De brug naar het eiland
‘Juist. Zo is het.’ Riley sloeg een blaadje om in zijn notitieboekje en schudde zijn hoofd, om zijn mond speelde nog een lach. Toen werd hij ernstig en hij vroeg: ‘En wat brengt u tweeën hier vanavond?’
Benjamin verklaarde: ‘We hadden afgesproken in de Queen’s Head, zoals we vaak doen, en liepen samen naar huis toen we de nachtwaker hoorden schreeuwen. We gingen op het geluid af om te kijken of we konden helpen.’
Riley krulde zijn dunne lippen. ‘Wat beschaafd van u. Wat onbaatzuchtig. Was u niet op zoek naar een rijke nieuwe klant of lucratieve rechtszaak?’
‘In het geheel niet.’
‘Kent u het slachtoffer?’
Hardy knikte. ‘Percival Norris was medeoprichter van ons procureurskantoor. De afgelopen jaren heeft hij zich veelal teruggetrokken omdat zijn taken ten aanzien van het landgoed van de Wilders te veel van zijn tijd in beslag namen.’
Het dienstmeisje rolde even met haar ogen, maar niemand anders dan Benjamin leek het op te merken.
Riley wendde zich tot het drietal bedienden bij de haard: de betraande huishoudster, de onaangedane bejaarde knecht en het dienstmeisje met het scherpe gezicht. Hij begon met de huishoudster, die het lichaam had gevonden.
'Kon u het goed vinden met uw meester?' ‘Hij was mijn meester niet – niet echt. Juffrouw Rose Lawrence is nu mijn mevrouw en daarvoor haar grootvader, meneer Wilder. God hebbe zijn ziel. Meneer Norris was hier alleen als bewindvoerder en voogd van juffrouw Rose.'
‘U mocht hem niet, begrijp ik?'
‘Nee, ik mocht hem niet.' Mevrouw Kittleson keek naar de knecht. ‘Ik denk dat alleen Marvin hem mocht.’
De bejaarde man antwoordde met schorre stem: ‘Ik mocht hem wel. Hij dronk van tijd tot tijd een glas met me en betaalde mijn loon. Ik heb geen reden om iets lelijks over hem te zeggen.’
Riley wierp een verwachtingsvolle blik op het dienstmeisje.
Ze zei: ‘Ik ben hier pas ongeveer een jaar. Ik doe gewoon mijn werk en hou me gedeisd.’ De knecht gromde. ‘Met je oor tegen de deur zeker.’
Riley negeerde dit en vroeg: ‘Geen sporen van inbraak, klopt dat?’
‘Dat klopt,’ antwoordde de huishoudster. ‘Ik vrees dat we de achterdeur niet hadden afgesloten. Die komt uit op de tuin, ziet u, niet op de openbare weg. We doen het al jaren zo. Ik had nooit gedacht…’ Er verschenen nieuwe tranen en ze drukte een zakdoek eerst tegen haar ene en toen tegen haar andere oog.
‘Hebt u iemand horen of zien binnenkomen?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Dat zult u Mary moeten vragen.
Marvin en ik waren er niet. We zijn rond vier uur vertrokken voor een feest bij de Adairs, in York Street. Meneer Norris gaf ons permissie om weg te gaan; het enige vriendelijke gebaar dat hij ooit heeft gemaakt. Onze juffrouw Rose vierde haar verloving, ziet u.’
Riley keek ongelovig. ‘Marvin en u waren uitgenodigd voor een feest in deze buurt?’ ‘Niet als gast. Maar ik ken de kokkin daar en had aangeboden haar te helpen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2024
Eilanden-Nieuws | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2024
Eilanden-Nieuws | 40 Pagina's