DE DROOM VAN Jeroen EN ZIJN LES
Interrogatus conditionem Christianum me esse respondi. Et ille qui praesidebat: Mentiris, ait, Ciceronianus es, non Christianus. Ubi enim thesaurus tuus, ibi et cor tuum 1 … Deze zin is bekend uit een brief die geschreven is door een bekende christen. Deze éne zin biedt een veelheid aan invalshoeken om het nut van het vak Latijn te laten zien.
De zin, waarmee het artikel begint, komt uit een brief waarin Jeroen vertelt over iets dat hij in een zekere droomtoestand meemaakte. Deze meneer Jeroen heet eigenlijk Hiëronymus en hij leefde van 348-420 anno Domini.
Anno Domini betekent in het jaar des Heeren, oftewel na Christus. Hij heeft het leeuwendeel geleverd van de zogenaamde Vulgaatvertaling, een Latijnse vertaling van de Bijbel uit de Hebreeuwse, Aramese en Griekse grondtalen.
Jeroen is de vertaling van Hiëronymus en is in dit artikel de omgekeerde beweging van dat wat theologen in de Reformatie en Nadere Reformatie hebben gedaan: hun naam in het Latijn vertalen. Ik zou in dit artikel daar vele voorbeelden van kunnen noemen en vertellen dat Gisbertus Voetius geboren is als Gijsbert Voet, de opstellers van de HC eigenlijk gewoon Olijf (Olevianus) en Bär (Ursinus) heetten en vader en zoon à Brakel gewoon Van Brakel heetten. Zouden we dat voor onze opleiding doen, dan zouden we professor à Vlastuin en docenten Campanus (Van de Kamp) en Agricola (De Boer) krijgen. Maar daar wil ik het niet over hebben in dit artikel.
Deze laatste zin is een voorbeeld van de stijlfiguur praeteritio, dat letterlijk betekent ‘voorbijgaan’. Je zegt dat je iets niet gaat zeggen en daarmee zeg je het wel: ‘Ik wil het er niet over hebben dat…’ En dan komt op de puntjes waar je precies de nadruk op wilt leggen. Onbewust maken we er allemaal weleens gebruik van. Dit doen we zonder te beseffen dat deze stijlfiguur afkomstig is uit de klassieke cultuur, namelijk de Griekse en Latijnse retorica, de welsprekendheid. De naam van Quintilianus is verbonden aan een Latijns boek over deze welsprekendheid. De preekkunde heeft hiervan onmiskenbaar invloed ondergaan. Maar ook daar wil ik het niet over hebben.
Ondertussen hebben we al wel twee voorbeelden gehad van hoe het Latijn ook los van de puur grammaticale kant een plaats heeft in de theologie en de theologische opleiding. De neiging kan wel bestaan om te stellen dat Latijn geen Bijbeltaal is (en dat is het inderdaad niet) en daarom overbodig, maar de grote namen uit de voorbije eeuwen dachten daar anders over. Puriteinen zijn grondig geschoold in o.a. de Latijnse taal, zo zelfs dat er in preken van G. Gillespie, een puritein die op de Westminster synode aanwezig was, hele citaten van de Latijnse geschiedschrijver Livius voorkomen (en onvertaald blijven!).
Toch blijft de verhouding tussen de opleiding in de klassieke geschriften (die heidens zijn) en de theologie een lastige. Augustinus verwoordt in de Belijdenissen de negatieve invloed van de heidense geschriften. Tertullianus roept uit: ‘Wat heeft Jeruzalem met Athene te maken?’ (Quid Athenis et Hierosolymis?), waarmee hij radicaal zegt dat we de klassieke studie verre van ons moeten houden. Ook Hiëronymus worstelt hiermee. In de brief waarmee dit artikel begint, waarschuwt hij een vrouw niet mee te doen met allerlei wereldse dingen, maar ook zich verre te houden van de klassieke werken, omdat ze heidens zijn. Hij onderbouwt dit met een droom die hij zelf heeft gehad. Hierin vertelt hij dat hij radicaal aan het vasten was en toen opgetrokken werd voor de rechterstoel van Christus. Zoals ten tijde van de christenvervolgingen werd gevraagd naar iemands geloofsovertuiging, zo vraagt Christus naar de geloofsovertuiging van Hiëronymus. Hij antwoordt christen te zijn. Maar Christus zegt dat hij liegt, want Hiëronymus is verknocht aan de werken van de heidense schrijver Cicero. Hiëronymus belooft dan dat hij standvastig de Bijbel zal lezen en niet langer Cicero. Zonder aan de oprechtheid van Hiëronymus te twijfelen moeten hierbij twee opmerkingen gemaakt worden. In de eerste plaats, kenners stellen dat hij altijd in dezelfde stijl is blijven schrijven. En dat is de stijl van Cicero. In de tweede plaats, de beschrijving van deze droom lijkt sterk op een in de klassieke literatuur bekende droom: de droom van Scipio, van de hand van… Cicero.
De vraag kan worden gesteld of dit een probleem is. Het antwoord laat ik in het midden. Niemand ervaart het ook echt als een probleem dat Calvijn in zijn visie op het lichaam (onbewust) soms meer spreekt vanuit de Stoa dan vanuit 1 Korinthe 15 en Bunyan in de Heilige Oorlog met de hond Cerberus een puur heidens mythologisch wezen invoert.
Wel komt hiermee een derde nuttig element van het Latijn en zijn wereld naar boven. Zoals Hiëronymus de worsteling had met de klassieke literatuur in verhouding tot zijn christen zijn, en deze blijkens zijn schrijfstijl niet geheel te boven heeft kunnen komen, zo vindt de opleiding aan de universiteiten in een klimaat plaats, waaraan we ons als docenten en studenten niet geheel onttrekken kunnen en onbewust door beïnvloed worden. Zo kan er bij docenten en studenten zomaar de vraag ontstaan of de wetenschap de omgang met de Bijbel bepaalt of de omgang met de Bijbel de wetenschap: heeft de levende stem van God (de Bijbel) het hoogste woord of heeft het menselijk-wetenschappelijk spreken dat? Het eerste is het uitgangspunt, maar hoe snel zit een mens ertussen, zoals Hiëronymus de stijl van Cicero nooit heeft kunnen loslaten. Wat maakt dan een oud stukje Latijn, waarvan de woorden niets aan actualiteit hebben ingeboet de noodzaak duidelijk om biddend te (laten) onderwijzen en dat er een biddende kerk rondom de opleiding staat, opdat het hart niet staat op het denken vanuit menselijke wetenschap. Door genade heeft Hiëronymus zijn hart niet langer op Cicero gezet en dat was het beslissende.
1 Toen ik ondervraagd werd over mijn levenshouding, heb ik geantwoord dat ik christen ben. Maar Hij die als Rechter de rechtszaak voorzat zei: ‘Je liegt: je bent een volgeling van Cicero en niet van Christus. Want waar je schat is, daar is ook je hart…’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's