Voor Goeree En Overflakkee

Zaterdag 31 Jan. had in Hotel Meijer de Jaarvergadering plaats, die bijgewoond werd door de beide ereleden Dr. Van den Ende en Dr. Smeding.

Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering, van het jaarverslag van de secretaris en dat van de penningmeester^— dit laatste na controle va» de Raad van Toezicht — werden enkele verkiezingen gehouden voor Bestuur en Raad van Toezicht. In de plaats van de heer Ir van Beekom, van het eiland vertrokken, werd in het be- •stuur gekozen de heer Pnjlink, dierenarts te Middelhamis. Tot leden van de Raad van Toezicht werden gekozen in de Geesteswetenschappelrjke sectie de heren Rijnders (Middelhamis) en Ottink (Dirksland) en in de Natuurwetenschappelijke sectie de he'ren Voogd (Oude Tojage), Den Eerzamen (Sommelsdijk) en Fopma (Sommelsdgk).

Daarna gaf Dr. Stoel de voorzittershamer over aan Mr. Hempenius, de president voor het jaar 1948.

Na de pauze kreeg de spreker Dr. J. N..van den Ende het woord over: Aanleg en Milieu. Het gaat nog altyd om de al zeer oude vraag: Wat wordt aangeboren en wat verkrijgt men door ervanng? John Locke (17de eeuw) hield de pasgeborene voor een wit blad papier, waarop het leven de indrukken gaat schrijven. „Niets is in het verstand, dat niet'eerst in de zinnen was." Leibniz was van een juist tegengestelde mening. „Alle kennis ontstaat door mtgroeiïng van. wat in kiem reeds aanwezig is." (Sensualisme en nativisme) De moderne psycholoog Kretschmer ontdekte een innig verband tussen lichaam en geest en onderscheidt drie duidelijk verschillende typen naar lichaam en karakter, wat winst betekent voor de aanleg-theorie, maar het probleem niet tot oplossing brengt. Op grond- van ervaringen nam men aan, dat het Intelligentie-quotiënt een onveranderlijke grootheid was, maar onderzoekingen hebben uitgewezen, dat het I.Q. voor kinderen in steden gemiddeld hoger was dan in afgelegen dor-' pen, dat kinderen, die in een ander milieu komen een aanmerkelijke stijging van het I.Q. kunnen vertonen, en nog enkele verschijnselen, die wijzen op de belangrijkheid van het milieu en de invloed daarvan. Spreker wrerkte zijn conclusie uit in een pakkend fceeld: de mens 13 mderdaäd een onbeschreven blad papier, -maar fotopapier van alle mogelijke soort en qualiteit en hangt van de behandeling en de belichting enz. af, welke beelden het zal gaan vertonen. De aard en de soort, de qualiteit van het papier stellen dan in de vergelijking de aangeboren eigenschappen voor.

Op deze rede volgde nog een levendige gedachtenwisseling. Met een woord van hartelijke dank aan de spreker sloot de voorzitter de vergadering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen