Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En gij zult ze uw kinderen inscherpen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En gij zult ze uw kinderen inscherpen

(Deuteronomium 6:6-9)

4 minuten leestijd

De bekende anglicaanse bisschop J.C. Ryle (1816-1900) heeft een heel leerzaam boekje geschreven met de titel ‘De plichten der ouders’. In dat boekje geeft Ryle aan hoe kinderen bij Gods Woord moeten worden opgevoed. En dan wijst hij ook op het belang van een goed voorbeeld. En hoe verwoestend het is als ouders Bijbelse dingen zeggen, maar er zelf niet naar leven. Hij aarzelt niet om te zeggen dat ouders dan met hun mond de weg naar de hemel wijzen, maar met hun hand de weg naar de hel… En zo wordt op een indringende wijze onderstreept hoe Mozes de woorden uit bovenstaande tekst bedoelt.

De woorden van de tekst zijn genomen uit de laatste rede die Mozes voor het volk Israël heeft gehouden. Er kwam een einde aan de woestijnreis. En zoals we weten kwam daarmee ook een einde aan het leven van Mozes. Want hij mocht niet mee het beloofde land in.

En in zijn laatste toespraak herhaalt Mozes nog eens de Tien Geboden van de Heere. Daarom wordt dit boek ook Deuteronomium genoemd. Letterlijk betekent dat: Tweede Wet. Vrij vertaald: herhaling van de wet. En door die herhaling wil hij Gods geboden als het ware in het hart van de Israëlieten kerven.

In die toespraak geeft hij aan dat de wet van God door ouders in kinderharten moet worden gekerfd. Hij geeft ze de opdracht mee: gij zult de woorden uw kinderen inscherpen. Door er veel over te spreken, en bij herhaling dezelfde dingen te zeggen. En dan bedoelt Mozes niet dat je altijd en alleen maar over de dingen van Gods Woord moet spreken en dat elk ander onderwerp vermeden moet worden. Wij hebben ook dingen te doen in het maatschappelijke en sociale leven.

Maar hij bedoelt dat ouders en andere opvoeders gelegenheid moeten zoeken om over de Heere en Zijn dienst te spreken. ’s Morgens bij het ontbijt, ’s middags onder het drinken van een kopje thee, ’s avonds onder de maaltijd enzovoorts.

En dan lezen we die merkwaardige woorden: Ook zult gij ze tot een teken binden op uw hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tussen uw ogen. En gij zult ze op de posten van uw huis, en aan uw poorten schrijven.

U weet wellicht dat de Joden deze woorden heel letterlijk hebben toegepast. Zij dragen bij de gebeden Tefilin, ofwel gebedsriemen, met daaraan gebedsdoosjes waarin papiertjes zitten met de woorden uit Deuteronomium 6. Datzelfde doen ze op hun voorhoofd en ook hebben ze een kokertje met die tekst aan hun deurpost bevestigd, de zogenaamde Mezoeza. Hoewel we niet tegen symboliek hoeven te zijn, moeten we hier toch wel de nodige kanttekeningen bij plaatsen. Want we kunnen een Bijbeltekst in onze hand hebben, je kunt zelfs de hele Bijbel in je hand hebben, en toch een hart vol van ongerechtigheid en een hoofd vol van goddeloosheid.

De bedoeling is geestelijk. De opvoeding moet doordrenkt zijn van de vreze des HEEREN. Ouders moeten ervan doordrongen zijn dat de opvoeding in het teken van de eeuwigheid staat. Een vader die nooit met zijn kinderen over de geestelijke dingen spreekt, die verloochent zijn doopbelofte. Een moeder die haar kinderen nooit liefdevol waarschuwt, die doet tekort aan het ja-woord wat ze gegeven heeft. En dat geldt in nog veel grotere mate als onze handel en wandel haaks staan op onze kerkgang. Om het met bisschop Ryle te zeggen: dan wijzen we met onze woorden de weg naar de hemel, maar met onze daden de weg naar de hel. En een slecht voorbeeld breekt alle goede woorden af.

Ik hoorde het eens een onverschillige man zeggen -en die woorden sneden diep in mijn ziel: ‘Mijn vader heeft mij leren bidden, maar hij heeft mij ook leren vloeken…’ Aangrijpend!

Ouders, praat met uw kinderen, maar dan in positieve zin. Niet negatief over die ouderling en niet schelden op die dominee, want dat werkt desastreus. Grootouders, prijs de dienst van de Heere toch aan. Als je voor jezelf de noodzaak hebt leren zien van de waarachtige bekering, dan zie je ze toch ook voor je kinderen? Als je iets hebt moeten inleven van de diepe ernst van ons leven, en van het aangrijpende van de dood, dan zoek je voor je kleinkinderen toch het eeuwige leven?

En laten we dat ernstige woord uit Ezechiël niet vergeten, dat nogal eens op ambtsdragers wordt toegepast, en terecht. Maar we mogen het breder trekken, naar een ieder die een taak heeft in de opvoeding. Ouders, zondagsschoolpersoneel, onderwijzers. De Heere zegt: Ik zal het bloed van uw handen eisen. Wie dat ernstig neemt, zal Gods genade dringend nodig hebben. Om te voldoen aan de opdracht, maar ook om vergeving te ontvangen over datgene waar in tekort geschoten is.

En wat is het dan ook een troost dat David -ook niet bepaald een voorbeeldige vader- dan mag zeggen dat, hoewel zijn huis alzo niet is bij God, God hem een eeuwig verbond heeft gesteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

Bewaar het pand | 12 Pagina's

En gij zult ze uw kinderen inscherpen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

Bewaar het pand | 12 Pagina's