aan het licht te brengen. In dit laatste artikel kom ik tot een afweging: welke betekenis heeft de ethische theologie vandaag de dag voor de christelijke gemeente en ons eigen leven.
Een appèl op het hart
Het eerste artikel ging in op hoe Gunning dacht over schepping en geschiedenis en dat in het licht van Jezus Christus. Hoe verbond hij christologie en antropologie? In deze slotbeschouwing begin ik niet daarmee, maar met hetgeen het hart vormt van de ethische theologie, met haar grondslag. Of om in termen van Gunning te blijven: bij het ethische ‘beginsel’ van de theologie. Ethische theologie doet een appèl op ons innerlijk. Het spreekt ons hart aan, omdat de waarheid ethisch is. Het begint dus niet met de leer maar met het leven dat door de heilige Geest in het hart van de mens wordt gewekt. Die nadruk op het innerlijk is in de Kerk blijvend van belang. Ook vandaag. Als geloof niet meer ons hart weet te raken, als het ons niet meer aanvuurt en enthousiasmeert, dan verduurt het de stormen van de tijd niet. Het is dus van grote betekenis dat het hart van de gemeente geraakt wordt. Daarbij hoeven we niet bang te zijn dat de levendigheid uit de gemeente verdwijnt of dat we die niet opnieuw op het spoor kunnen komen. De Here God wil zich maar wat graag aan ons meedelen, omdat God liefde is. Gunnings theologie is dan ook een positieve en hoopgevende theologie!
Het werk van de Heilige Geest
Er zit in de ethische theologie zoals we die bij Gunning aantreffen een balans. Christus staat duidelijk in het middelpunt en vormt het hoogtepunt. We zien het aan de idee van de mens als microkosmos waarvan Jezus Christus het middelpunt en hoogtepunt is. Toch wordt de ethische theologie niet alleen gekenmerkt door haar christocentrisch karakter, ze is ook trinitarisch. Het lijkt erop dat het werk van de Heilige Geest in de orthodoxe theologie van de 19 e eeuw doorgaans onderbelicht blijft. In de ethische theologie is dat zeker niet het geval. In Gunnings opstellen over de ethische theologie speelt de Heilige Geest een cruciale rol. Hij openbaart in het binnenste van de mens de waarheid. De Geest leidt de gemeente, die van die geopenbaarde waarheid leeft, door de geschiedenis heen. Gunning heeft het werk van de Heilige Geest diepgaand doordacht en uitgewerkt. Daardoor krijgt zijn theologie een mooie en dankbaar makende warmte, zij wordt vurig en levendig. Ook dat heeft ons vandaag de dag iets te zeggen, niet alleen als individuele gelovige maar juist ook de christelijke gemeente. Wees niet bang om je te verwortelen in de geschiedenis, ga door de tijden heen, neem deel aan het historische (groei)proces, zolang je je innerlijk maar laat aanspreken en je je daar laat leiden door de Heilige Geest. Het geeft je vrijheid en ruimte om daar op een juiste wijze gelovig op te reageren.
Geloof en wetenschap
Christenen, en vooral protestantse christenen, kunnen moeite hebben om geloof en wetenschap bij elkaar te brengen en bij elkaar te houden. Voor Gunning was dat ondenkbaar. Hij wilde geen waterscheiding tussen het geloof dat op zondag beleden en het denken dat op maandag gepraktiseerd werd. We zien hem er daarom alles aan doen om de wetenschappelijke inzichten van zijn tijd te verwerken in zijn theologische en gelovige denken. Het moge duidelijk zijn dat geloof en theologie bij Gunning één zijn. Gunning heeft weinig moeite met het accepteren van de ontwikkeling in de schepping. Schepping en evolutie zijn geen gescheiden werelden.
Tegelijk doet Gunning iets verrassends. Het primaat in deze discussie ligt bij het geloof. We zien dat aan zijn stelling dat men bekeerd (gelovig) moet zijn om wetenschap te kunnen bedrijven, omdat we dan de waarheid pas echt goed en in haar samenhang kunnen leren kennen. Ook dát zegt Gunning.
Het is opvallend hoe Gunning hier synthese weet aan te brengen en het is jammer dat die in Kerk en universiteit nog weleens ontbreekt. Misschien was Gunning hier te optimistisch of zijn wij niet meer voldoende in staat om geloof en wetenschap bij elkaar te denken. Het zou wel eens de genialiteit van Gunning kunnen zijn, die hem hiertoe in staat stelde.
De Here God en de schepping – een tweeeenheid
Een belangrijke vraag is hoe wij de wereld en het leven mogen en kunnen waarderen. Kunnen we het leven volledig omarmen en waarderen zonder aarzeling of moeten we op onze hoede zijn omdat we ook te maken hebben met de zonde die het leven negatief beïnvloedt? Als de wereld een in zonde verloren wereld is hoe kun je dan het menselijke leven waarderen?
Volgens mij heeft de ethische theologie ons met het oog op dit vraagstuk veel te bieden. Gunning ziet de zonde in de schepping niet over het hoofd. Dat zie je aan zijn verweer tegen het pantheïsme dat in de schepping het goddelijke meent te zien. Gunning noemt zulk denken naïef. Tegelijk vindt hij dat het denken van de orthodoxie in zijn dagen niet ver genoeg gaat in het wegen van de zondigheid van de mens, omdat zij voorbijgaat aan de noodzaak van het werk van de Heilige Geest, die in het hart van de mens het leven moet wekken. En dat leven wordt daarna voor hem het licht.
Het mooie van de ethische theologie is dat zij laat zien dat we in de geschiedenis niet zijn overgeleverd aan blinde willekeur. God is liefde, en daarom wil Hij zich aan de mens meedelen. Zo verlost God de mens. Gods liefde is er door de zonde niet minder om geworden, omdat God niet anders kan maar ook niet wil. Je kunt zeggen dat ethische theologie ons leert vertrouwen op de goedheid van God omdat Hij liefde is.
Deze liefde is de dragende grond van de schepping. Daar valt ook de geschiedenis onder. Gunning en de ethische theologie leggen Gods wezen en de schepping tegen elkaar aan. De schepping en de materiële werkelijkheid zijn een uitdrukking van Gods wezen. Ondanks het feit dat de zonde na de zondeval het leven corrumpeert, blijft de geschapen werkelijkheid, materie, planten, dieren en als hoogtepunt de mens, verbonden met God, omdat de schepping een uitdrukking is van Gods wezen. Deze kijk op de werkelijkheid vanuit God zorgt ervoor dat de ethische theologie het (menselijke) leven op waarde kan schatten, zonder de zonde over het hoofd te zien.
Christus als hoogtepunt in het middelpunt
De mens is het hoogtepunt van de geschapen werkelijkheid als uitdrukking van Gods wezen. Christus staat aan het hoofd van deze mensheid. Gunning heeft aandacht voor het hele leven van Jezus en niet alleen voor zijn lijden, sterven en verrijzen. In zijn bestaan kunnen we zien wie wij mensen zijn en hoe we door genade worden mogen. Jezus is de stip op de horizon van de geschiedenis waarnaar wij mensen door geloof en genade onderweg zijn. Hier proef je een optimisme in en ook een idealisme. Dit optimisme en dit ‘idealisme’ mogen we ons, mijns inziens, nooit laten ontnemen. Het is begrijpelijk dat dit wellicht gebeurd is na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Als dat het geval is, hebben we iets verloren wat er toe dóet. Niet dat wij optimistisch kunnen zijn over onze menselijke prestaties op het toneel van de geschiedenis. Een dergelijk denken getuigt van een grote naïviteit. Ethische theologie is om een andere reden optimistisch. Jezus Christus is door het Evangelie in ons innerlijk aan het licht getreden door de werking van de Heilige Geest. Daardoor worden we gewaar dat Hij ons, ondanks de wispelturigheid van de geschiedenis, leidt naar het nieuwe leven waarin de potentie van Gods schepping tot volledige ontplooiing zal komen. Kijk naar de mens Jezus en je ziet er al iets van dagen.
Misschien is de stellige titel van deze serie niet geheel onterecht. Dat finale oordeel laat ik aan de lezer. Tegelijk hoop ik dat de ethische theologie ook uw hart heeft aangesproken. Dat immers is hetgeen waarmee alles begint, en ook eindigt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 2022
Ecclesia | 8 Pagina's