Davids overdenking in de nacht
‘Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken. Want Gij zijt mij een Hulp geweest, en in de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen' (Psalm 63: 7-8)
De nacht is gevallen. Onder de donkere hemelkoepel met zijn ontelbare sterren ligt een opgejaagde vluchteling op zijn veldbed. Het is David. Golven van beproeving zijn over zijn levensschip heen geslagen. Immers, zijn eigen zoon Absalom is tegen hem in opstand gekomen en staat hem naar het leven. Het kan niet anders of deze zware omstandigheden hebben David herinnerd aan zijn oude schuld. Want het was vanwege de zonde met Bathséba en de zonde tegen Uria, dat ‘het zwaard van zijn huis niet zou wijken’.
Wat doet David in deze nacht? We lezen het in vers 7: ‘Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken’. In de grondtaal staat dat er op een heel bijzondere manier. We zouden het zo kunnen weergeven: Als ik op enig moment Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aanhoudend, voortdurend aan U in de nachtwaken. David krijgt zijn gedachten een moment gericht op God. En dat ene moment van denken aan God leidt ertoe dat hij urenlang blijft peinzen aan God. Letterlijk klinkt in dat woordje ‘peinzen’ mee: zachtjes spreken. Zo kan het nog zijn, geliefde lezer(es). Als in de nacht van tobben en zorgen de Heere uw aandacht gaat richten op Hem en Zijn Woord. Wat kan dan een enkel woord van Hem, een enkele gedachte aan Hem, leiden tot gezegende overdenking.
Waaraan denkt David in deze donkere nacht? Daarover zegt vers 8 drie dingen.
[1] Allereerst overdenkt David Gods hulp: ‘Want Gij zijt mij een Hulp geweest’. Zijn levensjaren trekken aan hem voorbij. En David overdenkt in de nacht hoe God hem tot Hulp geweest is. In zijn jonge jaren toen hij de kudde van zijn vader weidde. In de tijd dat hij aan het hof van Saul was, en de koning hem naar het leven stond. In de periode daarna, toen hij als een veldhoen op de bergen moest vluchten voor Saul. Nadien toen hij - naar Gods belofte - koning mocht worden. God heeft hem geholpen. Ligt daar geen aanwijzing in voor u of jou, die in de nacht tobt over hoe het toch verder moet? Al was uw weg moeilijk, al was het pad soms bijna onbegaanbaar, heeft Hij niet geholpen? Is er - zelfs te midden van allerlei zorgen en moeiten - niet veel reden om met Samuël te belijden: ‘Tot hiertoe heeft ons de HEERE geholpen’? En ligt daar geen aanmoediging in om de Heere opnieuw om hulp te vragen?
[2] In de tweede plaats overdenkt David Gods bescherming. Hij spreekt namelijk over ‘de schaduw Uwer vleugelen’. Dat roept het beeld op van een moedervogel die, als het gevaar dreigt, haar vleugels uitbreidt en haar jongen naar zich toe roept. En de kuikens zoeken een veilige schuilplaats onder haar vleugels. Zó heeft de Heere David beschut en bewaard. Zó heeft David mogen schuilen in de donkere nacht vol gevaar.
[3] Maar in de slotwoorden van vers 8 ligt een nog diepere betekenis. Dat wordt duidelijk als we bedenken dat heel deze psalm doortrokken is van Davids verlangen naar Gods heiligdom. In dat heiligdom - in Davids tijd een tent die op Sions berg gespannen was - stond de ark, als teken van Gods sterkheid en eer. Op die ark lag het verzoendeksel met daarop twee cherubs afgebeeld die hun vleugels naar elkaar uitbreidden. En in de schaduw van die vleugels was de plaats waar eenmaal per jaar het verzoenende bloed drupte. Het bloed dat sprak van verzoening en reiniging. Het bloed dat heen wees naar het bloed van het Lam Dat de zonde der wereld zou wegdragen. Dat is de diepste betekenis van de ‘schaduw Uwer vleugelen’: het is de plaats waar alles spreekt van Gods verzoening.
Op zijn vlucht voor Absalom heeft David moeten inleven dat hij geen enkel recht had op deze plaats. Leest u 2 Samuël 15: 25-26 maar. Maar in de weg van het buigen brengt Gods Geest David nu als een rechteloze in de schaduw van Gods vleugelen. Op de plaats waar het bloed der verzoening drupt. Daar mag hij een ogenblik rusten. En daar wordt een lofzang geboren. Want David zegt: Tn de schaduw Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen’.
Geliefde lezer(es): Nog is die schuilplaats geopend in de wonden van Christus. Met minder kan het niet. Het is groot als u in de nacht van strijd en zorgen uw gedachten gericht krijgt op God. Als één gedachte aan God u brengt tot het overdenken van Zijn woord en Zijn wegen. Als u mag belijden, dat de Heere u tot Hulp geweest is. Maar onmisbaar is het laatste van de tekst. Bid daarom met David in Psalm 17: ‘Verberg mij in de schaduw Uwer vleugelen’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 2022
Bewaar het pand | 12 Pagina's