Zoek de Heere en leef!

Lamberlus Myscras leefde omstreeks 1700 als lid van de Gereformeerde (Hervormde) Gemeente te Middelburg. Hij schreef zijn boekje omstreeks 1720. getiteld: 'De ondervinding van de Christen op weg naar de Hemel'.

Ds. G. A. Zijderveld noemt het, in Ten Geleide, een gouden kleinood. Het is in 1965 in tegenwoordig Nederlands herschreven en kreeg de nieuwe titel: 'De Geestelijke pelgrim'. Met veel vrijmoedigheid beveelt hij dit boekje aan. Het handelt over het zieleleven en bespreekt op bijbelse en reformatorische wijze dc weg der genade die dc Heere met Zijn volk houdt. Kr wordt antwoord gegeven op de vragen van het godvrezend harl: hel geeft onderwijs aan de zielen die pas op de weg des levens wandelen. Het boekje werd veel gelezen, want in 1738 verscheen de twaalfde druk. Dit boekje is geschreven in dc vorm van vraag cn antwoord. Myscras sprak dikwijls met eenvoudige godzalige mensen uit zijn omgeving, zodat hij hun vragen en moeilijkheden goed kende.

Zelf schrijft hij van zijn boekje: „Ik als ongestudeerde zo schrijve, gelijk ik onder en met de vromen gewoon ben dagelijks te spreken". Hei boekje is 274 jaar geleden geschreven. De levensvragen die toen gesteld werden, zijn ook nu nog even dringend.

Hij beantwoordt de vragen bijbels, al geeft Myseras dc Schriftplaatsen niet aan. Toen konden ook niet alle mensen lezen. Met ccn concordantie kan men die wel terug vinden en het bijbelgedeelte in het verband lezen.

Het boekje is geschikt om op dc verenigingen te lezen, wel is hel raadzaam om zorgvuldig het bijbelgedeelte en de meditatie hierbij uit te zoeken. Ook om het persoonlijk te lezen is het erg nuttig. Het is makkelijk om het binnen handbereik tc hebben. om zo in een stil moment een hoofdstuk te lezen cn tc overdenken.

Opvallend is in dil boekje de bewogenheid met de medemens die de Heere nog niet kent. De klem en de ernst hoe verschrikkelijk de verlorenheid is en de liefde in het opwekken om de Heere le zoeken.

Het boekje telt 133 pagina's. Hieronder volgt een klein overzicht van de hoofdstukken. wat vragen en antwoorden uil dil werkje.

Een klein overzicht

Het begint met: De overtuiging van de zondaar. Vraag: Wat ondervindt iemand het eerst als hij genade ontvangt?

Antw.: Hij wordt door de Geest overtuigd. Vraag: Wat is dc oorzaak van deze overtuiging door de Heilige Geest?

Antw.: Gods vrije liefde en genade. „Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde en daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid".

Myseras bespreekt algemene overtuiging en zaligmakende overtuiging. De ware overtuiging echter leidt tot vernieuwing, verandering en wedergeboorte. De ware overtuigden komen lot het geloof in de Heere Jezus. Verder schrijft hij in het eerste hoofdstuk. De genade begint aan Gods kant. De Heere moet eerst nederzicn op ieder die genade onlvangt, wanneer die mens dood ligt in de zonde. God zoekt een ziel eerst eer zij Hem konden zoeken. De ziele die (lod zoekt, die is van llein gevonden.

Het tweede hoofdstuk opcnl met de vraag: waarin bestaat de wedergeboorte.'

Antw.: In een gehele staatsverandering uit de natuurstaat in de genadestaat. IIet is een radikale vernieuwing van de mens. Vraag: Wat ondervindt een mens als God hem wederbaart?

Het antwoord bestaat uit ruim vier pagina's en sluit met deze zin: Geve de Heere dil licht aan alle oprechten die in duisternis leven, die dit zullen lezen of horen, tot hun troost en blijdschap.

Myseras spreekt ook over 'van jongsaf wedergeborenen'.

In hel derde hoofdstuk 'Het zaligmakend geloof is de eerste vraag: Wanneer iemand genade ontvangt, wat krijgt hij dan eerst, het geloof of de wedergeboorte?

Antw.: Als de Heere in genade op iemand neerziet, ontvangt hij alles wat tot hel wezen van het geestelijk leven behoort.

Veel vragen van nu werden toen ook gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe komt het. dat veel ware overtuigden vrezen dat zij het geloof niet hebben. Hebben zij het geloof niet? Op welke wijze wordt hel geloof beoefend en welke zijn de daden en trappen van het geloof in een ziel?

Vraag: Geef eens voorbeelden uit de Bijbel van ben die een zwak en die een sterk geloof hadden? Vraag: Kan een zwakke kleingelovige. als hij een ware gelovige is, evenmin verloren gaan als een sterk gelovige?

Myseras sluit deze vraag af in het laatste antwoord van dat hoofdstuk met: „Dus. zwakke kleingelovigen in de duisternis, dit is een goede raad voor u en een bemoediging. Smeek God ernstig om vermeerdering van het geloof. Dan zult u getroost en met blijdschap in uw hart leven. Bidt veel: „Heere. ik geloof, kom toch mijn ongeloof cn zwak geloof te hulp".

In het hoofdstuk van de rechtvaardigmaking gaat hi j duidelijk op de eerste vraag in: „Wat is het onderscheid tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking en waarin bestaat de rechtvaardigmaking? De rechtvaardigmaking gaat voor en de heiligmaking volgt.

In de rechtvaardigmaking wordt de schuld cn de straf van de zonden weggenomen: in de heiligmaking wordt de besmetting van de zonden meer en meer weggenomen.

De rechtvaardigmaking geschiedt volkomen.

De zonden al en zonder lal Zijn goedig/ijk vergeven. Wij hadden de eeuwige dood verdiend.

F.n krijgen liel eeuwig leven. De heiligmaking is in het leven van Gods kinderen op aarde onvolkomen. In dit hoofdstuk wordt ook gevraagd: Is hel nuttig om dat onderscheid in het leerstuk van de rechtvaardigmaking te kennen? Antw.: Ja. de ondervinding leert, dat veel wedergeboren mensen jarenlang 0111 de genade en rechtvaardigmaking hebben gebeden en dat zij allang aan Gods zijde gerechtvaardigd waren.

Zij hadden echter geen licht en geen kracht 0111 het door het verze-kerd geloof toe te eigenen. Verder spreekt hij in de volgende hoofdstukken over de heiligmaking, de verbondssluiting lussen God en een wedergeborene, waarin gevraagd wordt: „Wat is hel onderscheid (verschil) tussen liet aanvaarden van. en hel plechtig overgaan in het verbond? " Over de leiding van de Heilige Geesl en de werking van de Heilige Geest door middel van bijzondere teksten uit Gods Woord handelen de volgende hoofdstukken.

Een vraag: Waaraan zien wij dat dit echt het werk van de Heilige Geest is? Antw.: Het moeten gedeelten uit Gods Woord zijn. Dit is het grote verschil met allerlei geestdrijverij. Gods Geest legt deze tekstwoorden uil de Bijbel in hun hart en zij komen overeen met hun zieletoestand en omstandigheden.

Hoofdstuk 9 is korl maar bijzonder mooi: l)e band ran liefde lussen de Heere Jezus en de ziel. Vraag: Wanneer iemand gelovig op de Heere Jezus ziet. werkt dat geloof dan ook door de liefde? Op welke manier betoont men dan zijn liefde lot de Heere Jezus?

Antw.: Zo iemand geeft zijn hele hart aan de Heere Jezus. Hij zoekt alles wat hij nodig heeft bij Hem en tracht geheel voor Hem te leven. Dal is hel voornaamste bewijs van liefde tot de Heere Jezus. Dan zegt men:

Jezus heeft mij Zich verworven, ik lien Zijn. wal wens ik meer? H'IÏS 'k maar alles afgestorven,

leefd' ik maar tot Codes eer. In hel verborgen heeft men door het geloof de allerinnigste gemeenschap met de Heere Jezus. Men volgt Jezus na in nederigheid, heiligheid en zachtmoedigheid.

Leven in volmaakte deugden tol mijn Jezus heerlijkheid, in navolging van Zijn deugden, vrolijk zijn in heiligheid.

Uit liefde lot Jezus wil men smaad, verachting en bespotting van de wereld verdragen. Men kan dan zeggen:

Met U leef ik. met li zweef ik. Jezus, door het goed en kwaad. Met U sterf ik. met U etfik

wal bij U ie wachten staat. Geboeid raken wc weer door de hoofdstukjes die volgen, getiteld: de ziel ondervindt Christus' liefde, de verzekering en verzegeling van de ziel. de gronden waarop de verzekerde Christenen rusten, waaraan men verzekerde Christenen kan kennen, hoe komt het dat zo weinig vromen verzekering bezitten en behouden? en de kastijding van de vromen, de beproeving van een christen, het sterfbed van Gods volk en het sterfbed van de zondaar, de toekomst van de godzalige en het lot van de goddeloze, dc hemelse heerlijkheid, die de vromen na het leven zullen genieten. Enkele fragmenten hieruit zijn: Waarin zal volgens Gods Woord de heerlijkheid van de hemel bestaan?

Antw.: De plaats is de eeuwige heerlijkheid. Het gezelschap de heilige engelen. Het genieten van Gods gemeenschap. Hel verheerlijken van Gods deugden. En het leven in eeuwigdurende zaligheid. Vraag: Maar welk gezelschap zal daar zijn? Antw.: God drieënig. Die Zijn heerlijke tegenwoordigheid zal vertonen, zoveel als tot Zijn heerlijkheid en tol zaligheid van de hemelingen zal zijn. De Heere Jezus zal gezien worden als de verheerlijkte Middelaar, in grote glans: „Wij zullen Hem zien gelijk Hij is".

Vraag: Maar wat zal nu het genieten daar zijn? Antw.: Die toon is mij te hoog. Dat kan ik alleen met Gods Woord beantwoorden zonder het te begrijpen. Het zal bestaan in de verzadiging van vreugde en de liefelijkheden, die in Gods rechterhand zijn. , .0. hoe groot is Uw goed. dat Gij hebt weggelegd voor degene die U vrezen".

O zalig, zalig zinkenI O. zalig te verdrinken in 't eeuwig Hein.

Myseras eindigt met de wens van een vrome stervende moeder, die juichend naar de hemel ging. Terwijl ze haar ogen opsloeg naar boven en haar hand op het hoofd van haar kind legde en duidelijk sprak:

„De Heere zegene 11 uit Sion, Hij die de hemel en de aarde gemaakt heeft".

J. J. van Willigen-Kirpcstein

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen