Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik geloof... De gemeenschap der heiligen (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik geloof... De gemeenschap der heiligen (6)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Getuigenissen van enkele pelgrims
Nadat we kennisgenomen hebben van de gevoelens van enkele theologen - vogels van diverse pluimage - , volgt nu een vijftal heel persoonlijke getuigenissen van kinderen Gods - mensen van allerlei slag.

Ds. A. Verheij
De wieg van Abraham Verheij stond in Ameide en werd er op 21 september 1821 geplaatst. Hij werd opgeleid tot zilversmid en opende in mei 1849 te Schoonhoven een eigen zilversmederij waar hij na enige tijd werkte met zes personeelsleden. Hij voelde zich intussen al lange tijd gedrongen te gaan preken. Begin augustus of september 1860 preekte hij voor het eerst in de Kruisgemeente te Dordrecht. Op 12 mei 1861 werd hij daar predikant. Vervolgens: Katwijk aan Zee (1871), West-Barendrecht (1875), Woerden (1877), Vrije Geref. Gem. aldaar (1883), Delft (1884), emeritaat 1890, Vlaardingen 1894 en ging daar in 1898 definitief met emeritaat en vestigde zich daarop te Dordrecht alwaar hij toch ook weer preekte. In 1903 verhuisde hij naar Schoonhoven waar hij op 9 november 1913 overleed.
Zijn autobiografie verscheen onder de wijdlopige titel Levensgeschiedenis of Gods wonderlijke leiding met Zijn volk hier op aarde beschreven uit eigen ervaring, beginnende van mijn geboorte en de weg die de Heere mijn God met mij heeft gehouden, zowel in de weg der natuur, als in die der genade.
Bij het ouder worden schreef hij van tijd tot tijd weer verder: 'Maar nu wil ik nog even aanstippen de zalige vrucht, die het voor mij heeft afgeworpen tot op deze dag, zijnde nu 86 jaar.' (blz. 54) - 'Nu ben ik dan, boven verwachting, 89 jaar geworden...' (blz. 57) - 'Nu ben ik 90 jaar oud, ...' (blz. 60).

'Nog enkele zaken schieten mij in de gedachten, die ik heb mogen genieten.
Het was bij het sterven van een zielsvriendin van mij, dat ik bepaald werd bij het laatste ogenblik, dat haar ziel scheidde van het lichaam en als met arendsvleugelen ten hemel voer, en als ik het zo eens noemen mag, was het mij even of ik in de Geest met haar ging.
Het tweede was het wonder toen zij daar inkwam in de aanschouwing van al die heerlijkheid die zij daar ontmoette. 0, dat wonder van al die glans en heerlijkheid in de aanschouwing van het Lam, Die ze met Zijn dierbaar bloed gekocht en verlost had, en het werk, daf zij nu begon aan te heffen, het eeuwig lied des Lams, met nederwerping der kroon van overwinning, waarvan mijn ziel ook iets kreeg te gevoelen.
Onder deze toestand kwam mij voor uit Ps. 68 het tweede vers:

Maar 't vrome volk, in U verheugd,
Zal huppelen van zielevreugd
Daar zij hun wens verkrijgen;
Hun blijdschap zal dan, onbepaald,
Door 't licht, dat van Zijn aanschijn straalt,
Ten hoogsten toppunt stijgen.

Uit de volte van mijn hart ging ik aan het zingen, en het was mij of elke regel die ik aanhief, mij al hoger en hoger opvoerde in de Geest, totdat ik mij eindelijk bij mijn vriendin in de heerlijkheid bevond. En hoewel mijn lichaam op aarde was, raakte ik zó buiten mijzelf, dat ik met Paulus moest zeggen: of het in het lichaam geschied is of buiten, weet ik niet, maar dit weet ik, dat ik opgetrokken geweest ben tot in de derde hemel en daar onuitsprekelijke dingen door een zaligend geloof aanschouwd heb. [...].' Blz. 55-56.

Gebruikt is de bij P. Stuut te Rijssen, z.j., uitgegeven overdruk.

Dhr. T. van Drimmelen
Teunis van Drimmelen werd op 14 mei 1837 te Oud-Beijerland geboren en overleed op 7 januari 1916 te Slikkerveer.
Van Drimmelen voelde zich om zekere redenen gedrongen de weg die de Heere met hem hield op papier te zetten - 'Hoewel overtuigd zijnde van mijne minne geoefendheid, [...]'. In 1918 werd zijn manuscript uitgegeven, met een 'voorwoord' van zijn vriend J. J. Vrolijk - Bolnes, 27 mei 1918.
Alhoewel de man voornamelijk in kringen van het conventikel, de gezelschappen verkeerde, verklaarde hij toch: "t Is waar mijne eerste zes kinderen had ik in de Hervormde Kerk laten doopen, doch onder veel consciëntiebezwaar'. Blz. 141.

Welnu, Van Drimmelen vertelt dat hij op reis was. Toen hij over een eenzame weg ging zong hij Psalm 105: 6; 'Al wat Hij Izak heeft gezworen....'

' [...] halfweg kreeg ik eene opening in den heerlijken staat der vrijgekochten. en verlosten in de hemelen, bekleed met de uitnemendste heerlijkheid en in de allervolmaaktste omgeving, zich verlustigende in den allervolmaaktsten Koning, den Drieëenigen Verbonds-Jehova; onder die verheerlijkte kinderen Gods kreeg ik bijzonder op te merken de doove Cornelia, of eigenlijk Cornelia de Visser, geboren van Walsen, met wie mijne ziel eene vermakelijke gemeenschap oefende, en zij mij als 't ware moed gevende toespraken of toedieningen van teedere liefdetrekken schonk als belanghebbende in de volharding der Kerke Gods; hijgende met dezen uitroep: "Hoelange, o Heere, wreekt Gij het bloed niet dergenen, die op de aarde zijn?" zoodat ik ten volle bewust werd, dat er gemeenschap bestaat zoowel van de verheerlijkte Kerk in betrekking tot de strijdende als van de strijdende in betrekking tot de verheerlijkte. [...]
Nu daar schiet geen geest over in iemand, wien dat gebeurt!'.

Toen Van Drimmelen deze ontmoeting na verloop van tijd vertelde aan een bevriend echtpaar, beiden geoefende christenen, spraken zij hem tegen op het punt dat de gemeenschap der heiligen wederzijds was:

'Abraham weet van ons niet ende Israël kent ons niet; hé Jan! Wel zeker, Mijntje!'
(P. H. Duijzer informeert in zijn nog te noemen werk, dat het Jan van Vliet en zijn Mijntje uit Bonrepas (bij Schoonhoven) waren. Blz. 157.)

Gebruikt is de herdruk, verschenen bij Hazejager, Puttershoek. Blz. 154.
Nota bene
De aangehaalde tekst uit Openbaring 6: 10 luidt correct: 'En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? '

Mevr. Ter Haar-Vrijdag
Mevrouw Ter Haar-Vrijdag werd op 11 januari 1884 als Hermina Vrijdag te Rijssen geboren. Zij trad op 19 juli 1913 in het huwelijk met de dertigjarige Jan ter Haar, welk huwelijk werd bevestigd door ds. B. van Neerbos (1870-1956) met een preek over Zondag 9 van de Heidelbergse Catechismus. Ds. Van Neerbos was toen verbonden aan de Gereformeerde Gemeente te Rijssen-Esch.
Reeds in haar jonge jaren riep de Heere haar door Zijn Woord en Geest uit de wereld. Haar min Jan mocht zich ook een kind des Heeren weten. Het was een echtpaar dat met dubbele banden was verbonden - aan de Drie-enige God en aan elkaar. Reeds na enkele maanden werd haar man ziek en op 9 maart 1914 is hij overleden. Op zijn ziekbed heeft hij vrij en blij getuigd van de hoop die in hem was.
Op 11 mei 1914 werd zoon Jan geboren. In haar lichaam openbaarde zich de gevreesde ziekte, namelijk kanker. Die sloopte haar lichaam. Op 27 juli 1943 overleed zij - in de hoop van het eeuwige leven.
Op zaterdag van diezelfde week werd zij begraven onder leiding van de predikanten ds. J. Fraanje (1878-1949) en ds. M. Heikoop (1890-1940), resp. predikanten van de Gereformeerde Gemeente te Barneveld en Utrecht.
Zij liet achter haar oude vader, een oude tante, haar godvrezende. broer en haar zoon. Bekend was zij en is zij gebleven als Mientje Vrijdag.
Ouderling B. Roest (1892-1974) van de Geref. Gemeente te Scherpenzeel, publiceerde in 1977 Het leven en sterven van Mientje Vrijdag. Het boekwerkje is hoofdzakelijk gevuld met brieven van Mientje Vrijdag.
Op 18 januari 1934 schreef zij een brief aan 'Gel. Zielsbetrekkingen'. Ik citeer daaruit een fragment:

'[...]. En zoo bekommerd om vele zaken, heb ik een aanbiddelijke nacht gehad, o, ik wist niet wat mij overkwam. Eerst gemeenschap der heiligen, met de ontslapen ziele van oude Dieke, o, zoo zoet en zoo wonderlijk, o die reine en verheerlijkte ziele, o die zoete gemeenschap en die afdrukken der heerlijkheid op onze eigen ziele, kan er haast geen woorden voor vinden. Daarna moesten we terug naar de aarde. Nu toonde ons de Heere den weg dien wij te bewandelen hadden. Dit was een wonderlijke weg. [...]. We ontwaakten, zeer verwonderd, gesterkt. [...].'

Op 30 september 1938 schreef zij een brief met als opschrift 'Geliefden in den Heere'.

'[...]. Dat gedurig in den nacht wakker gemaakt te worden (kennelijk door God, K.A.G.), omdat dan de nood voor God uit te weenen. Ook werd ik zoo bepaald wat de Heere al jaren gesproken had. Ik kan het in geen woorden brengen die zoete gemeenschap met God in de wegen die Hij met mij houdt. Ook kreeg ik met de afgestorvenen zoo een gemeenschap. Zij boven, wij beneden, zij triomferen, wij in den strijd. Maar toch één in den Heere. Wat zal dat eeuwige leven zoet zijn. Ja, daar een volle beek van wellust, maakt elk in liefde dronken. [...].'

'Geliefde in den Heere met uw zaad', zo luidt de aanhef van een brief van 21 augustus 1941

'[...]. Zondag, in de tusschenzang, werd ik zoo bij mijn geliefden, ontslapen man gebracht. 0, zulk een wondere gemeenschap met hem in God, wij zongen: Maar d' altoos wijze raad des Heeren, enz. [...]'

In april 1943 schreef zij haar laatste brief - 'Geliefden in den Heere met uw zaad' - .

'[...]. Op mijn bed ook zoo gemeenschap gehad met mijn ontslapene echtgenoot, ...[...].'

Gebruikt is de 7e druk 1996 - Stuut te Rijssen. Resp, blz. 18-19, 42, 54 en 64.

Putten                K. A. Gort

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ik geloof... De gemeenschap der heiligen (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2000

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's