Op stap met het Woord
„In Afghanistan wisten we dat we elk moment gedood konden worden”
Corrie ten Boom was het middel voor de bekering van Martien van der Veen-Hoek. Pas jaren later ontdekte ze dat haar grootvader de schuilplaats in het huis van de familie Ten Boom had gemaakt. Net als Willem ten Boom ging ze zich inzetten voor de verbreiding van Gods Woord onder Joden. „In een betrouwbare vertaling.”
Samen met echtgenoot Geert (79) heeft Martien van der Veen (77) overvolle dagen achter de rug. Haar ogen zijn g laserd, ze liepen door Alkmaar om Bijbels te verspreiden, gingen op bezoek bij een zendingsechtpaar dat werkzaam was in Myanmar en Laos…. „Zo gaat het hier elke week. Maar goed, we hebben er nog de gezondheid voor.”
Martien groeide in Haarlem op als jongste in een gereformeerd gezin met zeven kinderen. Haar vader was er hoofd van de christelijke Abraham Kuyperschool. „Soms zag ik hem op zijn knieën bidden voor zijn kinderen. Nu ben ik de enige die nog gelovig is. Verschríkkelijk! Waarom heeft de Heere het zo gedaan? Ik snap het niet. We hebben heel veel verdriet in ons leven. Aan de andere kant kennen we veel vreugde. Omdat we mogen weten dat God met ons is.”
Een kabbelend bestaan heeft ze nooit gekend. Na het behalen van haar hbs-diploma kreeg ze de gelegenheid om een jaar in Amerika te studeren, als ”exchange student”. „Met de dochter van het echtpaar bij wie ik in huis kwam, heb ik na zestig jaar nog steeds contact. Op de school in Amerika hield ik in het kader van een wedstrijd een speech over de Verenigde Naties, die vrede zou gaan brengen. Ik was de winnaar en mocht naar het hoofdkantoor van de VN. Dat bezoek maakte grote indruk op me. Dáár wilde ik werken.”
Politicologie
Terug in Nederland kreeg ze van het Ministerie van Buitenlandse Zaken het advies politicologie te gaan studeren. „Mijn vader stemde toe, maar vond me nog te jong om op kamers te gaan. Hij adviseerde me eerst een jaar als au-pair te gaan werken. In Parijs. Daar heb ik het moeilijk gehad. Ik hielp een vermogend echtpaar met enorm verwende kinderen. Mij gaven ze amper te eten. Mijn ouders liet ik niets weten. Het was mijn eer te na om met hangende pootjes naar huis terug te keren. Ik heb het volgehouden.”
Daarmee was de weg naar de studie aan de Vrije Universiteit gebaand. „Het eerste college herinner ik me als de dag van gisteren. We waren met twee vrouwen en zo’n vijftig mannen. In die tijd was ik best hoogmoedig. Ik keek rond en dacht: ik ga naast de knapste man zitten.” Het werd de christelijke gereformeerde Geert van der Veen uit Hoogeveen. „Ook Eelco Brinkman zat in ons jaar. Het was een geweldig leuke groep en we studeerden allemaal keihard. Op 5 december 1966 vroeg Geert me of ik zijn meisje wilde worden.”
Ze bedong één maand bedenktijd. „Om te beslissen of ik voldoende van hem hield om mijn verdere leven met hem te delen. In de kerstvakantie reisden we allebei naar huis: hij naar Hoogeveen, ik naar Haarlem. Daarna gingen we naar een conferentie voor christenstudenten in landhuis De Hooge Paaschberg in Ede.
Op de laatste avond van de gevraagde maand bedenktijd, 4 januari 1967, sprak Corrie ten Boom. Destijds wist ik amper wie ze was. Die avond ben ik wederom geboren. Geert had al meer dan eens tegen me gezegd dat dat moet gebeuren in je leven. Thuis hoorde ik er nooit over. Wel was ik op zoek. In Parijs had ik bij een boekenkraampje ”Peace with God”, van Billy Graham, gekocht. Ik miste de vrede met God. Tijdens het spreken van Corrie ten Boom begreep en ervoer ik voor het eerst dat Jezus voor míjn zonden was gestorven. Dat gaf een blijdschap die nooit meer is weggegaan. Bij Geert gebeurde hetzelfde. Twee dagen later lieten we ons dopen.”
Manipulatie
Op 31 december 1968 traden ze in het huwelijk. „We hebben ons aangesloten bij de christelijke gereformeerde kerk van Amsterdam-Noord. Daar stond toen ds. Marinus de Boer, een geweldige man. We hebben bij hem belijdenis gedaan en hij heeft ons ook getrouwd. Van de studentencampus Uilenstede waren we verhuisd naar een etagewoning in het centrum van Amsterdam.”
Martien zette na het behalen van haar kandidaatsexamen een punt achter de studie, omdat ze zwanger was. Het ideaal van een carrière bij de Verenigde Naties was verdampt. Ze had een hogere vrede leren kennen. Geert voltooide de studie en vond werk in het onderwijs. De komst van het eerste kind zorgde voor een breuk met de christelijke gereformeerde kerk. „Vanwege ons doopstandpunt. We zijn gelukkig heel goed uit elkaar gegaan. Samen kwamen we tot de conclusie dat we beter op zoek konden gaan naar een andere Bijbelgetrouwe gemeente. Het werd een huisgemeente in Amsterdam. Dat leek ons de meest Bijbelse vorm van gemeente-zijn.” Het bracht niet wat ze ervan verwachtten. De gemeente ontwikkelde zich meer en meer tot een sekte. „In de evangelische wereld worden leiders met een narcistische persoonlijkheid niet gecorrigeerd. Na dertien jaar hielden we het niet meer vol. Geert was mentaal helemaal kapot. Later ben ik de opleiding voor doktersassistente gaan volgen en schreef ik een scriptie over de lichamelijke en geestelijke gevolgen van het uittreden uit een sekte. Door het schrijven van die scriptie ging ik begrijpen hoe geestelijke manipulatie werkt. Die komt overal voor, ook in gevestigde kerken. Het is een wonder dat we het geloof niet zijn verloren. Jarenlang hebben we op zondag samen dienst gehouden.”
De schuilplaats
Vanwege de benoeming van Geert tot docent aan een scholengemeenschap in Alkmaar was het echtpaar verhuisd naar Oudorp, ooit een dorp buiten, nu een wijk van de stad in Noord-Holland. Twee keer brachten ze een bezoek aan Corrie ten Boom, in Soest. „Het was een geweldige vrouw, al ging ik haar niet verafgo den. Ze deed ook dingen waar ik niet achter sta. In 1977 verhuisde ze naar Amerika en verloren we haar uit het oog.”
Pas jaren later kwam Martien erachter dat er nauwe banden waren geweest tussen vader Ten Boom en haar opa Willem Hoek, aannemer van beroep. „Ze woonden dicht bij elkaar. In ”De Schuilplaats” kun je lezen dat meneer Hoek een horloge ter reparatie bracht. Het was zo mooi dat meneer Ten Boom geen geld voor het repareren vroeg. Hij vond het een eer dat te mogen doen. Door het boek”Ten Boom, à Dieu” van Hans Poley ontdekten we dat mijn grootvader de schuilplaats in het huis van de familie Ten Boom heeft gemaakt. Corrie wilde het eerst niet. Ze ervoer het als ongeloof, totdat haar broer Willem aangaf dat het echt nodig was. Hij bood voor de oorlog al onderdak aan Joodse vluchtelingen en doorzag de aard van het nationaalsocialisme toen veel anderen daar nog blind voor waren.”
Na het lezen van het boek van Poley maakte Martien een afspraak voor een bezoek aan het Corrie ten Boomhuis. „Dat was een bijzondere ervaring. Niet alleen door het bekijken van de schuilplaats die mijn opa had gebouwd, maar nog meer omdat alle gidsen die er werken overtuigde christenen zijn. Zelf ben ik er daarna ook jaren gids geweest. Totdat ik er geen tijd meer voor had, door al het andere werk dat op ons pad kwam.”
Roeping
Als assistente van een schoolarts bezocht ze geregeld omliggende dorpjes, voor het testen van kinderen. „Op een dag in 1996 reed ik over het dijkje naar Schermerhorn en hoorde ik voor de radio een interview met vrouwen uit Kabul. Ze vertelden over wat ze meemaakten sinds de Taliban de stad hadden overgenomen. Terwijl ze hun verhaal deden, hoorde ik een stem die zei: „Daar moet je naartoe.” Ik dacht even dat ik gek was. Ik had nog nooit aan Afghanistan gedacht, maar een jaar later zaten we daar.”
Het ontroert haar nóg. „We waren zó blij. Al die jaren hadden we ernaar verlangd iets voor de Heere te kunnen doen, maar er kwam geen duidelijke roeping. Die heb je wel nodig. We moesten wachten op Gods tijd. Zoals Mozes tegen het volk Israël zei: „En gij zult gedenken aan al den weg, dien uden HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedige, om u te verzoeken, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet.” Voor alle omstandigheden van het leven geeft God onderwijs vanuit Zijn Woord. Daarom houd ik zo van de Bijbel.”
Bij de Nederlandse tak van de zendingsorganisatie Worldwide Evangelisation for Christ (WEC) volgden ze een spoedopleiding, op het hoofdkwartier in Emmeloord. Eerder had Geert al besloten twee jaar onbetaald verlof te nemen. Hij overwoog docent in Amerika te worden. „In plaats daarvan reisden we naar Afghanistan. Ons huis hadden we voor twee jaar verhuurd. De International Assistance Mission regelde voor ons woonruimte in Kabul.”
Taliban
Een groot deel van de dag waren ze druk met taalstudie, terwijl ze op de achtergrond soms het geluid van raketten hoorden. Door contacten met de lokale bevolking brachten ze het geleerde in praktijk. „Het waren vriendelijke, gastvrije mensen. Totaal anders dan de Taliban. Die waren écht eng. Ze hadden het vooral op vrouwen voorzien. Die mochten niks. Ik was de enige vrouw die op een fiets door Kabul reed, naar de taalschool.”
De arrestatie van Geert door de Taliban kwam niet geheel onverwacht. „We wisten dat we elk moment gearresteerd en mogelijk gedood konden worden. In Nederland hadden we ervoor getekend dat bij eventuele gijzeling geen losgeld zou worden betaald. Dat hoorde bij het beleid van de WEC. Het is gelukkig goed afgelopen. De directeur van de International Assistance Mission sprak vloeiend Dari, de bekendste taal in Afghanistan. Na een gesprek met het hoofd van de Taliban in Kabul kwam Geert vrij.”
Ernstige ziekte van een dochter deed hen na tien maanden alsnog besluiten terug te keren naar Nederland. „Eerst aarzelden we. Zendingsboeken zoals ”In de arena” van Isobel Kuhn hadden ons geleerd dat de boze vaak probeert je van het zendingsveld te verdrijven. We wilden zeker weten of we moesten vertrekken. In die tijd lazen we als dagboek ”Licht voor elke dag”, met woorden uit de Heilige Schrift voor elke morgen en avond. Wat lezen we op die dag? „Sta op en vertrek”, Micha 2 vers 10. Duidelijker kon toch niet? Later gingen we beseffen dat het jaar in Afghanistan een voorbereiding was voor ons werk in Israël. Daar hebben we in de loop der jaren met honderden soldaten gesproken over hun angst voor de dood. Wij begrepen hen.”
Gereformeerde bijbelstichting
Hun huis was nog voor een jaar verhuurd en Geert werd pas na dat jaar weer op school verwacht. De WEC bood uitkomst. „We konden terecht op de Bijbelschool in Beugen. Daar leerden we meer over zending en evangelisatie en hadden we meteen onderdak: een kamer op een gang met medestudenten. Allemaal jonge mensen. Ontzettend leuk! We hadden een heel goede relatie met de staf én die studenten. Met sommigen hebben we nog steeds contact.” Van de vader van een medestudent ontvingen ze een lijst met verschillen tussen de Bijbelvertaling uit 1951 van het Nederlands Bijbelgenootschap en de Statenvertaling.
„Daardoor zijn onze ogen geopend voor het wezenlijke onderscheid tussen Bijbelvertalingen die zijn gebaseerd op de Textus Receptus en vertalingen die uitgaan van de kritische tekst. Ik vergeet nooit ons eerste bezoek aan de Gereformeerde Bijbelstichting. Toen ik in die kamer met enkel betrouwbare vertalingen stond, moest ik zó huilen. Ik wist zelf niet goed waarom. Nu weet ik het wel. Ik vind het verschrikkelijk als er afbreuk wordt gedaan aan Gods Woord. We voelen ons heel sterk verbonden aan de Gereformeerde Bijbelstichting, door de vertalingen die ze aanbieden.”
Gehoorzaam
Na terugkeer in het onderwijs liep Geert een zware burn-out op. In 2002 werd hij volledig afgekeurd. „Het jaar daarop zijn we voor Israël en de Bijbel gaan werken: Hebreeuwse Bijbels verspreiden. Heel wonderlijk, vanaf dat moment bracht God voortdurend Joodse mensen op ons pad. Vanaf 2003 gingen we zeer geregeld een paar maanden per jaar naar Israël om Bijbels in het Hebreeuws en andere talen te verspreiden en met mensen te spreken. Tussendoor reisden we naar andere landen, waaronder Frankrijk en Amerika. Geld hebben we nooit gevraagd. God zorgde ervoor.”
In Israël leerden ze onder meer Maarten en Marita Dekker kennen, werkzaam voor het deputaatschap Israël van de Gereformeerde Gemeenten. „Vanaf het eerste moment klikte het. Wij houden van mensen die van de Heere Jezus houden, van de Bijbel houden en gehoorzaam zijn. Dat is het hele eieren eten: gewoon gehoorzaam zijn. Bij Maarten en Marita zien we dat. We bidden veel voor ze.”
Vooral de ultraorthodoxe Joden maken het evangelisatiewerk in Israël moeilijk. „Ze hebben een haat tegen Jezus en tegen ieder die Zijn naam belijdt en Nieuwe Testamenten verspreidt. Daarom delen we soms de Hebreeuwse vertaling van ”De Schuilplaats” uit. Dat boek biedt dan een opening voor gesprek. Heel leuk, we zijn in contact gekomen met een dochter en twee zonen van Eusie, een van de Joden die bij de overval in de schuilplaats zat.”
Trinitarian bible Society
De keuze van Israël en de Bijbel om voor het Hebreeuwse Nieuwe Testament een andere Griekse grondtekst te gaan gebruiken, leidde in 2014 tot een breuk met het echtpaar uit Oudorp. „Helaas! Wij wilden vasthouden aan de Delitzschvertaling. Twee dagen na de breuk kregen we volkomen onverwacht van de International Board of Jewish Missions het verzoek om voor hen te gaan werken. Het is een organisatie van onafhankelijke baptisten die de werkers verplicht onder Engelstaligen de King James vertaling te verspreiden. Voorwaarde was dat we ons aansloten bij de onafhankelijke baptistengemeente in Alkmaar. Helaas ontwikkelde ook die zich in sektarische richting. We kerken nu in een huisgemeente in Anna Paulowna, bij een echtpaar dat afkomstig is uit de vergadering van gelovigen. Daar voelen we ons geestelijk thuis.”
In 2014 kregen ze in Oudorp bezoek van directeur Paul Rowland en stafmedewerker Philip Hopkins van de Trinitarian Bible Society in Londen. „Die wisten van ons werk en vroegen of we voorlichting wilden gaan geven aan voorgangers in Is raël over het belang van een zuivere Bijbelvertaling. Nou, we deden niets liever. We kregen ook een plek in de commissie die zich bezighield met de herziening van de Delitzschvertaling van het Nieuwe Testament. Die is nu klaar. Helaas willen veel Messiasbelijdende Joden er niet van weten. Ze geven de voorkeur aan een vertaling die is gebaseerd op de kritische tekst.”
Verrassingen
Nu het reizen voor Geert zwaarder wordt, richten ze zich op Nederland. „Een deel van de dag lopen we op straat. We delen Alkmaarse City-Bijbels uit en Bijbels in verschillende vreemde talen. Aan Joodse mensen geven we vaak Corrie ten Booms kroongedicht en ”De Schuilplaats” in het Hebreeuws. Twee weken terug kwamen we bij het station in gesprek met een Joodse student. Volgende week komt hij eten. God doet echt wonderen!”
Laatst waren ze op de receptie van Bert Dorenbos en zijn vrouw, voor hun 60-jarig huwelijksjubileum. „Ik kwam naast een Amerikaanse vrouw te zitten. Wat denk je, als meisje deed ze in Amerika boodschappen voor Corrie ten Boom. Vind je dat nou niet leuk? Zo is ons leven vol verrassingen. Verdrietige, maar ook heel mooie.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 december 2024
Terdege | 244 Pagina's