Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WESTMINSTER CONFESSIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WESTMINSTER CONFESSIE

8 minuten leestijd

DE SACRAMENTEN

Als we de behandeling van het thema sacramenten in de Westminster Confessie (WCF) vergelijken met de behandeling in de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) en de Heidelbergse Catechismus (HC), blijkt – evenals bij de gemeenschap der heiligen – de grondigheid en uitgebreidheid waarmee de Westminster de Heilige Schriften wil naspreken. De Westminster wijdt er vijf paragrafen aan.

FUNDAMENT

In het eerste artikel geeft de Westminster een uitgebreide definitie van wat zij onder een sacrament verstaat: ‘het zijn heilige tekenen en zegels van het genadeverbond, die door God Zelf zijn ingesteld’. Heel expliciet wordt hier het genadeverbond verbonden aan de sacramenten. Spreken de NGB en de HC over de verzegeling van Gods beloften, de WCF onderstreept het genadekarakter van deze beloften. Ze zijn geworteld in en gefundeerd op Gods genadige ontferming in Christus Jezus. Tegelijk wordt hiermee ook de vastheid en de zekerheid van Gods beloften onderstreept. God heeft Zich in een verbond van genade verplicht tot vervulling ervan. En God is een verbondshoudend God, wat uit Zijn lippen ging blijft vast en onverbroken.

HEILIG

Het sacrament is heilig. Het teken en zegel is geheiligd, apart gezet. Het is heilig omdat het ons door God gegeven is. En God is heilig. Daar-om dienen we ook heilig met de sacramenten om te gaan. Dat geldt voor beide sacramenten, doop en avondmaal, de enige sacramenten die Christus Zelf heeft ingesteld. Het stelt ons wel voor de vraag hoe wij omgaan met de heiligheid van de sacramenten. Beseffen we iets van Gods vlekkeloze heiligheid als wij deelnemen aan het Heilig Avondmaal en in dat licht iets van onze onheiligheid? Of nemen wij het teken en zegel met een rechthebbend, onvernederd en daarmee ook met een ongelovig hart? Hoelang ontheiligen we het sacrament al als belijdend lid van de gemeente door in ons ongeloof te volharden en het sacrament te laten voor wat het is? Heilig is niet alleen het avondmaal, maar ook het sacrament van de doop. Als er onder ons iets uitgehold lijkt, is het de inhoud en de heiligheid van de doop. Temeer als we beseffen dat het sacrament een heilig teken en een heilig zegel is, dat God ons gegeven heeft.

TEKEN EN ZEGEL

Allereerst is een sacrament een teken van het genadeverbond. Het maakt zichtbaar wat in woorden geschreven werd en dan wel heel specifiek ‘Christus en Zijn weldaden’. In het voorgaande artikel heb ik over dit onderscheid reeds geschreven. Het feit dat Gods kinderen dat nodig hebben, maakt hun blindheid, grovigheid en onvatbaarheid openbaar. Daarom gaat God Zijn Woord zichtbaar maken. Maar het is niet zomaar een afbeelding. In paragraaf II maakt de WCF ons duidelijk dat er een geestelijke band of sacramentele eenheid is tussen het teken en de zaak die erdoor wordt afgebeeld. Een duidelijk voorbeeld vinden we in Genesis 17:10, waar God tot Abraham spreekt: ‘Dit is Mijn verbond, dat gij houden zult tussen u en tussen uw zaad na u’. En wat is dat dan? ‘dat al wat mannelijk is u besneden worde.’ Of zoals Jezus het Avondmaal ingesteld heeft toen Hij het gebroken brood Zijn lichaam noemde en de beker Zijn vergoten bloed (Matth. 26:26-28). Dus het aardse teken beeldt een geestelijke werkelijkheid uit. Hierdoor gebeurt het dat de namen en de uitwerking van het ene aan het andere worden toegeschreven. Dat geldt zowel voor de sacramenten van het Oude- als het Nieuwe Testament. De WCF verwijst dan naar 1 Korinthe 10:1- 4, waar Paulus de steenrots Christus noemt. Naast een teken is het sacrament ook een zegel. Ze wil niet alleen Christus en Zijn weldaden afbeelden, maar ook ons aandeel in Christus bevestigen. Ik vind dat zo bijzonder mooi verwoord in onze NGB als zij opmerkt ‘Zo zijn dan de tekenen niet ijdel, noch ledig, om ons te bedriegen, want Jezus Christus is hun waarheid, zonder Wien zij niet met al zijn zouden’. En er is niemand zo gewillig om Zaligmaker van zondaren te zijn, dan Jezus, er is niemand die volkomen kan zaligmaken dan Jezus, er is niemand die zo’n volkomen gerechtigheid verworven heeft dan Jezus. En dat ligt nu allemaal opgesloten in dat teken en zegel. Als we het mogen zien met onze ogen, tasten met onze handen en smaken met onze mond. Zo zéker mag door het geloof geweten worden: ‘Niet alleen voor anderen, maar ook voor mij’. Want Jezus Christus is hun waarheid!

HET DOEL

Waartoe heeft God de sacramenten ingesteld? De WCF geeft vier doelen. Ik noemde de eerste twee, namelijk ‘om Christus en Zijn weldaden af te beelden en ons aandeel in Christus te bevestigen’. Maar ze vormen ook een zichtbaar onderscheid tussen degenen die tot de Kerk behoren en de rest van de wereld. Daarom worden ze ook heilig genoemd, zoals hierboven al is genoemd. Hoe aangrijpend is het dan wanneer wij het teken en zegel van de Heilige Doop dragen of dat van het Heilig Avondmaal mochten ontvangen en wij gelijktijdig leven en denken zoals de rest van de wereld leeft en denkt. Sacramenten verplichten tot ‘gij geheel anders’. Zij zijn wel in de wereld, maar niet van de wereld, zo verwoordt Christus het Zelf in het hogepriesterlijk gebed (Joh. 17). Wat hebben we dan bekering nodig in onze gemeenten, in ons persoonlijk leven. Wat zou de Naam van de HEERE, God in Christus Jezus, toch verheerlijkt worden als de sacramenten werkelijk weer het onderscheid met de wereld duidelijk maken. Nee, dan worden we niet wereldvreemd, o nee, dan staan we midden in de wereld. Als een zout. Bederfwerend en smaakmakend. En om dit nu in de praktijk te kunnen brengen heeft God aan

Zijn Kerk juist de sacramenten gegeven. Want het laatst geformuleerde doel in de WCF luidt dat God de sacramenten heeft ingesteld om ons, naar Zijn Woord, plechtig aan de dienst van God in Christus te verbinden. Een sacrament werkt iets uit in Gods Kerk. En daarover gaat paragraaf 3.

DE WERKING

Doop en Heilig Avondmaal werken iets uit. De genade die in het sacrament wordt uitgestald wordt daarin ook meegedeeld. Duidelijk zegt de WCF dat dit niet gebeurt door enige kracht in het sacrament zelf. Ook is die uitwerking niet afhankelijk van de vroomheid of gesteldheid van degene die het sacrament bedient. Daarbij wordt nog wel opgemerkt dat de sacramenten alleen bediend mogen worden door een dienaar van het Woord die op een wettige manier in het ambt is gesteld.

Maar waarin ligt dan wel de krachtige werking van het sacrament? Allereerst in het werk van de Heilige Geest. In 1 Korinthe 12:13 lezen we immers: ‘Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt’. Het is de Heilige Geest Die Christus in het sacrament geestelijk present stelt en in Hem krachtig doet zijn. Waarin ligt de tweede krachtbron van het sacrament? Dat is gelegen in het instellingswoord. Doordat Christus het heeft voorgeschreven heeft Gods Kerk allereerst de toestemming om het sacrament te gebruiken. De vrijmoedigheid is gefundeerd in Christus’ eigen voorschrift. Maar daarbij bevat dit instellingswoord ook een belofte dat wanneer wij het sacrament waardig ontvangen dit ook aan ons ten goede komt. Wat kunnen we dan alleen tot onze schade de sacramenten of niet, of onheilig gebruiken. Maar meer nog: wat een machtige aansporing om op waardige wijze beide sacramenten te ontvangen. Dan loopt de gezegende werking niet altijd parallel met ons gevoel, maar dan is ze wel verzekerd en zal ze ook ons aandeel in Christus telkens weer en telkens meer bevestigen.


WESTMINSTER CONFESSIE - ARTIKEL 27 DE SACRAMENTEN

1. Sacramenten zijn heilige tekenen en zegels van het verbond der genade door God Zelf ingesteld, om Christus en Zijn weldaden duidelijk voor te stellen, en om ons deelhebben in Hem te bevestigen, en ook om een zichtbaar onderscheid te maken tussen wie tot de kerk behoren en de rest van de wereld. En op een plechtige manier verbinden ze hen aan de dienst van God in Christus, naar Zijn Woord.

2. In elk sacrament is er een geestelijke relatie of sacramentele eenheid tussen het teken en de zaak die afgebeeld wordt. Daarvandaan komt het dat de namen en werkingen van het een aan het ander worden toegeschreven.

3. De genade die in of door de sacramenten wordt tentoongesteld, wordt, bij juist gebruik, niet door de een of andere kracht die in haar zou liggen geschonken. Ook hangt de kracht van een sacrament niet af van de vroomheid of intentie van hem die het bedient maar van het werk van de Geest en het instellingswoord. Dat laatste bevat, samen met een voorschrift dat tot het gebruik ervan machtigt, een belofte dat het ten goede komt aan wie het waard zijn het te ontvangen.

4. In de bedeling van het evangelie zijn er maar twee sacramenten door Christus onze Heere ingesteld, namelijk de doop en het avondmaal des Heeren. Geen van deze beide mag door iemand anders worden bediend dan door een dienaar des Woords die wettig in het ambt gesteld is.

5. De sacramenten van het Oude Testament waren, met betrekking tot de geestelijke dingen die erdoor afgebeeld en tentoongesteld werden, in wezen dezelfde als die van het Nieuwe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

WESTMINSTER CONFESSIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021

Zicht op de kerk | 32 Pagina's