Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht op het geweten?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht op het geweten?

Het ambtsgeheim en het biechtgeheim tussen het statelijke en het religieuze recht

12 minuten leestijd

Deze bijdrage gaat over een nieuwe Australische wet die het biechtgeheim doorbreekt. Wat betekent dit voor het geweten van de geestelijke, de kerken en de samenleving? Eerst wordt de Australische casus besproken, waarna deze een vertaling krijgt naar de Nederlandse situatie. Daarbij worden de hoofdlijnen van het juridische kader betrokken en het theologische perspectief op het geweten toegelicht.

Publiek of privaat?

Onder het mom van ‘neutraliteit’ en scheiding van kerk en staat lijkt elke religieuze expressie uit het publieke domein te worden verwezen naar het Museum voor Religieuze Oudheden of op z’n minst naar de private levenssfeer. Dat geldt ook voor de gewetensvrijheid. Het geweten is voor religieuze tobbers. Dat is opmerkelijk omdat juist in de seculiere samenleving het hyperindividualisme en zelfontplooiing tot nieuwe religie zijn verheven. De samenleving en politiek die religie negeren of privatiseren zijn tot schade van henzelf, stelde de Nijmeegse filosoof Martin Terpstra in 2011 in Zicht. 2 Daarbij hoort ook de schade die individuele gelovigen en geloofsgemeenschappen oplopen als zij door hen gediscrimineerd worden en in gewetensnood geraken.

Het geweten duikt af en toe op

Af en toe duikt het geweten weer op in het publieke domein: het over het niet kunnen vervullen van de dienstplicht op basis van de Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst (1962-1997) en de ‘weigerambtenaar’ die geen huwelijken wilde voltrekken tussen partners van hetzelfde geslacht. Een christelijke banketbakker uit de Verenigde Staten van Amerika weigerde in 2012 een huwelijkstaart te bakken voor een homostel. De rechters van het Hooggerechtshof stelden hem onlangs in het gelijk, daarbij laverend tussen godsdienstvrijheid en discriminatieverbod. Andere voorbeelden waarbij gelovigen in gewetensnood kunnen komen zijn rituele slacht, jongensbesnijdenis, vaccinatie en het al dan niet meewerken aan abortus en euthanasie. Actueel is dat nu in bijna 70% van de burgerlijke gemeenten de winkels op zondag open zijn. Dat percentage groeit sinds de jongste gemeenteraadsverkiezingen. Daarbij komt dat er ook burgerlijke gemeenten zijn waar de winkels niet elke zondag of niet elke winkel op zondag open mogen zijn. Het aantal groeit. Dat noemt de directeur van Detailhandel Nederland, Sander van Golberdinge, ‘een mooie ontwikkeling’. 3 De neoliberale markt(economie) heeft gevolgen voor de gelovige middenstander die er de voorkeur aan geeft op zondag zijn winkel te sluiten. Hij zal de verplichting om op zondag de winkel te openen als discriminerend ervaren, om maar (niet) te zwijgen over zijn geweten.

Australië en het biechtgeheim

Een journaliste van de NOS belde mij enkele weken geleden vanwege het wetsvoorstel dat op 7 juni j.l. door de Legislative Assembly of the Australian Capital Territory was aangenomen. De nieuwe wet is van kracht in de federale staat waarvan Canberra de hoofdstad is en doorbreekt het biechtgeheim. Vanaf 31 maart 2019 moet een biechtvader die hoort of een vermoeden heeft van seksueel misbruik van kinderen dit binnen 30 dagen melden bij de politie op straffe van vervolging. 4 Leraren en artsen gingen geestelijken hierin al voor. Alle politieke partijen ondersteunen deze wet. South Australia heeft al een soortgelijke wet aangenomen die vanaf 1 oktober rechtsgeldig wordt en New South Wales overweegt soortgelijke wetgeving. De aanleiding is het omvangrijke misbruikschandaal in Australië dat tienduizenden kinderen schade heeft berokkend. Zestig procent van het misbruik vond plaats in de Rooms-Katholieke Kerk. De maatschappelijke verontwaardiging is groot omdat het om kinderen gaat. Getroffenen die op een rooms-katholieke school zaten die viel onder het gezag van een rooms-katholieke geestelijke konden nergens heen met hun verhaal.

De kerk als boosdoener

De Australische samenleving beschouwt deze kerk als de grote boosdoener, ook al vond 40% van het misbruik buiten deze kerk plaats, mede vanwege de wijze waarop de kerk heeft gereageerd op de conclusies van de onderzoekscommissie. Eén van de aanbevelingen betreft het doorbreken van het biechtgeheim in geval van weet hebben van seksueel misbruik. De kerk legt evenwel alle conclusies naast zich neer. De bisschop van Melbourne stelde dat het vertrouwen in de kerk niet was afgenomen. Sommige priesters hebben al verklaard liever de gevangenis in te gaan dan het biechtgeheim te doorbreken. De commissie verwijt de kerk een ‘bijna onbegrijpelijk gebrek aan inlevingsvermogen’. De aartsbisschop van Adelaide is tot een jaar cel veroordeeld omdat hij gezwegen heeft over het misbruik waarvan hij weet zou hebben gehad. 5 Philip Wilson (67) blijft volhouden dat hij niets wist van een misbruikschandaal van zo’n veertig jaar geleden. Saillant detail is dat hij Alzheimerpatiënt is. De samenleving ziet een kerk die een doofpotcultuur hanteert en geen compassie toont met getroffenen van seksueel misbruik. De Anglicaanse Kerk reageerde anders en heeft al in 2014 gesteld dat het biechtgeheim niet absoluut is als het gaat om misdrijven waarop een celstraf van minimaal vijf jaar, zoals kindermisbruik. Ook moet de dader zich nog niet hebben gemeld bij de betreffende autoriteiten.

Van biechtstoel naar rechtbank

Wie voelt niet mee met de maatschappelijke verontwaardiging over misbruik van kinderen in een kerk? Toch speelt er meer dan een dwarse kerk. Deze wet komt hard de biechtstoel binnen. Priesters die wél zouden meehelpen om kinderen te beschermen, kunnen dat niet: het is ‘ten strengste verboden met woorden of op welke andere wijze en om welke reden ook over de boeteling ook maar iets bekend te maken’, canon 983 § 1 Codex Iuris Canonici. Canon 984 verbiedt volstrekt de biechtvader ‘van de kennis uit een belijdenis verkregen, gebruik te maken op een wijze die bezwarend is voor de boeteling, ook al is elk gevaar van bekendmaking uitgesloten’. Anders wordt de biechtvader geëxcommuniceerd, canon 1388 § 1.

Biechtgeheim in nederland

De journaliste vroeg mij ook of zoiets door de Nederlandse overheid aan geestelijken van kerken hier zou kunnen worden opgelegd. Daarmee is de Australische situatie opeens minder een ver-van-mijn-bed-show dan zij op het eerste oog lijkt te zijn. Voor sommige seculiere Nederlanders is godsdienstvrijheid een doorn in het oog, want er is in hun ogen te veel ruimte en religie moet terugverwezen worden naar het private terrein. Sommige religieuze Nederlanders bekijken elk besluit en iedere uitspraak van de overheid met argusogen, omdat ze vinden dat de godsdienstvrijheid al te veel is ingeperkt. De overheid zou juist (religieuze) minderheden moeten willen beschermen en niet moeten discrimineren. Bovendien zou de overheid zich niet met de innerlijkheid moeten bemoeien, is de gedachte.

Vanuit het perspectief van de beperking van de godsdienstvrijheid door een seculiere overheid en discriminatie in een geseculariseerde samenleving is het niet uitgesloten dat het ambtsof biechtgeheim voor geestelijken in Nederland in de nabije toekomst ook niet langer heilig en veilig zijn, hoe sterk ook de juridische positie van de geestelijke en het ambtsgeheim en het verschoningsrecht in het statelijke recht nu is.

Het protestantse geweten

Voor kerken van gereformeerde signatuur is het ambtsgeheim heilig, maar niet absoluut. 6 Predikanten mogen het ambtsgeheim niet opzettelijk schenden. Ook zij zijn in hun ambtsuitoefening gebonden aan het juridische kader van art. 272 lid 1 Wetboek van Strafrecht. Het gaat daarbij om een geheim waarvan de geestelijke weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij verplicht is het te bewaren en het niet mag schenden in de zin van een niet-noodzakelijke handeling. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden als het voorkomen van een ernstig misdrijf of het een halt toeroepen aan (kinder)mishandeling en na een zorgvuldige afweging door de geestelijke kan hij zich gedwongen of geroepen weten het ambtsgeheim te doorbreken.

Wettelijk kader

In Nederland is de gewetensvrijheid een groot en een oud goed. Artikel 13 van de Unie van Utrecht (1579) waarborgde de gewetensvrijheid in de context van godsdienstvrijheid. Mede om die reden stond de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden te boek als godsdienstig tolerant, hoewel de (kerk)geschiedenis ook een intolerant beeld schetst. Er is een ruimte in het individu die beschermd is en waar zelfs de overheid niet bij kan.

Zowel de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) als het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) beschermen nu met juridische garanties de gewetensvrijheid. Art. 18 UVRM bepaalt: ‘een ieder heeft recht op vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst’. Art. 9 EVRM codificeert: ‘een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst’. Dit recht kan aan geen andere ‘beperkingen worden onderworpen dan die die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid, voor de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen’. Ook art. 7 van de Grondwet waarborgt de gewetensvrijheid. Toegespitst op de vrijheid van meningsuiting (art. 7 GW) en godsdienstvrijheid (art. 6 GW) geldt dat hoe meer religie zich van het private naar het publieke domein begeeft, hoe groter de kans op botsing van grondrechten tussen overheid en burgers en tussen burgers onderling, en hoe minder absoluut die vrijheid is.

De drie rollen van het geweten

In die botsing wordt het geweten in stelling gebracht en aangevallen. Onheldere beeldvorming vertroebelen opvattingen en verhitten debatten. De in 2011 gepromoveerde predikant P. Ver baan toont hoe complex en diffuus de notie van het geweten is. In het spoor van het Oud-Romeinse recht formuleert Verbaan het geweten ‘als een resonantieruimte in de mens waarin, als in een dramatis personae, de verschillende rollen elk een bijdrage leveren aan het ‘drama’ waarin de in zijn geweten aangesproken mens betrokken is’. 7 Hij onderscheidt drie rollen: het geweten als sensus divinitatis (goddelijke bewustzijn of oordeelsvorming), accusator suï (autonoom gewetensoordeel bij een slecht geweten) en integritas (goed geweten, een bijkomend concept bij geloof als daad). De notitie van het geweten is bruikbaar als ‘prisma voor de mens in relatie tot zichzelf, God en de naaste ook vandaag de dag’. 8

Het relationele geweten

Dat relationele aspect van het geweten is ook te vinden in het werk van de historica A.A. Kluveld. Niet zonder reden is de ondertitel van haar boek: Het relationele [curs. CvdB] geweten ondervraagd: “De consciëntie is verbonden met God, de naaste, de wereld en onszelf.” 9 Zij werkt dit uit: “Het naar voren brengen van gewetensbezwaren impliceert dan ook meestal een vraag om een uitzondering, gesteld aan mensen die mogelijk heel anders over de kwestie denken dan de gewetensbezwaarde, omdat zij bijvoorbeeld weinig waarde hechten aan Gods Woord en mogelijk niet ten volle verstaan hoe diepgevoeld de drang is om daarnaar te leven. Een gewetensberoep leidt dan ook vrijwel nooit automatisch tot moreel krediet en politieke en maatschappelijke erkenning. Dit komt doordat het bijna altijd in meer of mindere mate de samenleving belast, hoe diepgevoeld en juist een beroep op het geweten ook kan zijn.” 10 De bezinning op gewetensvrijheid stelt indringende vragen: in hoeverre is de gewetensbezwaarde bereid zelf de prijs te betalen? “Een gewetensbezwaarde moest niet te veel noten op zijn zang hebben. Soldaten die niet op zondag naar de kazerne wilden reizen moesten niet morren wanneer zij zeer vroeg op de maandagochtend moesten reizen.” 11

Het grillige geweten

Gewetensvrijheid is een ‘autonome, zeker geen willekeurige, geen ongebonden vrijheid (…) maar beaamt wat in Gods gericht recht, waar en wijs is. Een mens heeft dan ook geen geweten als inklevende eigenschap, maar hij krijgt het door de “Weisung des Sohnes” geschonken, zodat hij een consciens, een mede-weter met God wordt’. 12 De gewetensvrijheid is geen vrijheid boven de wet of moraliteit. 13 De theoloog G.H. Ter Schegget stelde in 1970: “Het geweten oriënteert mijn doen en laten op het morgenland der toekomst, de utopie die geen utopisme is omdat God God is!” 14 Ook de Engelse theoloog O. O’Donovan betrekt een soortgelijke positie: “Moral freedom can never be established on a basis of self-sufficiency and independence of the world. Freedom, if it is freedom to act within the world, must itself be of the world.”

Afronding

De Australische casus is een voorbeeld van het spanningsveld tussen het statelijke en het religieuze recht. Vanuit de maatschappelijke verontwaardiging, de (rechts)positie en (rechts)bescherming van het kind dat slachtoffer is van seksueel misbruik, is de Australische wet te verstaan. De houding van de Rooms-Katholieke Kerk aldaar heeft de verontwaardiging gevoed en de noodzaak van het openbreken van het biechtgeheim aangetoond, vindt de politiek en de samenleving. Tegelijk lijkt er weinig aandacht te zijn voor de welwillende priester of bisschop die wel het getroffen kind wil beschermen, maar niet kan, omdat hij gebonden is aan het absolute karakter van het biechtgeheim. Indien zij het biechtgeheim doorbreken, worden zij geëxcommuniceerd.

Voor de Anglicaanse Kerk en gereformeerde kerken ligt dit genuanceerder. Voor hen is het biechtof ambtsgeheim heilig, maar niet absoluut. Ook een anglicaanse of gereformeerde geestelijke kan in gewetensnood komen en besluiten zich niet langer op het verschoningsrecht te beroepen. Geestelijken staan hierin niet alleen. Ook in andere beroepsgroepen komt dit voor.

Of iemand in gewetensnood is, is een individuele zaak, maar religieus gezien ook een zaak van het collectief. Het gaat altijd over de verhouding tussen God, de mens en de medemens. Een geestelijke kan in gewetensnood komen, maar dat raakt ook zijn kerk en de samenleving. Immers, niet langer is de biechtstoel of het huisbezoek een absoluut veilige ruimte. De geestelijke zal in geval van gewetensnood zijn geweten moeten onderzoeken.

De overheid en de samenleving zouden er goed aan doen niet tot een te simpele voorstelling van zaken te komen. Het gaat niet slechts om het recht op maatschappelijke verontwaardiging in geval van mishandeling of om het absolute karakter van het biechtgeheim. Op het spel staan ook de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van religieuze organisatie. In een democratische rechtsstaat zou het de overheid sieren hiervoor begrip te tonen, net zoals dat geestelijken en hun kerken er alles aan zouden moeten doen om niet alleen hun geweten te beschermen, maar zeker ook de kinderen die mishandeld worden.


Noten

1 Dr. C. van den Broeke is universitair hoofddocent Religie, Recht en Samenleving/Kerkrecht en voorzitter van het Centrum voor Religie en Recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam; universitair hoofddocent Kerkrecht en directeur van het Deddens Kerkrecht Centrum aan de Theologische Universiteit Kampen.

2 M. Terpstra, Democratie als cultus: Over politiek en religie, (Amsterdam, 2011); K. van der Zwaag, ‘Politiek kan niet zonder religieus perspectief: Interview met dr. M. Terpstra’, Zicht: Tijdschrift voor gereformeerd zicht op politiek en maatschappij, 2011/1, 7-12.

3 https://nos.nl/artikel/2241874-zeven-dagen-per-week-winkelen-steeds-normaler.html [geraadpleegd 17 juli 2018]; https://www.lifesitenews.com/news/australia-passes-law-requiring-priests-to-break-seal-of-confession-bishop-p [geraadpleegd 17 juli 2018]; https://www.canberratimes.com.au/politics/act/reportable-conduct-scheme-extended-to-confessional-20180607-p4zk0j.html [geraadpleegd 17 juli 2018].

4 https://nos.nl/artikel/2235582-biechtgeheim-niet-meer-heilig-in-australische-hoofdstad.html [geraadpleegd 17 juli 2018].

5 https://nos.nl/artikel/2239596-1-jaar-cel-voor-australische-aartsbisschop-die-misbruik-verzweeg.html [geraadpleegd 17 juli 2018].

6 Jacques Schenderling, Beroepsethiek voor pastores, Budel, DAMON, 2008; Ph.J. Huijser, Het ambtsgeheim van de zielzorger (Kampen, 1961).

7 Peter A. Verbaan, Geweten: De rehabilitatie van een theologisch begrip (Zoetermeer, 2011), 249. 8

8 A.w., 249.

9 A.w., 16.

10 A.A. Kluveld, Gewetensvrijheid in het geding: Het relationele geweten ondervraagd 2e dr. (Apeldoorn, 2017), 20.

11 A.w., 245.

12 G.H. ter Schegget, Het beroep op de stad der toekomst: Ethiek van de revolutie (Haarlem, 1970), 80-81. Ter Schegget citeert de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968); K. Barth, Kirchliche Dogmatik I/1 (Zürich, 1932), 780 en IV/2 (Zürich, 1955), 350 en 573.

13 Ter Schegget, Het beroep, 87.

14 A.w., 89.

15 O. O’ Donovan, Resurrection and Moral Order: An Outline for Evangelical Ethics 2nd. ed. (Leicester/Grand Rapids MI, 1994), 120.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2018

Zicht | 104 Pagina's

Het recht op het geweten?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2018

Zicht | 104 Pagina's