Geestelijke toerusting
Vijftig jaar geleden opende het Van Lodensteincollege in Amersfoort haar deuren. Daar is veel gebed aan voorafgegaan. De naamgeving van de school was ook onderwerp van gesprek.
Ds. J. van Lodenstein was een godvrezende vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie, een stroming die vanuit Utrecht (in de directe omgeving van Amersfoort) zo krachtig haar invloed gelden deed. In de naamgeving drukte het bestuur de wens uit dat de eenheid van leer en leven die Van Lodenstein voorstond en uitdroeg ook op school in praktijk zou worden gebracht. Daarom heeft de geestelijke toerusting van jonge mensen een belangrijke plaats in het onderwijs en dat beperkt zich niet tot de godsdienstles! Deze vorming is als een zuurdesem die het hele onderwijs doortrekt.
Ter gelegenheid van het gouden jubileum van de school schreef dr. W. Fieret een prachtig boek over Van Lodenstein, onder de titel: ‘Het hart naar boven’. Dit boek, dat in het najaar verschijnt, laat ons zien dat de geestelijke erfenis van Van Lodenstein nog steeds van grote betekenis is. Niet alleen zijn leven wordt geschetst, maar Van Lodenstein wordt ook getekend in de context van de tijd waarin hij leefde. Deze benadering geeft inzicht in de handelwijze van Van Lodenstein in bepaalde situaties. Daarin liggen wijze lessen voor onze tijd. Ik licht alvast een tipje van de sluier op. Dat doe ik in vier artikelen, waarbij ik me vooral richt op zijn waardevolle betekenis.1
Orthodoxe regentenfamilie
Wie was Van Lodenstein? Bij het stellen van deze vraag kijken we graag naar een portret. Hoe zag hij eruit? Dat weten we helaas niet. Historici en archivarissen hebben gezocht, maar die pogingen zijn tot nu toe tevergeefs geweest. We zullen het dus zonder zijn portret moeten doen. Wel hebben we de beschikking over een grote schriftelijke nalatenschap. Die vormt een rijke bron waaruit Fieret rijkelijk heeft kunnen putten. Jodocus is geboren op 6 februari 1620 in Delft. Hij groeit op in een gezin en familie van vooraanstaande burgers. De regentenfamilie Van Lodenstein oefent veel invloed uit op bestuurlijk, economisch en kerkelijk gebied. Zijn vader is burgemeester en ouderling. Het is dan ook bijzonder dat Jodocus niet in de voetsporen van zijn vader gaat, maar theologie gaat studeren in Utrecht, waar Voetius een vooraanstaande hoogleraar is. Politieke macht en economische invloed kunnen Jodocus niet bekoren.
Zijn inspanningen zijn gericht op het werkzaam zijn in de dienst van de Heere en op de uitbreiding van Zijn Koninkrijk.
Herder
Van Lodenstein neemt als afgestudeerd theoloog een beroep aan naar de kleine combinatiegemeente Zoetermeer-Zegwaart. In deze gemeente wonen vooral turfgravers en boeren. Is dat niet beneden zijn stand? Voor hem is dat geen vraag. Hij dient zijn medemens en volgt daarmee de opdracht van zijn Meester op. Hij komt om te dienen en niet om te heersen en toont zich niet alleen een leraar, maar ook een herder van zijn gemeente. Hij vindt een goede onderlinge verhouding met zijn medemensen erg belangrijk. Als hij overheidspersonen aanspreekt en vermaant, doet hij dat op een tactische manier, zonder hen in hun positie aan te tasten. Hij onderwerpt zich aan het over hem gestelde gezag. De jonge predikant wordt in zijn eerste gemeente beschuldigd van onrechtzinnigheid. De classis verwerpt deze klacht uiteindelijk, maar daar gaat heel wat aan vooraf.
De wijze waarop Van Lodenstein dit alles ondergaat, is voorbeeldig. De waarheid en de vrede zijn hem duizend keer meer waard dan zijn reputatie. Zijn visie op lijden, in welk opzicht dan ook, is ingegeven door het lijden van de Heere Jezus Christus. Als hij daarover mediteert, schrijft hij: ‘Nu ik dit goed overdacht heb, mijn ziel, is het niet uit te spreken wat een kracht van troost, ja, van juichen en blijdschap er is in het lijden dat vergeleken wordt met dat van de Zaligmaker. Beschouw daarom alle scheldwoorden als eretitels en wees er zo ver vandaan om kwaad met kwaad aan uw lasteraars en bespotters te vergelden, dat u het tegenovergestelde doet, namelijk dat u u verblijdt en hen in stilte bedankt voor het goede dat ze aan u bewezen’. Tijdens dit ingrijpende conflict leren we Van Lodenstein kennen als iemand die al op jeugdige leeftijd zelfverloochening praktiseert. Het is een onderwerp waarover hij veel heeft geschreven en ook gesproken vanaf de preekstoel. Deze Bijbelse eigenschap is een van de rode draden in zijn leven. Het praktiseren van die Bijbelse houding betekent echter niet dat hij uit vriendelijkheid, nederigheid en vredelievendheid water bij de wijn doet. In zijn preken en geschriften zijn indringende waarschuwingen tegen de zonden te lezen, evenals oproepen aan monden naamchristenen om zichzelf te onderzoeken.
Dichter
In 1650 geeft Van Lodenstein gehoor aan een beroep uit Sluis, een garnizoensstad in het verre Zeeuws-Vlaanderen. De anderhalf jaar waarin Van Lodenstein in Sluis het Evangelie bedient, zijn volgens diverse getuigen rijk gezegend. Burgers, ruwe soldaten en officieren vragen zich met de stokbewaarder bekommerd af: ‘Wat moeten wij doen om zalig te worden?’ Ze zijn met hart en ziel verheugd dat ze rechtgelovige christenen geworden zijn. Jaren later bevestigt Jacobus Koelman, één van zijn opvolgers, dat de gemeente tijdens de bediening van Van Lodenstein door de zegen van de Heere bijzonder gebloeid heeft.
In Sluis begint Van Lodenstein met zijn werk als dichter. Predikant- en dichterschap liggen bij hem in elkaars verlengde. Ze komen voort uit dezelfde bron en zijn gericht op hetzelfde hoge doel: de eer van God. Zijn gedichten worden gelezen, gezongen en gewaardeerd. Van Lodenstein ziet het zingen niet in de eerste plaats als een activiteit ter ontspanning of om de luisteraars te laten genieten van de zangkunst. Bij hem heeft zingen vooral een geestelijke dimensie. Het is een oefening in de godzaligheid: een middel om God te dienen en te streven naar een leven waarin de heiliging van God centraal staat. Hij schrijft dat God tijdens het zingen met Zijn Geest in de harten van mensen werkt en dat ze daarvan getuigenis mogen geven. Dan is dit zingen een vruchtbare oefening!
wordt vervolgd
1 Deze vier artikelen verschijnen gelijktijdig in De Wachter Sions, kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 2024
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 augustus 2024
De Saambinder | 20 Pagina's