Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. L. de Jong, De Bezetting, deel 2, 224 blz., prijs ƒ2, 95, Uitg. Em. Querido, Amsterdam, 1962.

Er verschijnen heel wat boeken over de oorlogstijd en dat is goed. Wij ouderen vergeten snel wat er gebeurd is en slechts brokstukken blijven in ons geheugen haken en een boek laat dan de dingen weer in orde voor ons herleven. En de jonge generatie heeft het nodig om te weten, wat er in die zware jaren over onze wereld en ons volk is heen gegaan.

Voor ons ligt het tweede deel van De Bezetting, een weergave in boekvorm van de uitzendingen der Nederlandse Televisie-Stichting over Nederland in de Tweede Wereldoorlog.

De volgende onderwerpen worden besproken: Mussert en de Duitsers, dagelijks leven in bezet Nederland 1940—1944, Nederlands-Indië bedreigd en de strijd in Indië. Vele ooggetuigen vertellen wat zij hebben gewild, hebben verricht en hebben ondergaan. Vele foto's, waardoor de lezer de dingen als ziet gebeuren, zijn opgenomen. Het is een eerlijk boek, benauwend soms en verootmoedigend. Wij vinden hier goede journalistiek.

De schrijver zorgde voor een verantwoord relaas van een gedeelte van de geschiedenis van de tweede wereldoorlog. Binnen een maand tijds was reeds een herdruk van dit werk nodig; met spanning zien we uit naar het volgende deel.

Bt.

J. Pilius en D. Lissenburg, Gered om te redden. 128 blz., prijs ƒ 1, 75, Uitg. W. ten Have N.V., Amsterdam, 1962.

In de Carillonreeks verschijnt deze tweede druk over „het Leger des Heils in heden en verleden". Het boek is een jubileumuitgave: 75 jaar geleden vestigde het Leger des Heils zich in Nederland.

Het begint met de lezer een weinig opwekkend beeld te tekenen van de jaren 1850--1875. William Booth hield in 1865 zijn eerste openlucht samenkomst in Oost-Londen. Hij was een man, die wist, wat hij wilde en die gedreven werd door een diep besef van een heilige roeping; niet minder gold dat van zijn vrouw Catherine Mumford, die ondanks haar zwakke lichaam, dat haar levenslang heeft belemmerd een geweldige steun is geweest voor haar man en voor de beweging- Toen de kerken voor Booth gesloten waren huur; de hij circussen en theaters en trok als vrij evangelist door het land. Toen hij op een avond van een samenkomst thuiskwam zeide hij tot zijn vrouw: toen ik vanavond langs de deuren van de fel verlichte kroegen liep, scheen een stem in mijn oren te klinken: waarheen kun je gaan en zulke heidenen vinden als deze en waar zou men jou en je werk dringender nodig kunnen hebben, dan hier?

Gemakkelijk had de beweging het niet. Brouwers en kroegbazen betaalden de anti-Legers, uit dronken vechtersbazen bestaande knokploegen, die vaak met steun van het op opstootjes beluste gepeupel het Leger met stenen en stokslagen ontvingen. Maar de beweging groeide. Ook in het buitenland en in 1887 begon het leger in ons land; van veel sympathie getuigen de verslagen uit de eerste tijd niet; de politie moest vele malen bij de samenkomsten ingrijpen. — Veel is sinds veranderd. In het Nationale Comité ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan telt onder zijn leden vier ministers; prins Bernhard is beschermheer en prinses Wilhelmina schrijft in dit boek in een ten Geleide over „de door geloof en daad zo zegenrijke arbeid van het Leger des Heils".

Van dit alles vertelt dit gedenkboek, van het verleden, m.aar ook over het heden, over de organisatie, over het geloof van de heilssoldaat en over zijn belofte, over het Leger des Heils en de sacramenten.

Met vele foto's is het boek verlucht; het geeft een levendig beeld van 75-jarige arbeid.

Bt.

Hoog bezoek bij Josje en Jaap, door Nel Verschoor-v. d. Vlist. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen.

Josje en Jaap zijn al goede bekenden van onze kinderen. Ook dit boekje is weer heel goede lectuur om 7—11 jarigen voor te lezen en later zullen ze het zelf willen nalezen. Hartelijk aan­bevolen.

C. S. S.

Bertje, Annelies en de torenkraai, door A. J. Plesier. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Een aardig boekje voor de allerkleinsten, de inhoud is bedoeld voor kinderen van 4—8 jaar.

C. S. S.

Pakistan, door D. ter Haar en J. ter Haar- Kruize.

In korte stukjes worden de geschiedenis en het hedendaagse leven, de godsdiensten zowel als de techniek en de cultuur van dit land op zeer boeiende wijze, beknopt beschreven. De mooie foto's en het vele wetenswaardige van dit zo weinig bekende land maken dit boekje tot een waardevol bezit.

Het verscheen in de Boeketreeks, uitgegeven door J. H. Kok N.V., Kampen. Prijs ƒ1, 50.

C. S. S.

De dichter bidt, door W. Enzinck. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Boeketreeks, ƒ 1, 50.

Een bundel gedichten, bijeengebracht om o.a. het direct en persoonlijk in contact treden met God in de gebedspoëzie onder veler aandacht te brengen. Van de oudste tijd tot vandaag toe vindt men er werken van de meest verschillende dichters in. In momenten van meditatie zullen velen er iets moois, goeds, of iets van zich zelf in kunnen vinden. Dat de Zuid-Afrikaanse litteratuur niet vergeten is, maakt het geheel wat vollediger, want er ontbreken van de jongere dichters wel enkele. Heel gelukkig lijkt me de titel niet, maar het is moeilijk om iets persoonlijks als dit, van een etiket te voorzien.

C. S. S.

Gineke zoekt een baantje, door Liesbeth Lems. Mei-pocket, Uitg. W. D. Meinema, Delft. Prijs ƒ 1, 25.

De schrijfster heeft al verschillende meisjesboeken op haar naam staan. Ook dit boekje is zeer geslaagd te noemen. Onopgesmukte, frisse, verantwoorde lectuur met aardige illustraties. Meisjes van 14—18 jaar zullen het met veel ple­zier lezen.

C. S. S.

Jef Farèl en de onvindbare Arabier, door J. H. van Maren. Mei-pocket van W. D. Meinema, Delft. Prijs ƒ 1, 2 5.

Een spannend boek voor jongens van 12—15 jaar. De avonturen in donker Afrika beleefd, lopen alle goed af, en ook qua inhoud kan men het iedere jongen gerust in handen geven.

C. S. S.

Mijn broer de Koning, door G. Kraan- V. d. Burg. Prijs ƒ 4, 95. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen.

Wie „de franse lelie", van dezelfde schrijfster las, zal met veel genoegen ook dit boek lezen. In dit werk sterft de reformatorisch gezinde Koningin van Navarre. Haar beide kinderen Henri en Catherine maken een moeilijke tijd door want de koningin-moeder Catharina de Medici is souvereine regentes. Het meisje is dertien jaar oud, als ze haar moeder verliest, en hoewel zwak van gezondheid, is haar geest krachtiger dan die van haar (broer. Zij is dan ook de sympathieke hoofdpersoon van dit interessante boek. Mevrouw Kraan-v. d. Burg laat voor ons, ook in dit boek, een stukje Franse historie herleven.

C. S. S.

Gelijkenissen van Jezus, door Prof. Dr. R. Schippers, 189 blz., prijs geb. ƒ 7, 75. Uitgave: Kok, Kampen.

Dit boek is ontstaan uit de radiolezingen, die Prof. Schippers indertijd hield voor de N.C.R.V. Zoals zij zijn uitgesproken, zijn ze in druk gegeven. Dat betekent, dat de schrijver zich op een zo breed mogelijk gehoor richt zonder dat de wetenschappelijke verantwoording ontbreekt. Dat maakt het boek juist lezenswaardig, omdat de meer wetenschappelijke verklaringen elkander eindeloos tegenspreken, maar hier gezocht is naar de hoofdstrekking, gericht op u en mij.

In het eerste hoofdstuk krijgen wij een uiteenzetting van het woord in de zaak masjaal. In elke masjaal zit een geheim. Een gelijkenis gebruikt niet alleen beeldende taal, maar bevat ook een geheim. Dat geheim komt openbaar, wanneer het eind van het verhaal nadert. Wie oren heeft om te horen, die hore! Dan weet een Oosterling, dat hij erin betrokken wordt. Denk maar aan David, die een masjaal van Nathan te horen krijgt en eigen vonnis ondertekent!

Uitdrukkelijk waarschuwt Prof. Schipper tegen de allegorese, waarbij de halve of hele theologie overhoop wordt gehaald, maar de strekking van de gelijkenis in de mist verdwijnt (voorbeeld: Augustinus' verklaring van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan). Volgens de schijn moet er op een gelijkenis worden gereageerd.

Dit alles wordt geïllustreerd aan de gelijkenis van de Zaaier. Daarmee komt ook het doel van de gelijkenissen aan de orde. De eeuwen door is er geworsteld met de vraag: Waarom citeert Jezus bij het doel van de gelijkenissen Jesaja 6? Daarin wordt toch gezegd, dat de jonge profeet moet prediken: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. Maak het hart van dit volk vet en maak hun oren zwaar en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere en Hij het geneze (Jes. 6 : 9-11).

Deze woorden worden in de drie evangelieën aangehaald. Volgens Prof. Schipper kan het doel van de gelijkenissen niet verberging, insluiting en verharding zijn. Hij is het eens met de kerkvader Chrysostomus, die schreef: Wanneer het Jezus' bedoeling was geweest, dat de mensen niet zouden horen en gered worden, dan had Hij moeten zwijgen en niet moeten spreken in gelijkenissen (blz. 19).

Wat wil de schrijver dan? Hij gaat uit van Jesaja 6 en beschrijft het roepingsvisioen. De profeet moet duidelijk preken, maar zal geen vrucht zien. Hoe lang? Totdat de steden verwoest zijn, zodat er geen inwoner meer is, in de huizen, zo dat er geen inwoner meer is, enz. Is daarin nog een tiende deel, dan zal dit weer verwoest worden. Evenals van een tere bint en een eik na het vellen een tronk overblijft, zo zal zijn tronk een heilig zaad zijn. Jezus heeft dit — volgens Prof. Schippers — alles gelezen. Toen Hij de boeren zag zaaien, dacht Hij aan het heilig zaad van Jesaja 6. Toen wist Hij het. Hij had immers de boeren zien zaaien het zaad, dat zij zuinig bewaard hadden. De zaaier gaat uit om te zaaien. Ieder jaar weer.

Toen ging Jezus zaaien. De vruchten waren er reeds. 12 discipelen stonden om Hem heen. Dat zijn de intimi, de anderen staan buiten, maar kunnen nog binnenkomen. Zij staan nog buiten, zijn nog niet binnen. Hoe het verder gaat? Wel als een zaaier het zaad zaait enz....

Wat van deze verklaring te zeggen? Wanneer ik Prof. Schippers goed begrijp, verplaatst hij de verzen uit Jesaja 6 over horen en niet verstaan naar het begin van Matt. 13, Marc. 4 en Luc. 8. Maar daar staan ze juist niet! Zij staan tussen de gelijkenis in de uitlegging, ook bij Lucas. Kan dit?

In de tweede plaats gaan de woorden van Jes. 6 volslagen teniet, wanneer zij de zin krijgen, die Prof. Schippers er aan geeft. In Jesaja 6 is het duidelijk dat het doel van de prediking van Jesaja is verblinding en verharding. Waar blijft dan de parallel in Matt. 13, Marc. 4 en Luc. 8?

In de derde plaats: waar blijven wij bij deze verklaring niet alleen met het omdat, maar ook met het: opdat zij horende niet horen, enz.? In de vierde plaats kan het citaat van Chrysostomos leiden tot aantasting van de Naam des Heeren. Wie maakt uit, wat God wil dan God alleen?

Dat deze schriftplaats uitermate moeilijk te verklaren is, zij onmiddellijk toegegeven. Maar één van de mysteria (verborgenheden) van het Koninkrijk Gods is de alles bepalende wil Gods en onze verantwoordelijkheid.

De verklaring van de gelijkenissen zijn boeiend en geven soms verrassend nieuwe dingen. Ik denk aan de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester, die op blz. 145-151 behandeld wordt, maar in een slothoofdstuk wordt aangevuld, nadat de schrijver twee artikelen gelezen had van J. Duncan M. Derreth. Deze artikelen werpen een nieuw licht op het veranderen van schuldbekentenissen blz. 189—195).

Mooi is de verklaring van de gelijkenis van de man zonder bruiloftskleed, bepaald mager vind ik de gelijkenis van de vijf wijze en dwaze maagden.

Ook prof. Schippers — hij geeft daarvan rekenschap in een nabeschouwing — ontkomt niet aan een zekere allegorie. Volgens hem zijn allegorie en masjaal geen volstrekte tegenstelling.

Gaarne bevelen wij dit boek aan. De gelijkenissen zijn in korte toespraken verwerkt. Wij kunnen nooit genoeg Gods Woord lezen en onderzoeken. Voor dit doel is dit boek een dankbaar hulpmiddel.

B.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's