Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderwijs moet waarom-vraag stellen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs moet waarom-vraag stellen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Via een beroemd geworden You-tube-filmpje introduceerde Simon Sinek de Golden Circle. Een eenvoudig model waarmee hij duidelijk maakt waarin de meest invloedrijke leiders en bedrijven zich onderscheiden van anderen. Invloedrijke organisaties richten zich op de waarom-vraag. (Christelijke) scholen zouden zich daar ook vooral op moeten richten.

Het model is eenvoudig. Het bestaat uit drie in elkaar getekende cirkels. In de middelste cirkel staat WHY, in de tweede daaromheen HOW en in de buitenste cirkel WHAT. Volgens Sinek richten de meeste leiders en organisaties zich op de twee buitenste ringen: het WAT en het HOE. En onderscheiden de invloedrijke organisaties zich doordat zij zich richten op het WAAROM.
Bij het WAT gaat het om wat er gemaakt of geleverd wordt, producten, diensten die er goed uitzien, een goede kwaliteit hebben. Bij het HOE gaat het erom hoe je de producten of diensten aanbiedt, bijvoorbeeld door te werken aan een excellente dienstverlening of door je klanten op een geweldige manier te ontvangen en te informeren.
De meeste bedrijven richten zich op deze twee cirkels. Ze maken producten en diensten waarmee ze de concurrentie proberen voorbij te streven en ze denken heel goed na over de manier waarop ze dit in de markt zetten en zich kunnen onderscheiden van anderen. Natuurlijk met als doel dat de consumenten hún producten of diensten gaan afnemen.

Het verschil echter wordt gemaakt door de bedrijven die zich richten op het WAAROM. Deze bedrijven en leiders richten zich op waar het hen om gaat, wat hen drijft en inspireert om het product of de dienst te maken en aan te bieden. Zij richten zich op de waarden van de onderneming en de waarden die de onderneming wil toevoegen aan het leven van de klant, de omgeving, de wereld.
Meer en meer zijn bedrijven bezig om deze lessen in praktijk te brengen. Ze gaan op zoek naar hun kernwaarden, ze formuleren een ‘mission statement’, waarin ze uitleggen waartoe ze op aarde zijn. En wanneer het een bedrijf lukt zo het hart van klanten te raken, blijkt dit zich te vertalen in commercieel succes.

In het onderwijs zien we een ontwikkeling die haast omgekeerd verloopt. Van oudsher was onderwijs een institutie die vanuit waarden werd vormgegeven. Onderwijs levert een zeer belangrijke bijdrage aan de samenleving en is daarom ook een prioriteit voor een regering. In het moderne en vooral ook westerse onderwijsbeleid, geënt op ontwikkelingen in de onderwijswetenschap, richten we ons vooral op het WAT en op het HOE van het onderwijs.
We hebben veel inzicht gekregen in hoe leerlingen leren, we hebben de leerstof nauwkeurig omschreven in competenties, kennis, vaardigheden en attitudes die de leerling zich eigen moet maken. Maar we hebben nog nauwelijks aandacht voor het waarom van het leren. De laatste jaren kiest onze overheid voor het investeren in de kwalificatie-functie van het onderwijs. Leerlingen zo vaardig mogelijk maken op de basisvakken. Nederland moet een van de hoogst ontwikkelde kennislanden van de wereld zijn en blijven. Dit hangt direct samen met de economische ontwikkeling en de toekomst van ons land. En dat leren moeten we zo efficiënt mogelijk inrichten, zodat we optimale resultaten bereiken.
Veel minder aandacht wordt er gegeven aan waarom we de leerlingen willen laten leren. Natuurlijk moeten leerlingen gekwalificeerd worden om straks hun plaats in de samenleving in te kunnen nemen. Maar ze moeten ook ingroeien in onze cultuur, om een goed burger te worden. Ze moeten leren functioneren in een democratie en ze moeten ook persoonlijk gevormd worden, met zichzelf en met anderen leren omgaan, met media leren omgaan, zich fatsoenlijk leren gedragen, waarden en normen leren en daarnaar ook leren leven. Het gaat niet alleen en niet in de eerste plaats om hoe ze leren, maar ook waarom ze leren.

Op dit moment raken we eenzijdig gericht op de werkwijzen en de opbrengsten van onderwijs. Dit is ook het gemakkelijkst concreet te maken en te (be)sturen. Die kant van het onderwijsbeleid heeft een sterk technologische kant en is ook eenvoudig te digitaliseren, te registreren en onderling te vergelijken. Als inspecties en media en ook ouders de resultaten en de onderlinge vergelijkingen daarvan steeds belangrijker vinden, gaan scholen zich daarnaar gedragen. Dit versterkt de focus op het wat en het hoe van het onderwijs, maar verengt de blik, verarmt het onderwijs, vervreemdt de leraar van zijn werk en veroorzaakt competitie tussen leerlingen en scholen.
Gelukkig lijkt de wal het schip te gaan keren. De kritiek op deze aspecten van het onderwijsbeleid zwelt aan. Wetenschappers vragen meer en meer aandacht voor de andere kant van onderwijs, het waarom.

Een van die onderwijswetenschappers is Gert Biesta, die diverse invloedrijke publicaties schreef. Hij is ervan overtuigd dat onderwijs zich meer moet gaan richten op het waarom. Scholen en leraren moeten weten waartoe zij op aarde zijn. En het antwoord op die vraag moet de schoolontwikkeling en de professionele ontwikkeling van de leraar bepalen. Weten waartoe je op aarde bent, maakt je trouwens bestand tegen allerlei trends in hypes die zich vooral op het hoe en het wat richten.
„Sta je nergens voor, dan val je voor alles”, zo schreef Biesta onlangs. Het omgekeerde is ook waar: Als je ergens voor staat, dan ga je er ook voor en dan weet je de goede keuzen te maken en ook dingen niet te doen, die misschien wel in de mode zijn, maar niet bij de waarom-vraag van jouw school passen.

Dit hele verhaal moeten vooral ook christelijke scholen zich aantrekken. De laatste jaren neemt ook op christelijke en reformatorische scholen de kritiek toe dat ze te veel onderhorig geworden zijn aan overheidsbeleid en aan trends en hypes die zich in het onderwijs voordeden. Ze hebben onvoldoende die waarom-vraag serieus genomen. Terwijl juist christelijke scholen een sterke traditie en een duidelijke missie hebben.
Laten we binnen onze scholen die waarom-vraag gewoon boven aan onze agenda’s plaatsen en heel regelmatig hier het gesprek over voeren. Dat helpt ons om (weer) dicht bij onze bronnen van inspiratie te blijven. En als we zelf die inspiratie weer meer ervaren, kunnen we die ook beter doorgeven aan onze leerlingen en studenten.

Drs. L.N. Rottier,
voorzitter college van bestuur Driestar educatief

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juli 2014

Terdege | 84 Pagina's

Onderwijs moet waarom-vraag stellen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 2 juli 2014

Terdege | 84 Pagina's