Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. W. van ’t Spijker. e.a. (red.), Spiritualiteit. Uitg. De Groot Goudriaan - Kampen. 480 blz. f 99,-.

Er zouden enkele artikelen over dit boek te schrijven zijn (zoals bijv. De Wekker heeft gedaan), maar in een maandblad als het onze is dat geen reële mogelijkheid. Drie van de vier redactieleden en veertien medewerkers produeeerden drieëntwintig artikelen om het onderwerp van deze studie “Spiritualiteit” veelzijdig, zowel naar het bijbels aspect ervan als naar de historische en thematische kant te beschrijven. Bij zoveel verscheidenheid van schrijvers is geen eentonige eenvormigheid te verwachten. Een onderwerp als dit zal zich daartoe ook niet zo gemakkelijk lenen. In het “Woord vooraf” wordt er reeds op gewezen dat het begrip nauwelijks te definiëren is (15). Geen wonder dat er dan ook een verscheidenheid van omschrijvingen te constateren valt. Herhaaldelijk wordt over “grondhouding” gesproken: “grondhouding, die wortelt in de relatie tot God” (253, 294, vgl. 261v., 312), waaraan altijd, zal het “echte spiritualiteit” zijn, ook “Woordbetrokkenheid” inherent is (299). Elders wordt eronder verstaan “het geestelijk karakter” van het geloof “zowel gericht naar de innerlijke zijde van de heilservaring in het hart als ook naar praktische vormgeving ervan in het dagelijkse bestaan in al zijn verbanden” (209), of ook: gereformeerde spiritualiteit omvat “niet alleen de innerlijke heilservaring van het hart in de ontmoeting met God, maar ze slaat ook op het totale leefklimaat, in gezindheid en gedragingen” (357). En om niet meer te noemen: “de menselijke reactie, door de Geest geïnitieerd, op Gods openbaring, waardoor de mens tot in het diepst van zijn wezen voor God komt te staan en tot in alle dimensies van zijn leven zich daarvan bewust is en daaraan uitdrukking geeft” (309). Bij alle variatie in omschrijving èn in uitwerking treft evenwel dat, zij het bij de een meer naar voren komend dan bij de ander, alle auteurs het gereformeerde principe hooghouden: sola fide, sola gratia en sola et tota scriptura. Die lijn wordt vastgehouden niet alleen als de bijbelse gegevens worden besproken, maar ook als de rijke en bonté geschiedenis in dezen ter sprake komt: de vroege kerk’, de Middeleeuwen, Luther, Calvijn, Comenius, het piëtisme (Brakel), de puriteinen (Erskine), Da Costa, Kohlbrugge, Bavinck, Kuyper (interessant als achtergrond of voedingsbodem voor de huidige stand van zaken in de Geref. Kerken), Schilder, de rooms-katholieken, de evangelischen, de charismatici enz. Dit geldt ook als enkele thema’s aan de orde worden gesteld: kerk, liturgie, geloofsonderricht, actie, theologie, psychologie en persoonlijk geestelijk leven. In een boeiende “epiloog” wordt tenslotte in zekere zin de toepassing gemaakt van al het gebodene. De oerverleiding van de kerk om het genoemde drievoudige sola te saboteren met behulp van religieuze prestaties en/of spirituele kwaliteiten heeft in de loop der tijden vele kansen gehad én benut blijkens dit boek. Het is goed dit te bestuderen om die verleiding te onderkennen en te weerstaan.

Dr. J. van Genderen, De nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Uitg. Kok - Kampen. 69 blz. f 19,50.

In dit geschrift - no. 29 van de Apeldoornse Studies - verscheen het “Afscheidscollege, dat in kortere vorm gegeven werd bij het aftreden als hoogleraar aan de Theologische Universiteit” op 31 aug. 1993. Prof. Van Genderen begint nuchter en bescheiden met de erkenning: “Onze woorden blijven achter bij de werkelijkheid. Dat hebben wij als theologen voortdurend te bedenken en zeker bij een machtig onderwerp als dit!”. En hij eindigt zijn betoog onder verwijzing naar de Dordtse Leerregeis: “Als het al zo is, dat wij de werkwijze van de Geest in dit leven niet volkomen kunnen begrijpen, wanneer het over de wedergeboorte of vemieuwing van het leven gaat, hoeveel te minder zullen wij dan zijn werk bij de radicale en totale vemieuwing van de schepping kunnen begrijpen en beschrijven!” (68). Er is dan ook geen sprake van fantasie of speculatie, zoals deze zo vaak aan de orde komen als het gaat om de “laatste dingen”. Nauwgezet worden de Schriftgegevens onderzocht en weergegeven. Aparte hoofdstukken behandelen Rom. 8:18-25, 2 Petrus 3:10-13 en Openb. 21:1-22:5. Zelfs de vraag of de “marxistische benadering van de geschiedenis en de samenleving” niet een “geseculariseerde eschatologie” is, wordt - naast andere benaderingen natuurlijk - aan de orde gesteld (58). Een boeiend èn bemoedigend boekje, levend in het “reeds” en in het “nog niet” (24, 26)!

Drs. Jan Noordam, De huiver van Leviticus. Ethiek en pastoraat rond homofilie en homoseksualiteit. Uitg. Boekencentrum - Zoetermeer 1994. 150 blz. f 24.50.

Dit boek geeft een overzicht van discussies in Nederland, vooral in de Nederlandse Hervormde Kerk, over het onderwerp. Ook het standpunt van tal van theologen wordt weergegeven en kritisch besproken. De schrijver behandelt de bijbelse gegevens en geeft pastorale adviezen. Dit laatste gebeurt vooral door de weergave van gesprekken met andere pastores; soms ook door kritiek op hun stellingname.

Ik kan me in het standpunt van de schrijver goed vinden. De titel van het boek (hoewel aan de Bijbel ontleend) vind ik niet gelukkig gekozen. Het boek geeft een brede oriëntatie inzake het probleem. Daarom verdient het de aandacht.

Prof. dr. ir. H. van Riessen e.a., Nooit te oud… Ouderen naast jongeren in de maatschappij. GSEV-reeks 29. De Vuurbaak - Barneveld 1994. 128 blz. f 17,90.

Het boek gaat over oud(er) worden en oud zijn in kerk en samenleving. Laat ik direct mogen zeggen dat ik het een bijzonder fijn boek vind. Ik noem het opstel van prof. Van Riessen, Oud zijn nu, een probleem?, van drs. K. Exalto, Christelijk sterven, met veel verwijzingen naar oude schrijvers. Beide bijdragen hebben mijn hart geraakt. De lezer voelt dat de schrijvers oude mensen zijn, die hun ouderdom gelovig beleven en anderen willen helpen vanuit hun ervaring.

Daarnaast: De geschiedenis van het ouderenbeleid; Het bedrijfsleven ontdekt zijn grijze haren; Medische aspecten van veroudering. Deskundige en informatieve hoofdstukken, vooral het laatstgenoemde.

Tenslotte oud en jong in de gemeente van Christus: samen op weg want Christus komt. Eigenlijk zou een kring van ouderen enkele hoofdstukken (of gedeelten ervan) moeten bespreken. Laten alle ouderlingen die met pastorale zorg voor ouderen belast zijn, zich dit boekje aanschaffen. Dat geldt ook voor predikanten.

Dit is een heel apart nummer in de GSEV-reeks.

Luco J. van den Brom, Divine Presence in the World. A critical Analysis of the Notion of Divine Omnipresence. Kok Pharos Publishing House - Kampen 1993. Deel 5 in de serie Studies in Philosophical Theology. 316 blz. f 82,90.

Dit is de Engelse bewerking van het proefschrift van de inmiddels hoogleraar geworden dr. Van den Brom. Ons blad is niet de geschikte plaats om de wetenschappelijke waarde ervan te evalueren. Laat ik mogen zeggen dat het vraagstuk van Gods alomtegenwoordigheid op een bijzonder heldere en knappe manier in het kader van de godsdienstwijsbegeerte wordt besproken. Voor hen die op dat gebied onderzoek verrichten is dit een belangrijk boek.

Ir. R.A. Jongeneel, Zin in werk. Een christelijk-politieke visie op arbeid. Nr. 14 in de uitgaven van de Marnix van St. Aldegonde Stichting, Nunspeet 1994. 127 blz. f. 14,90. De uitgaven van de wetenschappelijke stichting van de RPF gaan gestadig door. Het zijn over het algemeen waardevolle, oriënterende brochures. Dat kan ook van dit deel gezegd worden. De auteur is verbunden aan de Landbouw Universiteit in Wageningen. Daar doceert hij micro- en macro-economie in de vakgroep staathuishoudkunde. De titel spreekt voor het boek.

Na de bespreking van bijbelse noties wordt gehandeld over protestants-christelijk sociaal denken en handelen in de twintigste eeuw (Patrimonium, Christelijk sociaal congres, ontstaan van CNV, GMV, RMU). Dan volgt plaatsbepaling: een reformatorisch perspectief, ontwikkeling in onderneming en arbeid, arbeidsvoorwaardenvorming, medezeggenschap, arbeidsmarkt en economisch beleid, met ten slotte samenvattingen en conclusies.

Het geheel is te typeren als een bijbelse bezinning op zin, doel en bestemming van de arbeid. Arbeid wordt vooral gezien als dienst. Arbeiden is antwoorden op een roeping. Er wordt kritiek geleverd op de structuur van de samenleving en op het economisme. De mens moet in de arbeid tot zijn recht komen. Juist hier blijken bezwaren tegen de huidige maatschappij te moeten worden ingebracht.

De ondememingsraad is belangrijk. Er wordt voorzichtig gepleit voor een share-economie. De voor- en nadelen ervan worden uiteengezet.

Het boek is veelzijdig. Hier en daar zou verdieping en een bredere samenhang tussen de onderdelen welkom zijn. Niettemin is het een studie die het onderwerp helder behandelt en de problematiek bij de lezer brengt. Er wordt een poging gedaan om de werkloosheid fundamenteel aan te pakken. De ondertitel lijkt me te weids. Voor de inhoud heb ik waardering.

A.C. Zijderveld, De parvenu-cultuur en andere essays. Kok Agora - Kampen 1993. 200 blz. f 29,90.

In dit boek zijn de bijdragen die de auteur met een zekere regelmaat schrijft in het Financieel Dagblad, verzameld. Ze zijn verdeeld in vijf rubrieken: Kernen, Mutaties, Inflatie, Bedrijfs- en bestuursculturen, Curiosa.

De schrijver is een scherp observator, een mild criticus, een man die graag belicht wat bij velen onderbelicht blijft. Zo ontstaat er een beeld van mensen en gebeurtenissen, van de samenleving, de politiek en de cultuur dat boeiend is.

De titel van het boek is dezelfde als die van een van de bijdragen. Een parvenu is iemand die omhoog is geklommen op de maatschappelijke ladder en, daar aangekomen, toch zijn lage afkomst verraadt. Hij doet zich groot voor, maar is eigenlijk laag-bij-de-gronds gebleven. Dat prof. Zijderveld deze titel heeft gekozen, zegt wat over zijn visie op onze cultuur. Over de betekenis van het christelijk geloof wordt weinig gezegd. Het laatste stukje gaat over “Laatste woorden van mensen”. Veel van die woorden zijn leeg en mensmiddelpuntig. Een boek dat tot tegenspraak prikkelt èn tot nadenken stemt.

Albert K. Ploeger, Inleiding in de godsdienstpedagogiek. Kok - Kampen 1993. 372 blz. f 69,50.

Dit is een standaardwerk. De schrijver is medewerker geweest aan de VU. Nu is hij (hervormd) kerkelijk hoogleraar in Groningen. Hij bespreekt de godsdienstpedagogiek in het kader van pedagogiek en psychologie (vooral de ontwikkeling van het kind). Hij ziet het leren als een geïntegreerd onderdeel van het menselijk leven. Hij bespreekt het cognitieve, het sociale en het affectieve. Daar bovenuit gaat het leren door te handelen en daarover achteraf na te denken.

Veel auteurs worden met hun theorieën besproken. Hoofdstuk 7 over de hermeneutiek is in zekere zin het sleutelhoofdstuk. Interessant is de aansluiting bij school en gemeente. Verder treft de nadruk op het opkomen voor de zwakken. Verschillende emancipatietheorieën komen aan de orde. Wat ontbreekt is het aanwijzen van een normatieve pedagogiek en van de bijbelse boodschap als de hechte basis voor al de in dit boek ontwikkelde visies.

Naast veel respect voor de uitgebreide kennis en de grondige informatie over auteurs en standpunten is daar de teleurstelling over het ontbreken van een duidelijke bijbelse basis en gehalte.

Drs. Klazien van der Sloot-te Velde.Goed voor kinderen. Over zorg en opvoeding in het gezin. Kok - Kampen 1993. 253 blz. f 29,50.

De schrijfster heeft gestudeerd. Zij is echtgenote van een predikant. Het echtpaar heeft vier kinderen. Haar eigen standpunt typeert ze ergens in het boek als vrijgemaakt-gereformeerd.

De titel laat verschillende interpretaties toe. Hij kan zien op het boek. Hij kan slaan op opvoeding en gezinsleven. Hij kan slaan op de taak van de ouders. Dat veelzijdige komt ook in het boek uit. Het laat zich gemakkelijk lezen en is geschreven vanuit een gelovige nuchterheid. Er komt in het boek erg veel ter sprake: Het groeiende gezin; Van baby naar volwassene; Communicatie in het gezin; Emoties en emotioneel gedrag; Bijzondere probleemsituaties in het gezin; Het gezin buitenshuis; De voltooide opvoeding.

Er is eigenlijk geen onderwerp in verband met gezin, kinderen, ouders, opvoeding, psychologie en pédagogie, dat niet besproken wordt. Ik heb wat moeite met de zeer brede opvatting van emoties. De schrijfster put uit een boek van 500 bladzijden. Die breedheid is in haar weergave en in haar eigen standpunt te merken. Ik heb een beperkter opvatting over emoties.

Het boek is een waardevolle hulp voor ouders en voor allen die met ouders over opvoeding en gezin praten. De eerbied voor God en Zijn Woord, de praktische instelling van de schrijfster, de plezierige schrijftrant maken het boek tot een goede gids of begeleider op dit terrein. Men moet er wel zijn weg in weten te vinden. Het is geen boek om achter elkaar uit te lezen. De praktijk van het gezinsleven vraagt om langer begeleiding dan de uren die aan het lezen van dit boek worden besteed. Hiermee zeg ik maar: Men zal telkens weer naar bepaalde hoofdstukken uit dit boek grijpen.

Ik ben dankbaar dat er nu een boek is, dat vanuit de Schrift positief over opvoeding en gezin schrijft.

Ds. Joh. de Rijke, Schijn en zijn. Een onderzoek naar de prediking van Joseph Charles Philpot. Uitgeverij R.D.U. b.v. - Maassluis. 165 blz. f 24,95.

De auteur heeft een omvangrijke studie aan prof. Wisse gewijd. Nu is hij bezig geweest met de prediking van Philpot. Na een Inleiding behandelt hij de prediking van Philpot. Het derde hoofdstuk is het uitvoerigst: Roeping, Inhoud en vrucht, Hoorders, Vorm, Over de predikanten, Persoonlijk, nogmaals Inhoud. Dan A. Theologische motieven en B. Bevindelijke motieven in de prediking van Philpot. Daarna nog tal van onderwerpen. Het is mij niet duidelijk of die tot B. worden gerekend of zelfstandig moeten worden opgevat. Een vierde hoofdstuk “Parallelleer en Conclusies”, met verwijzingen naar Owen, Bunyan, Huntington, Edwards, Van Lodenstein, Witsius en Schortinghuis.

Ik heb geen volledig overzicht gegeven. Er wordt zo veel in aangeroerd. Het boek is een introductie tot Philpot, niet erg systematisch en weinig kritisch. Dat geldt ook van wat de schrijver parallellen noemt. Welke zijn de verbanden? Welke invloeden werken er? Hoe verhouden zich de besproken personen, historisch-theologisch? Merkwaardig vind ik de onderscheiding in A. en B. Het zou het boek ten goede komen, als de schrijver over de opzet een goed gesprek met een deskundige had gevoerd. Nu waardeer ik het boek als een eerste proeve van contact met Philpots prediking, gevoels- en geloofswereld.

Samuël Pfeifer, Psychische stoornissen en bijbelse zielszorg. Ingeleid door dr. J. van der Wal. In de serie Praktisch en Pastoraal. Groen - Leiden 1994. 196 blz. f 24,50.

Dit boek is een vertaling uit het Duits. De naam van de schrijver en het boek zelf ben ik in Duitse literatuur tegengekomen. Hij is daar niet onopgemerkt gebleven. Dr. Van der Wal schrijft een lovende introductie. Ik kan dat begrijpen. De schrijver van het boek is als psychiater en psychotherapeut, die zijn vak en de literatuur beheerst, een gelovig Christen. Hij schaamt zich het getuigenis van Jezus niet. Zo’n duidelijke belijdenis komt men niet vaak tegen in deze kringen. Dat doet weldadig aan.

De auteur onderscheidt duidelijk tussen de taak van psychiater, psychotherapeut èn pastor, predikant. Terecht.

Al lezende vroeg ik mij af voor wie nu eigenlijk geschreven wordt. Ik heb de indruk vooral voor pastores en gemeenteleden. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat bij deze informatie psychiatrie en zielszorg door elkaar heen lopen. In het algemeen vind ik het boek niet erg systematisch. Er komen nogal wat herhalingen in voor die de helderheid niet ten goede komen. Het boek bestaat uit drie delen: Psychiatrie in beweging; Beeiden van de zieke geest; De zwakken dragen. Het is een boek dat de lezers kan helpen, vooral omdat het geschreven is vanuit het Evangelie. Toch zou ik me kunnen voorstellen, dat een bewerking van het boek naar analogie van andere delen in deze sehe, de lezers ten goede zou zijn gekomen.

D. Deddens, M. te Velde, Vrijmaking - Wederkeer. Vijftig jaar Vrijmaking in beeld gebracht, 1944-1994. De Vuurbaak - Barneveld 1994. 344 blz. f 39,75.

Dit boek is eigenlijk het vierde in de rij van Herdenkingsboeken uit vrijgemaakt-gereformeerde kring. Het vertoont dezelfde opzet: goed verzorgd, brede bladzijden, aardig wat noten aan het eind van elk hoofdstuk en heel wat foto’s.

Voor dit boek heb ik waardering. Het is zoals de ondertitel zegt een beeld, een beschrijvende uitbeelding (van foto’s voorzien) van vijftig jaar Vrijmaking.

Vrijwel alle aspecten van het kerkelijk leven komen aan de orde, ook het onderwijs, relaties met zusterkerken, de evangelisatie, de jeugdbonden, de opleiding in Kampen, en dan vooral de geschiedenis van de Vrijmaking, de jaren ervoor en erna. Het is een boek waarin veel feiten worden vermeld. Ik vroeg me af of er over literatuur in verband met de prediking uit de laatste jaren niet meer te vertellen was. Het viel mij op dat wel genoemd is de organisatie van het congres in Noordwijk (juni 1994) samen met Apeldoorn. Er staat echter niets over de vooropleiding van Apeldoorn, die sinds enkele jaren in Kampen wordt gegeven.

Een mooi, informatief boek, dat vooral van waarde is om zijn vele gegevens. Het bezinnend, theologisch element is, lijkt me, minder aanwezig dan in de vorige bundels.

Prof. G. Wisse, De rechte Godsvrucht. Ingeleid en bezorgd door ds. H. van der Ham. De Groot Goudriaan - Kampen 1994. 192 blz. f 29,90.

Een mooi boek van en over Wisse. Een korte beschrijving van zijn levensgang (31 blz.), artikelen uit het blad Filippus, Meditaties, Pastorale Brieven uit De Wekker (vooral over het echte en het onechte geloof en over het funetioneren van het geloof. Voorzover mij bekend zijn deze brieven nog niet eerder gebundeld versehenen, uiteraard gaat het om een selectie). Tenslotte, maar in het midden van het boek, de rede van prof. Wisse voor de Vereniging van Christelijke Gereformeerde predikanten: “Plaats en beteekenis van het Geloof in de Bediening des Woords” (1942). Een van Wisses beste redevoeringen.

Ds. Van der Ham heeft de nagedachtenis van prof. Wisse en de liefhebbers van zijn publikaties een dienst bewezen. Ik heb wat moeite met de voorkant van het boek. Zo’n grote foto van Wisse, met daaronder in kleiner letter nog dan zijn naam en de titel van het boek. Ik denk dat de verhoudingen van de afmetingen precies omgekeerd hadden moeten zijn!

Ineke de Kam, Ik denk dat het door mijn geloof komt. Over vrouwen, religie en hulpverlening. Kok - Kampen 1994.128 blz. f 24,50.

Dit boek is geschreven door een maatschappelijk werkster, die tegelijk onderzoekster is aan de Universiteit van Utrecht. De studie diende haar als doctoraalscriptie.

Ze heeft aandacht voor de betekenis van godsdienst bij mensen (vooral vrouwen) die hulp vragen. Zo wil ze de hulpvragers en de helpenden beiden dienen. Er is geen direct verband tussen psychische problemen en een gereformeerde opvoeding. Bepaalde elementen uit deze traditie geven wel een bepaalde kleur en extra zwaarte aan deze problemen.

Zij vraagt respect, begrip en belangstelling voor elkaars manier van denken.

Het boek bevat de levensgeschiedenis van verschillende vrouwen. Sommigen hebben het geloof behouden, anderen niet. Het is een boek dat informatie verschaff, zonder al te zeer de probleemstelling uit te diepen.

Annelies Barth en Alie van Dalen, Alleenstaand: een ander verhaal. Christenvrouwen en hun ervaringen. Kok Voorhoeve - Kampen 1994. Tweede druk. 166 blz. f 24,50.

Dit boek beleefde in korte tijd een tweede druk. Dat laat zich verstaan. De beide redacteuren hebben alleenstaande vrouwen allerlei vragen voorgelegd. Zo krijgen we via de uitvoerig weergegeven antwoorden een duidelijke indruk van hoe vrouwen het alleenstaan beleven en verwerken.

Voor veel lezers zal dit boek een eye-opener zijn. Zij of hij zal zich ook beschaamd voelen, omdat zij of hij zo weinig gedacht heeft aan alleenstaanden met hun specifieke levenservaringen. Zelden is de toon bitter. Geen enkel onderwerp wordt geschuwd. Ik vind het boek inzichtgevend. Een bezwaar is de volgorde van de onderwerpen. De Bijbel komt wel erg achteraan. Vrije tijd, feestdagen en vakantievieren als afsluitende hoofdstukken, vind ik minder geslaagd.

Ambtsdragers, maar ook alleenstaanden zelf en de velen in hun omgeving doen er goed aan dit boek te lezen.

Dr. R. Seldenrijk, Pril leven. Vragen en dilemma’s. De Groot Goudriaan - Kampen 1994. 80 blz. f 18.90.

De schrijver is bekend om zijn heldere schrijftrant, om zijn kennis van medisch-ethische vraagstukken. Al die deugden treft men ook in dit boekje aan. Het is de uitwerking van een lezing die hij heeft gehouden voor predikanten.

Aile aspecten van kinderen krijgen (bevruchting, zwangerschap en geboorte) en van het sterven of laten sterven van kinderen, komen hier aan de orde. Tenslotte ook de rouw over het verlies van een kind. “Een schaduw die nooit geheel verdwijnt.” Vooral hoofdstuk 3 “De markt van ‘Geassisteerde voortplanting’“ vind ik goed.

Evenwichtig, niet veroordelend, maar wel de vele bezwaren noemend tegen reageerbuisbevruchting.

G. Jonker-Pool, Geschonden grenzen. Over seksueel misbruik. Feiten, overwegingen, geloofsvragen. Oosterbaan & Le Cointre - Goes 1994. 206 blz. f 35,-.

Dit boek gaat over meer dan over incest. De schrijfster laat zien, dat veel meer handelingen incestueus zijn dan alleen het betasten van eens anders lichaam of geslachtsgemeenschap. Ze beschrijft ook de gevolgen die zulke handelingen het leven door hebben. Vaak wordt het slachtoffer zich dat pas later bewust.

Juist vanwege die lange weg is dit boek ook een lange geschiedenis, soms wel eens te lang. Er zijn uitvoerige levensverhalen in dit boek. Soms zijn de daaraan verbonden gevolgen niet even duidelijk met de oorzaak te verbinden. Er ligt zo veel tussen toen en veel later. Hiermee wil ik de betekenis van het boek niet kleineren. Integendeel. Het boek is waard gelezen te worden, ook al heeft men soms vragen of vraagtekens. Het is echter in alle opzichten zeer breed opgezet. Daarmee dient de lezer rekening te houden.

Frank Vellema, Lege preken. Lege banken. In de nadagen van de Gereformeerde Kerken? Kok Voorhoeve - Kampen 1994. 150 blz. f 22,50.

Dit boek brengt wat de titel belooft. Aan de hand van uitslagen van enquêtes onder predikanten en hoogleraren wordt ingegaan op de leegheid van theologie en preken in de Gereformeerde Kerken. De ondervraagden blijken het niet nauw te nemen met de inhoud van Schrift en confessie. Dat werkt door in de prediking.

Het is ontstellend, hoe gemakkelijk centrale heilsfeiten worden losgelaten of onherkenbaar in hun betekenis worden veranderd.

De schrijver prijst het werk van (bijbelgetrouwe) evangelisatie en wijst op de noodzaak van prediking voor het hart. Het boek is een wat gepopulariseerde samenvatting van zijn in 1988 versehenen proefschrift. Enerzijds bevat het een op feiten gebaseerde analyse. Anderzijds stimuleert de schrijver de overdracht van het Evangelie. Communicatie (wellicht vanuit zijn dagelijks werk?) neemt een flinke plaats in het boek in. Jammer dat een uithaal naar de leer van de uitverkiezing het boek ontsiert. Voor analyse en voor uitvoering van de opdracht is het bruikbaar! De groei van bijbelgetrouwe kerken in Amerika is de schrijver tot voorbeeld voor Nederland.

Prof. dr. Johan Bouman, In gesprek met moslims. Groen - Leiden 1994. In de serie “Ingesprek met…”. 110 blz. f 19,95.

Met dit boek ben ik erg blij. De schrijver beoogt een gesprek met de moslims. Hij behandelt thema’s als: zonde, vergeving, verzoening, Abraham en Jezus in de Koran. Steeds weer blijkt er een fundamenteel verschil te zijn. Boeiend is ook dat de schrijver wijst op ontwikkelingen binnen de gedachtengang van Mohammed, als gevolg van allerlei gebeurtenissen.

Het is me niet bekend, dat er een boek als dit tot heden is versehenen. Het boek is eerlijk, welwillend en getuigt van het onverliesbare in ons christelijk geloof, de verzoening door het kruis. leder die met moslims in gesprek is of komt, zou dit boek moeten lezen.

Meint R. van den Berg, Ultkijken uit het raam. Uitgeverij Van den Berg - Kampen 1994. 79 blz. f 17,90.

Dit is niet de eerste roman (novelle) van de schrijver. Het is een apart verhaal. Het bevat dagboekaantekeningen van een weduwnaar, die in een bejaardentehuis een kamer van twintig Vierkante meter bewoont.

De sfeer is neerslachtig, de hoofdpersoon eenzaam en in zichzelf gekeerd, zonder een ander perspectief dan dat van een meeuw. Aan het eind denkt de hoofdpersoon dat deze meeuw dood is. Of vergist hij zich? Heeft de vraag verdere strekking?

Lieven Boeve, e.a., De relativering voorbij. Gedachten over de voortgang van de christelijke traditie. Kok - Kampen 1994. 79 blz. f 17,50.

Kok heeft ter gelegenheid van haar honderdjarig bestaan als uitgeverij een prijsvraag uitgeschreven over het thema van dit boekje. Prof. Heitink was voorzitter van de jury. Hij licht de vijf als eerste onderscheiden opstellen toe. Er is een winnaar (Boeve) en vier schrijvers die met ere worden vermeld. Vijf essays op theologisch terrein. Karakteristiek voor de vijf schrijvers is, dat ze kritisch staan tegenover wat genoemd wordt fundamentalisme en tegenover grenzeloos libéralisme. Alleen zoekt de ene schrijver een andere uitweg dan de andere.

Er komt meer aandacht voor de Bijbel. Hoe die verstaan moet worden en hoe er mee omgegaan moet worden, blijft een punt van verschil.

Pieter W. van der Horst, Gebeden uit de Antieke Wereld. Kok - Kampen 1994. 113 blz. f 22,50.

Uit de Grieks-Romeinse, joodse en christelijke wereld zijn er telkens twintig gebeden vertaald en toegelicht. De schrijver is deskundig op zijn gebied. Dat blijkt uit de toelichting. Soms worden er vergelijkingen gemaakt. Dat gebeurt niet zo vaak.

Men proeft hoe verschillend de sfeer, de spiritualiteit is, al zijn er soms merkwaardige raakpunten.

Een interessant geschrift.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's