Het gekrookte riet [16]
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen. Mattheüs 12:20a
TWEEDE PREDIKATIE
2. Er is onderscheid tussen de onvromen en de vromen. In de onvromen is de hardigheid hun natuur. In de vromen is het bij geval zo. Is er geen onderscheid tussen de hardigheid van een steenrots en de hardigheid van ijs? Schijnt de zon op een steenrots, ze blijft hard, ze zal niet smelten; maar schijnt ze op het ijs, het zal smelten. Kinderen Gods, komt de Geest werken, dan smelt gij weg, al moest ge ook over uw hardigheid klagen. Dan maakt God u wel als David en als Petrus. Zij werden zo bedroefd. En Petrus was zo vol van de liefde tot de Heere dat hij zich op de alwetendheid van de Heere moest beroepen (Joh. 21:7).
V. Een vijfde zwarigheid: zou iemand die in het allergrootste verval is, kunnen weten dat hij een gekrookt rietje is? Zou er nog wel een blijkje zijn dat hij nog niet gebroken is, en dat hij niet gebroken zal worden? Ja, het is niet te zeggen aan welke tere en fijne draden de genade hangt. Het is ook niet te zeggen aan welke grove draden de inbeelding hangt. Wees zo slecht als ge wilt, anderen zien uw genade. Al is het voor u verborgen, al durft gij het niet uit te spreken, uw tranen spreken, uw klacht openbaart het. Gij zult zeggen: dat voldoet voor mij nog niet. Zeg het mij toch eens of ik een gekrookt rietje ben, dat niet verbroken zal worden.
Ik antwoord u: ge raakt in ongelegenheid zo veel als ge wilt. Kortelijk dit:
1. Als gij daarover klaagt, als ge het naar uw oordeel moet vast- stellen dat ge geen genade hebt, zijt ge daar bedroefd over, of is het u tot blijdschap? Ik weet zeker dat gij er bedroefd over zijt. Dan zijt ge een riet dat niet gebroken zal worden.
2. Kunt ge het gemis, het gebrek aan Gods gunst gemakkelijk dragen, of is dat ondraaglijk? Wat dunkt u, als God uw vijand is, kunt ge dat gemakkelijk dragen? Of kunt ge het niet dragen?
3. Zijt ge wel érgens zo mee voldaan als met de gunst Gods? Al gaf God u kronen, zegt ge dan niet, ik moet meer hebben, want dát is God niet!
4. Blijft de Heere Jezus niet uw toevlucht in nood en dood? Als het zo beklemd wordt, is dan de Zone Gods niet uw enige Toevlucht?
5. Hebt ge Gods Naam en zaak niet lief, zou u er niet wat voor willen ontberen, zou u er niet alles voor overhebben, als de nood u daartoe riep?
6. Kunt ge wel wederkeren tot de wereld en tot uw vorig leven, tot uw oude leven?
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 2022
De Saambinder | 20 Pagina's