Verwarring of verbinding
Op verzoek van de redactie wil ik, met Gods hulp en leiding, proberen wat meer te schrijven voor de rubriek ‘Van Overzee’. Ons kerkelijk weekblad is natuurlijk geen nieuwsblad, maar veel lezers hebben familie aan deze kant van het water. Anderen zijn benieuwd naar hoe het hier kerkelijk reilt en zeilt.
Allereerst moeten we zeggen dat veel hier anders is. Dat betreft het reizen, het vergaderen en zelfs het weer. De grens met Canada is nog steeds gesloten, met als gevolg dat er geen vergaderingen zijn van classes, curatorium, synode en dergelijke. Over de vraag in hoeverre we deze vergaderingen via de digitale hulpmiddelen kunnen houden, verschillen de meningen. Examens van de Theologische School hebben we in ieder geval wel kunnen afnemen, al moest er wat geïmproviseerd worden. Twee studenten mogen nu uitgaan om, zoals dat heet, een stichtelijk woord te spreken. De Heere mocht getuigenis willen geven dat Hij van ze afweet. Zijn eigen werk zal Hij zeker kronen.
Veel is hier anders. Ook het weer. In het zomer kan het hier behoorlijk warm zijn, maar zo heet als het nu is in een gebied waar een zeeklimaat heerst, zoals ten westen van de Rocky Mountains, lijkt het nog nooit geweest te zijn. Recordtempe-raturen worden er gemeten. Velen hebben geen airconditioning in de huizen, met als gevolg dat honderden mensen aan de hitte bezweken zijn.
Toen we vorige week thuiskwamen van een reis naar het middenwesten, woedde er een hevige storm. Algauw zaten we in het donker. Er was tot laat in de avond geen elektriciteit en zonder airconditioning bereikte de temperatuur in huis een ongemakkelijke hoogte.
Hete hoofden
Die avond had ik gelukkig geen vergadering, anders zouden er wel wat hete hoofden bij elkaar geweest zijn. Die zijn er trouwens in deze tijd van verwarring toch meer dan genoeg. We leven nu eenmaal in een tijd van vergaand individualisme, wat tot uiting komt in het ‘ik vind’ of ‘maar het is mijn mening’.
Iedereen reageert verschillend op coronamaatregelen en restricties, die ook nog van staat tot staat verschillen. Ergens las ik: ‘Het lontje is bij veel mensen korter geworden’. Discussies, ook in kerkenraadskamers, laaien spoedig op en voor je het weet, slaat de vlam in de pan. Ter geruststelling: in Clifton en omgeving is het rustig. We mogen alweer geruime tijd als hele gemeente bijeenkomen. Daarin hebben we Gods zorg voor een oudere dominee en een nog oudere kerkenraad ervaren. Maar de discussies en het verzet tegen kerkenraadsbesluiten of overheidsmaatregelen hebben hier en daar toch wel zorgen gegeven. U kent het gezegde: ‘Hete hoofden en koude harten’. Dat laatste is wel bewezen.
De stad Ninevé
Toen Ninevé de boodschap kreeg van de op handen zijnde verwoesting van de stad, vernederden volk en overheid zich: ‘Wie weet, God mocht Zich wenden’ (Jona 3:9). Is het niet de hoogste tijd te midden van een ontstellende afval en het doorbreken van antichristelijke machten dat we als ambtsdragers en gemeenteleden ons zouden verootmoedigen voor God, Die zo nadrukkelijk roept? De tekenen wijzen erop dat de kerk een grote verdrukking zal gaan ervaren. ‘Hij komt, Hij komt om de aarde te richten’.
Zouden we niet moeten vragen dat de Heere in plaats van hete hoofden brandende harten zou geven, zoals bij de Emmaüsgangers? Harten, vernederd door Goddelijk onderwijs, maar ook vervuld met liefde tot Hem, Die roept en slaat. Zijn er nog harten die niet koud en onverschillig, maar doorgloeid zijn van de liefde van Christus? Het deed me goed dat ik onlangs in een kerkelijk maandblad zoveel dierbaars over Sions Koning las. Het hele nummer was vol van Hem. ‘Wie geeft er ooit te hoog van deze Koning op, verheft Hem vrij tot in de hoogste top’. Dat is toch de begeerte van allen die Hem liefhebben, ook al breng je er zo bitter weinig van terecht.
Brandende harten
Welnu: dán zijn er geen hete hoofden en koude harten, maar harten die branden van verlangen naar Zijn komst, naar de uitbreiding van Zijn Koninkrijk, naar de samenbinding van wat bij elkaar behoort, over de kerkmuren heen. Dan is er geen verwarring, maar verbinding. ‘Zoete banden die mij binden aan des Heeren lieve volk’. Daar waar het liefdevuur niet wordt verdoofd. Dan zijn ze bij elkaar, buigen onder elkaar en smeken ze voor elkaar. Daar in de laagte, en mocht de Heere ons daar maar brengen, waar Gods lof mag klimmen uit het stof en Zijn lieve, grote Naam wordt geprezen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juli 2021
De Saambinder | 20 Pagina's