Herders en Leraars

Tweezijdig

Het is duidelijk dat dit nog steeds zo is. Eén ambt, dat tweezijdig is. Daarbij valt op dat het herder zijn voorop staat. Mogen wij daaraan de gedachte ontlenen dat dit het belangrijkste is? Nee, niet per se. Men kan ook denken, dat zij allebei even belangrijk zijn. Je moet nu eenmaal een van beide als eerste noemen. Wel moet je de conclusie eraan verbinden dat het herder zijn in elk geval niet minder is dan het leraar zijn.

Staan Of Zitten

Herders en leraars dus. Wij zeggen gewoonlijk dat zij staan in de gemeenten. Dat staan heeft te maken met hun gezant zijn. Ook van de engelen lezen wij dat zij staan voor de troon van God. ‘Ik ben Gabriel, die voor God sta’. Gezanten staan ijverig gereed om hun Heere en Zender op Zijn wenken te bedienen. Dat past ook de voorgangers in de kerk, die engelen van de gemeenten worden genoemd (zie Openbaring 2 en 3). Zij staan er klaar voor om getrouw, vaardig en nauwkeurig hun plicht en opdracht uit te oefenen. De Heere houdt vast en zeker niet van luie dominees met een 36 uren-per-week mentaliteit. Hun ‘staan’ in de gemeente is dan ook staande uitdrukking. Daarnaast zeggen wij van de ouderlingen (en analoog daaraan ook de diakenen) dat zij zittende ouderlingen zijn. Dat zou de suggestie kunnen wekken dat zij maar in hun zittend ambt wat toe zitten te kijken. Toch is dat een vergissing. Ouderlingen zijn namelijk de koningen van de kerk.

Koningen die op hun troon zitten zijn juist bezig in de uitoefening van hun ambt. Dat spraakgebruik zien wij in de Bijbel zelfs bij de hoogste Koning en Zijn Zoon, die aan Zijn rechterhand zit. Hij zit om te regeren. ‘De Heere is gezeten boven de watervloed: Koning tot in eeuwigheid’. Je kunt het ook aan onze aardse koning zien. Hij spreekt zittend en niet staande op Prinsjesdag de troonrede uit omdat hij in zijn regeerambt bezig is. Zittende ouderlingen zijn dus evenzeer in de weer als staande herders en leraars. Even ter zijde, soldaten liggen in de kazerne. Dus als je het helemaal verkeerd zou willen opvatten, kan het nog erger. Hoe dan ook, herders en leraars staan in de gemeente. Zij hebben boodschappenjongens te zijn, niet om een boodschap, maar met een boodschap. ’s Zondags en doordeweeks.

Half Dominee

Wij zagen dat herder zijn voorop staat. Wie alleen maar leraar is en geen herder is een halve dominee. Omgekeerd ook wie alleen maar herder is en geen leraar. Er zal een zeer goed evenwicht moeten zijn tussen de twee taken van de predikant. De prediking mag niet ten koste gaan van het pastoraat en het pastoraat niet ten koste van de prediking. De gemeente zal de predikant op de kansel èn bij hen thuis moeten zien. Het kan niet lijden dat hij er zich in de kerkdienst met een Jantje van Leiden van af maakt, omdat hij de hele week van hot naar her draaft. Evenmin dat hij weinig onder de schapen van Gods kudde wordt gezien omdat hij altijd in de studeerkamer zit. Als dat wel het geval is dan ben je eigenlijk niet voluit predikant. U voelt wel aan, er rust heel wat op de schouders van een herder en leraar. Hij moet aldoor ‘staan’ in de gemeente. Dat geldt nog meer omdat er ook nog tal van andere taken zijn, die in de gemeente of in het bredere verband van de kerk moeten worden gedaan. Je hebt immers je standplaats bij de kerk! Moge de Heere alle herders en leraars dan ook ondersteunen. En draagt u hen maar op in uw gebed. Het is nodig.

Zijn Er Allrounders?

Er wordt vaak gezegd, dat predikanten die als ‘preektijgers’ te boek staan, vaak minder zijn in hun pastoraat. En dat zij die in ‘de houten broek’ wat minder uit verf komen vaak sterker zijn in het pastoraat. Het schijnt dus moeilijk te zijn om beide ambtstaken evenveel recht te doen. Er bestaan maar weinig allround dominees. Nu is het waar dat de een zijn talenten wat meer bij dit heeft liggen en de ander bij dat. Iedere voorganger zal zijn zwakke kanten hebben, zeker als wij bedenken dat er naast preken en pastor zijn nog veel meer taken zijn in de gemeente en in de kerk. Toch blijft overeind staan: Je hebt geen halve dominee te zijn. Het is goed op te branden in Zijn dienst. Al is het natuurlijk niet de bedoeling dat dit al in twee of drie jaar tijd het geval is.

Wat Weegt In De Praktijk Het Zwaarste?

De indruk bestaat dat in de kerk het meest gelet wordt op de capaciteiten op de preekstoel. Als de dominee daar een uitblinker is, rap van tong, praat als Brugman, in staat de hoorders te boeien dan heeft hij op zijn rapport al minimaal een acht. Het werk van pastor wordt veel minder meegenomen in het wegen van de dominee. Hoe vaak gebeurt het niet dat dominees beroepen worden op grond van een paar gehoorde preken en op grond van hun naam en faam? Of de dominee ook een goede herder is, dat geeft veel minder de doorslag. Vraag het aan hemzelf hoe hij daarmee omgaat en doe natuurlijk ook navraag bij integere mensen die het uit ervaring kunnen weten. Anders zou het zomaar kunnen gebeuren dat men een hele dominee beroept maar slechts een halve krijgt. Dat is dan wel een beetje een kat in de zak.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen