Twee

Nu, daar kan ik het volgende van zeggen. Als de Heere Jezus Nathanael ziet aan komen zegt Hij tot degenen die bij Hem staan iets over hem. Niet tot hem. Hij geeft een goed getuigenis van deze toekomstige discipel. En pas als Nathanael verbaasd reageert spreekt de Heere Jezus tot hem. Krijgt Nathanael hier een compliment van de Heere? Nee. De Heere Jezus ontdekt in deze man het werk van God. Want er is geen mens van nature oprecht. Verder blijkt hieruit dat de Heere Jezus niet alleen Mens is, maar ook God, ook tijdens Zijn aardse omwandeling. Hij zag immers Nathanael op zijn verborgen plaats! De Heere is alwetend! Bovendien: wie in het verborgen eerlijk wordt voor God, wordt door de Heere opgemerkt.

Dan een vraag naar aanleiding van een opmerking in een vorig artikel over het zogenaamde zondvloedgebed uit het doopsformulier. Ik schreef: Wat voorwerpelijk in de Heilige Doop gepredikt wordt, moet onderwerpelijk toegepast worden. De vraag luidt of ik dit nader wil uitleggen, temeer daar deze woorden: voorwerpelijk en onderwerpelijk niet in de bijbel voor komen. Nu, dat laatste is natuurlijk waar. De woorden objectief en subjectief komen niet in de bijbel voor, zoals zoveel woorden die wij gebruiken. Het doopsformulier zelf maakt echter duidelijk wat er bedoeld wordt. En nog wel in ene zin, deze namelijk “dat de Heilige Geest ons toe-eigent wat wij in Christus hebben”. In Christus is alles. In Hem hebben wij de volkomen verlossing. Maar die verlossing moet ons deel worden door Woord en Geest. Christus verwierf in een weg van lijden het heil voor zondaren en wat Hij verwierf schenkt Hij als de verhoogde Koning vanuit de hemel. Als volkomen Zaligmaker zorgt Hij voor alles. En dat door Woord en Geest. Want niet de mens is de derde persoon, maar de Heilige Geest, Die alles uit Christus neemt en het aan ons verkondigt. Zie Johannes 16 vers 14. De hoofdstukken 14, 15 en 16 uit het evangelie naar Johannes zeggen ons veel over het werk van de Heilige Geest. Hij is het Die mij overtuigt van zonde, Joh. 16:8, maar Hij is ook degene die in mij getuigt van het kindschap, Rome. 8:16. Door Zijn wonderwerk wordt het werk van Christus in mijn leven toegepast. Zo wordt wat ik objectief in de Heere Jezus heb, subjectief, onderwerpelijk mijn deel. En op de noodzaak daarvan wordt in de Heilige Doop, vanaf het begin van mijn leven al gewezen.
Ben ik in de toe-eigening van het heil passief? Nee. De Heilige Geest werkt door de prediking van het Woord het geloof in mijn hart. En door dat geloof ga ik de Heere Jezus en Zijn heil toe-eigenen. Denk aan de Moorman die op zijn wagen de profeet Jesaja las. Filippus predikte hem vanuit Jesaja 53 de Christus. En reken maar dat Filippus dat in alle ruimte gedaan heeft. Zo ontstond er een verlangen in het hart van die donkere man, dat hij tevoren niet kende, namelijk om ook deelgenoot van dat heil te mogen worden! Vandaar zijn uitroep om gedoopt te worden. Toen vroeg Filippus echter eerst of hij het evangelie van ganser harte geloofde. En bij het uitroepen van zijn geloofsbelijdenis: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is, eigende hij als het ware zich het heil in Christus toe! Geen wonder dus dat hij daarop zijn weg met blijdschap kon vervolgen. Want de zaken ontvangen is heerlijker dan de zaken zien liggen. Het heil werd onderwerpelijk zijn deel. Om jaloers op te worden, toch? Je hoort het mensen wel eens zeggen als je naar het geestelijke leven van een overledene vraagt: ja dominee, hij durfde het zich nooit toe te eigenen. Bedoeld wordt: hij durfde zich geen kind van God te noemen. Op dergelijke uitlatingen ga ik in prediking en pastoraat natuurlijk wel in. En een van de eerste vragen die ik dan meestal stel is: durft u zich dan misschien wel bij een arme zondaar te voegen? U durft zich geen kind van God te noemen, maar mocht u zich wel eens voor Gods aangezicht een kind van Adam noemen? Want zondaar worden voor God is een onmisbaar element van de toe-eigening van het heil. Vandaar de orde in het werk van de Heilige Geest. Hij overtuigt en getuigt. Eerst overtuigt Hij mij van mijn zonde, van wie ik ben en blijf. Maar Hij gaat naar het doel, namelijk de Heere Jezus Christus verheerlijken! Maar dat gaat nooit buiten de toe-eigening van mijn schuld om.
Zo maakt de Heere mij door Woord en Geest oprecht, eerlijk voor God, net als Nathanael. Ik leer de verborgen omgang met de Heere kennen om het heil te mogen ontvangen. Dat hebben we nu allemaal nodig. Want:

Gods verborgen omgang vinden,
zielen daar Zijn vrees in woont.
’t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden,
naar Zijn vreeverbond getoond!
De ogen houdt mijn stil gemoed
opwaarts, om op God te letten.
Hij Die trouw is zal mijn voet,
voeren uit der bozen netten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen