Zonder Ons Niet Volmaakt
En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen, alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden. Hebreeën 11:39-40
Zouden de uitverkorenen onder het Oude Verbond door een andere weg zijn zalig geworden dan onder het Nieuwe Testament? Konden zij buiten Christus? En verkregen zij door de geloofsvereniging met Hem niet een gegronde verwachting van de eeuwige zaligheid? Toch hebben zij de dadelijke vervulling door de komst van Christus niet verkregen. Dat was bereid voor de Kerk van het Nieuwe Testament, met alle weldaden die de komst van Christus vergezelden. Met het oog daarop schrijft Paulus: ‘… alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden’.
Gods eeuwig, soeverein welbehagen is de grond van deze bedeling. Er ligt niet de minste waarde in het schepsel, ook niet in de uitverkorenen, waarom God een betere bediening gegeven heeft. Alleen in Hem Zelf is alle grond van zaligheid, en naar Zijn welbehagen heeft Hij onderscheiden bedelingen aan Zijn Kerk geschonken. In de volheid des tijds is de wet van haar vloek ontwapend, opdat door het geloof Gods uitverkorenen staan zouden in de vrijheid waarmee Christus hen vrijgemaakt heeft. Want alleen door het geloof zal Gods volk de vrucht hebben uit de bediening die gegeven is.
Deze bediening is ‘wat beters’, zegt de apostel. De Kerk was onder voogden en verzorgers gesteld, maar de Heere heeft het juk van haar schouders weggenomen. Een vrije toegang is haar in Christus geopend tot de troon der genade. Dit is het voorrecht van de Kerk van het Nieuwe Verbond; het handschrift der zonde is teniet gedaan. Zonder die vervulling was de Kerk niet volmaakt. Het Oude Verbond kan zonder het Nieuwe niet zijn. Dat is de zin van Paulus’ woorden: ‘Zonder ons zijn zij niet volmaakt’.
Het donkere en verdwaasde Rome ziet in deze woorden een voorburg, een onderaardse verblijfplaats, waarin de geesten der gelovigen van het Oude Testament zouden zijn opgesloten tot na de opstanding van Christus. Maar heel die leer van een voorburg is tegen de Schrift. Bovendien handelt Paulus niet over de staat der zielen na de dood, maar in dit leven. De gelovigen van de oude dag zijn op grond van de eeuwige Borgstelling van Christus de heerlijkheid ingegaan, zowel als degenen die na Christus’ opstanding gestorven zijn. Maar in dit leven is onderscheid in de bediening, en daarmee in verband staat de oefening van het geloof. ‘Zonder ons’ wil dus zeggen: zonder de vrijmaking door Christus in de tijd aangebracht. Zonder die aangebrachte vrijheid waren zij niet volmaakt.
Het is één en dezelfde Kerk, één enige duive van Christus, die nu van onder de vloek van de wet verlost is en tot de volmaakte staat gebracht is. Volmaakt is de Kerk, niet in die zin alsof zij alle zonde en strijd in dit leven reeds te boven was, maar wel zó dat zij gekomen is tot de wasdom in Christus, dat zij heeft teniet gedaan wat eens kinds is. Geheel het betoog van de apostel is een aanprijzing van de staat van het Nieuwe Testament boven die van het Oude Verbond.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2023
De Saambinder | 24 Pagina's