Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik weet Uw werken, én uw arbeid en uw lijdzaamheid, en dat gij de kwaden niet kimt dragen, en dat gij beproefd hebt degenen, die uitgeven, dat zij apostelen zijn en zij zijn het niet en hebt ze leugenaars bevonden. En gij hebt verdragen en hebt geduld en gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid en zijt niet moede geworden.

Openbaring 2 : 2 en 3

Christus schrijft door middelvan Zijn knecht Johannes op Patmos een brief aan de gemeente te Efeze. Deze brief heeft een belangrijke inhoud en is ook nu nog van grote betekenis. Daarom is het goed er nader kennis van te nemen.

Ik weet uw werken. Zo spreekt Hij, Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die in het midden van de zeven gouden kandelaren wandelt. Hij heeft voor Zijn ganse kerk volbracht en is nu verheerlijkt aan Gods rechterhand. Hij houdt Zijnkerkvast, want in het midden van de gemeenten slaat Hij de Zijnen in alles gade.

Hij is de Alwetende, voor Wie niets verborgen is. Hij kent de strijd en het lijden ddr Zijnen. Hun recht gaat Hem niet voorbij. Hij is nabij. Hij is met allen, die Hem toebehoren. Zij kunnen niets voor Hem verbergen. Alles is Hem bekend. Hij kent het hart en proeft de nieren. Hij kent alle omstandigheden, alle trouw en ontrouw. Hij is volkomen op de hoogte van alles. Kortom: Hij kent haar werken. Dat is van toepassing op de kerk van Efeze, maar niet minder op de kerk in haar geheel en op allen, die tot haar behoren.

De Heere gaat die werken samenvatten in haar arbeid en haar lijdzaamheid. Deze beide woorden geven dus weer, op welke werken Christus het oog heeft. Uw arbeid wijst op zware, moeitevolle inspanning, het alles op alles zetten om te beantwoorden aan de dure roeping om waarlijk gemeente deg Heeren te zijn. Uw lijdzaamheid zegt, dat zij in alle strijd staande is gebleven, dat zij in druk, vervolging en gevaar stand gehouden, volhard heeft.

Beide woorden geven aan de geestelijke gesteldheid van de gemeente en haar leden, waarin duidelijk naar voren komt de nauwe gemeenschap met Christus en Zijn Geest, door Wiens kracht dit alles zo mocht zijn. Christus toch had in alles Zijn arbeid en lijdzaamheid betoond tot het einde toe en Hij is het. Die nog altijd de Zijnen bekwaamt te midden van alle strijd en lijden.

Daardoor was er een eensgezindheid, die tot openbaring kwam in hetgeen nu volgt. En dat gij de kwaden niet kunt dragen. Daarin wordt omschreven, waarin hun arbeid bestaat. De strijd moest gevoerd worden tegen kwaden, tegen zondaren, dwaalleraars en vijanden, die zochten af te voeren van de rechte weg, van de vreze des Heeren. De gemeente had het gevaar onderkend en als een enig man hen uit haar midden uitgeworpen.

Dat is de dure roeping van de kerk ook nu. Dat is ook de roeping van allen, die tot haar behoren. Altijd zijn de vijanden op de been om het werk des Heeren te verwoesten en de Zijnen af te trekken van de gemeenschap met Hem. Alles is tegen en dat kan alleen door de kracht van Christus worden uitgebannen.

Dat we daar niet gering over moeten denken , blijkt wel uit het vervolg. Het was toen als nu, dat die dwaalgeesten zich uitgaven als apostelen, als knechten des Heeren. Zij vertoonden zich als engelen des lichts, maar waren gezonden van de vorst der duisternis. Daarom is er altijd dubbele waakzaamheid nodig en staat er: beproeft de geesten of ze uit God zijn. Deze waakzaamheid wa? er te Efeze. Daar is naar Gods bevel gehandeld. Al die dwaalleraars waren getoetst aan de waarheid Gods. En zo had men bevonden te maken te hebben met leugenaars, die geen gezanten waren van Hem, Die eens sprak: Ik ben de waarheid; maar gezanten van de leugenaar van den beginne. Dit had er toe geleid, dat zij niet in de gemeente werden geduld en dat de gemeente bij de waarheid was gebleven.

Gelukkig de gemeente, waarvan dit gezegd kan worden. Gelukkig de mens, van wie dit geldt, dat hij ondanks alle listen van satan en de verleiding van de zonde en de verdorvenheid van het hart toch staande mag blijven. Daaruit komt naar voren de gemeenschap met Hem, Die in alles verzocht werd en toch staande bleef en tenslotte geheel overwon.

Adam viel toen de dwaalgeest tot hem kwam, en wij allen vielen in hem en er is niemand, die nu in eigen kracht staande kan blijven. Paulus schrijft ervan: als ik zwak ben, dan ben ik machtig, opdat de kracht van Christus in mij wonen zou. De Heere waarschuwt in Zijn woord voortdurend voor de gevaren, maar Hij wil ook bewaren.

Christus spreekt in deze brief niet alleen van de arbeid van de gemeente van Efeze, maar ook van haar lijdzaamheid, en dat laat zien, dat er veel aan verbonden was. Het is altijd zo geweest en het zal

Het is altijd zo geweest en het zal zo blijven, dat schijnbare medestanders uiteindelijke openbare vijanden worden om het werk des Heeren tegen te staan. De satan vertoont zich eerst als een engel des lichts, maar daarna als een briesende leeuw.

De ware aard van die kwaden, van die leugen-apostelen kwam naar voren toen zij niet aanvaard, maar uitgebannen werden. Hoevelen zijn er niet, die zich uitgeven voor kinderen Gods zonder het in waarheid te zijn. Hun ware gezindheid blijkt soms spoedig wanneer ze geen ingang vinden.

Die godzaliglijk wiUen leven, zullen vervolgd worden. Het is geen wonder dat de wereld tegen is, en ook niet dat veel in de kerk tegen is. En evenmin, dat er in het hart van Gods kinderen nog zoveel tegen is. De vijanden kunnen soms geveinsd onderworpen zijn, maar het is hier de strijdende en lijdende kerk. Doch Christus sprak ter bemoediging: Ik ben met U. Hij is Zelf in alle lijden en smaad geweest en heeft alles verdragen. Hij heeft getuigd, dat een discipel niet meer is dan zijn Meester. Hij heeft voorzegd wat er komen zou en op welke wijze de Zijnen slechts zouden kunnen ingaan in het Koninkrijk der hemelen. De gemeente van Efeze had het zeer moeilijk gekregen vanwege allerlei tegenstand, maar zij hadden alles verdragen. Zij hadden vastgehouden aan Christus en Zijn woord, en gemeenschap gehad met Zijn lijden. Hier is de enige weg om alles te kunnen verdragen. Zo komt het werk Gods naar voren.

Gij hebt om Mijns Naams wil gearbeid en zijt niet moede geworden. Dit bevestigt, dat er onder dit alles een rechte gesteldheid was. Het geschiedde alles in het geloof uit liefde tot Hem en zo was het niet zwaar gevallen. Van de apostelen lezen we zelfs, dat ze verblijd waren om Zijns Naams wil smaadheid te dragen. Hoe komt daarin openbaar, dat Hij de Zijnen niet alleen kocht met Zijn bloed, maar ook heiUgt door Zijn Geest.

Hoe bemoedigend is het voor de kerk, voor elk kind des Heeren, in alle strijd en moeite te mogen horen: Ik weet Uw arbeid en lijdzaamheid! Maar dan moeten we ook een levend lidmaat van de kerk zijnen gemeenschap met Hem hebben. Geldt dat ons?

Meerkerk

Ds. G. Blom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1968

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 1968

De Banier | 8 Pagina's