Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten over…. doel missen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten over…. doel missen

4 minuten leestijd

Toen de militaire dienstplicht er nog was, gingen jongens van rond de twintig jaar onder de wapens. Na verloop van tijd betekende dat ook leren omgaan met vuurwapens. Mijn herinnering daaraan is beschamend.

Liggend op een brits moest een doel beschoten worden met een tamelijk zware mitrailleur. Het wapen liep me letterlijk uit de hand en de kogels sloegen met veel geraas in een houten schot, waardoor de splinters rondvlogen. Het snel ingrijpen van de instructeur voorkwam erger. Ik miste het doel.

Het doel waartoe God de mens heeft geschapen, is dat hij God, zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen. Door de zondeval heeft de mens het doel gemist. Die zonde- val was echter niet zo dat de mens door onvermogen of zwakheid dat doel niet kon raken. Nee, bewust en moedwillig wendde Adam zich van dat hoge doel af om zich op een ander doel te richten. Zoals een ervaren schutter, die van zijn meerdere de opdracht krijgt om een zeker doel te raken, bewust een ander doel kiest en daarmee moedwillig ongehoorzaam is.

Aan stukken geschoten

Na de zondeval kan en wil de mens zich niet meer op dat oor- spronkelijke doel richten. Hij is er vijand van geworden. In plaats van Gods eer is onze eigen eer ons doel geworden. En al doet de mens nog burgerlijk goed, in wezen is elke handeling, elk woord en elke gedachte, zonde voor God, omdat het niet Gods eer op het oog heeft. Wij missen ons doel en schieten alles aan stukken, al kan het voor ons natuurlijk oog lijken dat er veel goede schut- ters zijn. Godsdienstigheid en burgerlijkheid schijnen het doel te bereiken. Ten diepste is het echter alles mis.

In de wedergeboorte gaat de Heere ons oog er voor openen dat we doelmissers zijn. Het verstand, de wil en de begeerten worden vernieuwd, waardoor we weer begeren dat oorspronkelijke doel te raken. Maar onze pogingen falen. We raken het doel niet meer. Dat wordt tot smart. Als ’s morgen vroeg de vogels hun stem laten horen, loven zij onbewust hun Schep- per. Dan klinkt het in de ziel: ‘En gij, mijn ziel, loof gij Hem bovenal’. Dat snijdt door de ziel. Dat kleine diertje kan zijn doel nog raken. Dat kan ik niet meer.

Toch is het een zegen dit te mogen leren. Hoe smartelijk ook. Door deze weg krij- gen we een Borg nodig, Die wél het doel geraakt heeft. De Middelaar heeft in het Hogepriesterlijke gebed gezegd tot Zijn Vader: ‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gege- ven hebt om te doen’. Als die Borg wordt verklaard in Zijn plaatsbekledende arbeid, wat wordt Hij dan dierbaar, begeerlijk en noodzakelijk.

Hem gelijkvormig worden

Dat werk van die Borg wordt nu de Zijnen toegerekend. Zijn werk wordt op hun reke- ning geschreven. Zo hebben ze deel aan Zijn Borgtochtelijke werk in het verheer- lijken van de Schepper en Herschepper. Dan gaan ze ook begeren Hem gelijkvor- mig te worden. Ze begeren om God te verheerlijken en groot te maken. Dat gaan ze hier ook in beginsel doen. Meer nog dan Adam voor de zondeval. Want Adam ver- heerlijkte God in Zijn almacht, wijsheid en goedheid. Maar de Kerk gaat een drie-enig God verheerlijken in Zijn gerechtigheid, genade en barmhartigheid. Zonder het te beseffen deden ze dat al in hun eerste oprechte schuldbelijdenis. Ze doen het in hun buigen voor en onder God. Ze doen het des te meer als de weg der zaligheid in Christus wordt geopenbaard. En hoe meer ze in Hem mogen zien, hoe meer ze God verheerlijken, al kunnen ze het er zelf meestal niet voor houden.

Zo mogen ze met hun zwakke geloofs- hand, soms al bevende, richten op het doel. En zo mogen ze het soms raken. Hun Meester hield hun geloofshand vast, richtte hun geloofsogen en bestuurde de pijl. Het is Zijn werk en het wordt hen toegerekend. Hij beloont hen er voor met Zijn genadeloon.

Het werk van het verheerlijken van een drie-enig God mag de Kerk na dit leven volmaakt gaan doen. Dan raken ze het doel. Daar is geen doelmisser meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Gedachten over…. doel missen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's