Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

…mijn kinderen hebben gezondigd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

…mijn kinderen hebben gezondigd

5 minuten leestijd

Wat verwacht u van uw kind? Moet het mee kunnen komen op school? Een goede baan hebben? Sociaal zijn? Een fijn karakter tonen? Geliefd zijn in de groep? Allemaal belangrijke zaken. Maar boven alles heeft uw kind verzoening van de zonden nodig.

Laat dat laatste toch geen holle frase in uw gebed zijn, maar een diep doorleefd verlangen, want: ‘...mijn kinderen hebben gezondigd’.

Dit zijn woorden van Job, de vader van een groot gezin. Hij was geen heilige zonder zonden, maar wel geheiligd in Christus! Job was oprecht, vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad. Dit waren voor hem doorleefde begrippen. Hij was een lévende tempel, waarin Gods Geest duidelijk zichtbaar was.

Kinderen een zegen

Kinderen zijn een erfdeel van de Heere, een weelde in het huwelijk en een schat voor de ouders. Daarmee wordt al direct de pijn beschreven van hen die de kinderzegen moeten missen. Job en zijn vrouw hadden tien kinderen: zeven zonen en drie dochters. Uit alles blijkt dat de gunst van God over Job en zijn huis was.

Gezien zijn omvangrijke gezin en zijn bloeiende onderneming zou men hem een zeer drukbezet man kunnen noemen. Toch valt deze vader op door zijn aanwezigheid en toewijding in zijn gezin. De grootte ervan en de grootte van zijn bedrijf vormen voor hem geen belemmering om de Heere te dienen. Zijn rijkdom evenmin.

Dat zijn benen de rijkdom kunnen dragen, komt omdat het buígende benen zijn! Job is een man van praktische vroomheid. Het zijn echter geen zelf verworven deugden, waarmee hij wordt getekend! Wie zou hier niet de werkingen van de Geest van Immanuël in herkennen?

Kinderen en zonden

Job en zijn vrouw zijn gezegend met tien kinderen. Er is alle reden om aan te nemen dat er in hun gezin een voortreffelijk gezinsklimaat heerste. De vrome Job gunt zijn kinderen familiebijeenkomsten. Hij heeft de waarde daarvan ingezien. Zij kunnen hun vader niet verwijten ‘dat ze ook nooit wat mogen’. Tegelijkertijd weet Job dat het kinderen van hém zijn en daarom werkelijk tot álles in staat. In hoofdstuk 14 zegt hij: ‘Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet één’. De mogelijke zonden van zijn kinderen houden hem bezig. Het is een zaak waarbij hij niet wegkijkt. Hij zingt niet mee in het koor: ‘Mijn kind doet zoiets niet’.

De tekst wordt voorafgegaan door het woordje ‘misschien’. Job is er niet van overtuigd, hij is ook niet direct achterdochtig, maar hier staat een vader die zijn eigen hart kent. Van buiten lijkt alles wel te kloppen bij zijn kinderen, maar daarmee is Job niet tevreden. Nee, hij weet dat de (verborgen) zonden van zijn kinderen Gods toorn en wraak afroepen. Zo heeft hij blijkbaar zelf de zonde leren kennen. Genade maakt zo voorzichtig en gaat zo nauwkeurig te werk, juist als het om eigen vlees en bloed gaat. Job draagt de zonden van zijn kinderen als zijn eigen zonden.

We lezen hier een ernstige waarschuwing voor ons. Hoe vaak zijn we niet tevreden met wat uitwendige godsdienst bij onszelf en onze kinderen? De kinderen van Job zijn ongetwijfeld welvarend geweest, maar bij Job telt vooral hun ziel! Bij ú ook?

Kinderen en verzoening

Vader Job laat zijn kinderen roepen als de familiebijeenkomsten voorbij zijn. Hij kan de gedachte niet verdragen dat zijn kinderen mogelijk gezondigd hebben. Wat is dit toch een zuiver voorbeeld van hoe ouders met hun kinderen moeten omgaan. De kinderen moeten zich alle tien heiligen. Dit betekent dat zij zich eerst moeten verkleden, daarna zichzelf onderzoeken en vervolgens belijdenis doen bij Jehova over hun zonden. Voor dag en dauw staat Job op en treedt hij met ieder kind apart naar het altaar. Daar vloeit het bloed en wordt het offerdier verteerd. Daar worden Job en zijn kinderen onderwezen in de noodzaak van de voltrekking van Gods heilig recht. Alleen in de weg van een offer en bloed kan er verzoening met God komen. Zo klinkt hier in het Oude Testament de roep om het heilige Offerlam.

Job heeft altaren opgericht. Tien altaren. Voor elk kind staat er een altaar, elk kind heeft persoonlijke verzoening nodig. Wat weegt hem de persoonlijke verzoening. Bij ú ook?

Job deed dit álle dagen. Wat schitteren in deze enkele woorden de rijkdom én de reikwijdte van de verzoening. Élke dag was er een nieuw offer mogelijk en beschikbaar. Zie hier de kracht en de beschikbaarheid van het bloed van Christus. Job had dat bloed nodig voor zichzelf en voor zijn kinderen. Dit tekent nu een kind van God: verbonden aan het altaar, aan het bloed van het Lam, elke dag opnieuw. U ook?

Kinderen en de eeuwigheid

Dit was het laatste wat Job met zijn kinderen deed voordat zij door de dood werden weggerukt. De koning der verschrikkingen zal het hart van Job en zijn vrouw doen sidderen en zwaar maken van verdriet: tien kinderen zullen in één moment in de eeuwigheid zinken. Als u vandaag afscheid moet nemen van uw geliefden, bent u dan ‘vrij’ van hun bloed? Dat wil zeggen: hebt u met hen indringend gesproken over de noodzaak van het bloed? Hebt u er samen om gebedeld?

In ons drukke leven vol stemmen klinkt er één stem boven alles uit. Het is de stem van Christus, Die roept: ‘Laat de kinderkens tot Mij komen!’ Laten alle stemmen rondom u dit bevel toch niet overstemmen. Het offer van Christus is gebracht op Golgotha. Wij hoeven daar niet meer heen, maar nog steeds is deze priesterlijke bewogenheid een vereiste in onze tijd. In gesprek en in gebed: ‘Mijn kinderen hebben gezondigd’. De reikwijdte van dit bevel omvat alle ouders en opvoeders, ja, de héle gemeente. Want in haar midden bedienen we niet voor niets de Heilige Doop.

Gelukkig huisgezin, waar vader de weg naar hét Altaar gaat. Om jaloers op te zijn, toch? Gelukkige kinderen van God; zij hebben een biddende oudste Broeder, Die voor hen bidt!


Misschien hebben mijn kinderen gezondigd.

Job 1:5

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2025

De Saambinder | 20 Pagina's

…mijn kinderen hebben gezondigd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 2025

De Saambinder | 20 Pagina's