Het hart getemd

Brooks legt uit dat de Hebreeuwse woorden ‘Ik was stom geworden’ letterlijk betekenen: ‘Ik was gebon­ den’. De dichter voelt zich als iemand waarvan de tong is gebonden, alsof de lippen zijn dichtgenaaid, zijn dichtgebonden. Vervolgens zet hij uiteen wat het stil­ zwijgen níet is. Zo is er een stilzwijgen uit berekening, een stilzwijgen uit onkunde, een stoïcijns, een somber stilzwijgen en een wanhopig stilzwijgen. Over dat laatste iets meer.

Brooks wijst erop dat er veel mensen zijn die onder de slaande hand van God zwijgen, omdat ze bevreesd zijn voor God. Hun geweten zegt hen dat zij terechtge­komen zijn onder de hand van een God, Die als hun vijand is: ‘En ze weten dat Hij, Die één kind heeft weggenomen, alle kinderen kan wegnemen. Dat Hij, Die de vrouw heeft weggenomen, ook de man kan wegnemen. En dat Hij, Die een deel van het bezit heeft weggenomen, heel het bezit had kunnen wegnemen’. Dit is dus een zwijgen uit vrees voor erger.

Brooks geeft vervolgens een uiteenzetting van wat het stilzwijgen ‘door genade’ dan wel inhoudt. Hij noemt acht aspecten, waar­ van we er nu drie samenvatten.

1. Erkennen van God als de oorzaak

Het eerste is dat de Heere wordt erkend als de oorzaak van de verdrukking of moeite. Dat staat ook duidelijk in de tekst: ‘… want Gij hebt het gedaan’. De psalmist kijkt als het ware door de ‘tweede oorzaken’ heen en gaat naar de ‘eerste oorzaak’. En dat is Gods handelen. Brooks: ‘Daar is geen ziekte zo licht, of God heeft er een vinger in, al is het maar pijn in uw pink’. Hij vergelijkt het met een pen en met het schrift. Je hebt toch meer oog voor de schrijver dan voor de pen die de schrijver vasthoudt. ‘Zo moeten we meer het oog hebben op de Heere, Die alle dingen doet en beweegt, in al Zijn werkzaamheid, dan op alle lagere en ondergeschikte oorzaken’.

Als een christen alleen op de tweede oorzaken ziet, zal hij verkeerd reageren. Het zal leiden tot boze gedachten. Maar als een christen mag zien op de eerste oorzaak, het handelen van God Zelf, dan zien ze niets dan ‘genade, barmhartigheid en goedheid’.

2. Vrees voor Gods majesteit

Het tweede kenmerk van het stilzwijgen voor God is een heilige en genadevolle vrees voor ‘de majesteit, soevereiniteit, waardigheid, autoriteit en aanwezigheid van die God onder Wiens slaande hand we verkeren’. Zó had Aäron het oog op Gods soevereiniteit. En dat maakte hem stil. Job had eveneens oog voor Gods majesteit en Eli had het oog op Gods autoriteit en aanwezigheid. Een mens zal zichzelf nooit verootmoedigen voor God en evenmin stil zijn onder Gods slaande hand, totdat hij ziet dat Gods hand een machtige hand is.

3. Heilig stil zijn

Het derde aspect van het zwijgen voor God is dat het een heilig, kalm stilzwijgen is. Brooks spreekt David na die beleed: ‘Immers is mijn ziel stil tot God’ (Ps. 62:2). Dat betekent dat de ziel onderworpen is aan de Heere. Alle verkeerde gevoelens (hartstochten) worden ‘getemd’. Zó ver­ ging het de godvrezende mensen Aäron, Eli en Job. Brooks: ‘Ze zagen dat het een Vader was, Die hun deze bittere bekers in de handen gaf; en dat het Zijn liefde was die hun deze zware kruisen op de schouders legde; dat het genade was die hun deze jukken om de halzen hing. En dat veroorzaakte veel stilheid en kalmte in hun geest’.

Brooks benadrukt dat het ook in het hart stil moet zijn, zoals de muziek van Davids harp het hart van Saul tot rust bracht. ‘Als Gods kinderen onder de roede zijn, maakt Hij door Zijn Geest en Woord zulke liefelijke muziek in hun zielen, dat daar­ door alle beroeringen, hartstochten en verwarringen worden gestild. Dan zitten ze als Noach rustig en stil en bezitten ze hun zielen in lijdzaamheid’.

(wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen