Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd

Gerrit Glas en Jeroen de Ridder (red.), The Future of Creation Order. Volume 1: Philosophical, Scientific, and Religious Perspectives on Order and Emergence (Cham: Springer, 2017; corrected publication 2018) 347 p., € 108,99 (ISBN 9783319708805).

In het wijsgerig denken van Herman Dooyeweerd en zijn navolgers neemt de notie van een scheppingsorde traditioneel een grote plaats in. Daarmee doelt men op een door de Schepper voorgegeven structurering van de werkelijkheid, waarbij elke ‘zijnswijze’ door afzonderlijke onveranderlijke wetten gereguleerd en begrensd wordt en schepselen alleen kunnen floreren wanneer ze zich naar die wetten voegen. Dooyeweerd bedacht deze notie niet zelf, maar werd geïnspireerd door Abraham Kuyper en daarachter door eeuwenoude theologische en filosofische tradities waarin de idee van een vaststaande kosmische orde gearticuleerd was. Nadat de wetenschappelijke revolutie deze idee aanvankelijk versterkte (er werden immers natuurwetten aangetroffen!), kwam ze vanaf de negentiende eeuw juist onder grote druk te staan. De evolutietheorie, de sociale wetenschappen en de postmoderne filosofie benadrukten elk op eigen wijze de onvoorspelbaarheid en contingentie van de dingen, alsmede de contextuele bepaaldheid van ons verstaan ervan. Theologen voegden daar nog aan toe dat wanneer men los van Christus en het kruis de scheppingsorde meent te kennen, deze al gauw misbruikt wordt voor de verheerlijking van ras, volk en vaderland en andere natuurlijke of historische gegevenheden waarop we ons graag laten voorstaan.

Scheppingsordetheologie maakt dat we ons fixeren op een geïdealiseerd verleden in plaats van dat we, zoals het Nieuwe Testament wil, de toekomst van Gods Koninkrijk maatgevend laten zijn voor ons doen en laten.

Kan de scheppingsorde uit het geweld van deze veelsoortige kritiek gered worden en heeft zij dientengevolge nog een toekomst? Dat is de vraag die in deze bundel centraal staat. The Future of Creation Order bevatten de ‘proceedings’ van een gelijknamig internationaal jubileumcongres van de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte dat alweer even geleden (in 2011) aan de Vrije Universiteit plaatsvond. De bundel wordt geopend met een prima introductie door de redacteuren, die er ondanks de veelheid aan invalshoeken en perspectieven goed in geslaagd zijn hem tot een eenheid te maken. Een tweede deel staat overigens nog uit – wat dat zal bevatten en hoe het zich verhoudt tot het eerste deel blijft hier helaas onbesproken. Dit deel bestaat uit (1) opstellen die het concept ‘creation order’ als zodanig verkennen, (2) opstellen die dat concept relateren aan de afzonderlijke wetenschappen (met name wiskunde, natuurkunde, biologie en de menswetenschappen), en (3) opstellen die het vanuit theologisch gezichtspunt bespreken (hier merkwaardigerwijs samengevat onder de kop ‘Creation Order and the Philosophy of Religion’).

De auteurs komen zowel van binnen als van buiten de kring van de reformatorische wijsbegeerte, en hun antwoorden op de leidende vraag variëren navenant. Zij die in Dooyeweerds voetsporen willen gaan sauveren zijn denken over wet en orde geheel (Dani Strauss) of gedeeltelijk (M.D. Stafleu, Gerrit Glas) of geven er een eigen ‘twist’ aan (H.G. Geertsema). De theologen daarentegen – hier vertegenwoordigd door Nicholas Ansell, Hans Schaeffer en Annette Mosher – blijven kritisch. Soms komt het er, zo laten ze zien, christelijk gesproken op aan om niet met de bestaande normatieve orde mee te denken maar juist ertegenin. Verder springt vooral het opstel van de Canadees- Nederlandse bioloog en filosoof Jitse van der Meer in het oog. Van der Meer staat bekend als een zorgvuldig gereformeerd denker, maar hij rekent hier toch wel radicaal af met Dooyeweerds ideeën over wet, structuur, tijd en orde. Wetenschappelijk gezien blijken structuren in elkaar over te gaan (via ‘emergentie’) en zijn soorten niet gefixeerd. De scheppingsorde blijkt dan ook niet voorgegeven, maar zich geleidelijk te ontvouwen.

Daar moeten we dan ook filosofisch recht aan doen. De idee van een scheppingsorde als zodanig blijft echter belangrijk omdat ze ons eraan herinnert dat de schepping veelvormig is en we haar niet materialistisch kunnen reduceren.

In orthodox-gereformeerde kringen in Nederland is als ik me niet vergis momenteel ook een nieuwe hang naar scheppingsordetheologie waarneembaar, onder meer uit onvrede over de hedendaagse maatschappelijke acceptatie van andere samenlevingsvormen dan het heteroseksuele huwelijk. Deze bundel kan – voor wie de soms hoge abstractiegraad voor lief neemt – helpen om zulke theologie op waarde te schatten en de valkuilen ervan in het oog te houden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's