Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

18. De overwinning van de Joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

18. De overwinning van de Joden

Esther

5 minuten leestijd

Wat was er in korte tijd een enorme verandering ontstaan. De man Mórdechai, voor wie Haman eens een galg had opgericht, was nu een man van macht en aanzien in alle landschappen geworden. In korte tijd hadden de Joden de overhand op hun vijanden behaald. We vernamen al dat de vreze der Joden op het Perzische volk gevallen was en dat velen de Joodse godsdienst aannamen. En dat niet alleen, maar we lezen in Esther 9: 3: En al de oversten der landschappen en de stadhouders en landvoogden en die het werk des konings deden - dat waren de rijksambtenaren - verhieven de Joden; want de vreze van Mórdechai was op hen gevallen. Ineens was het verachte volk van de Joden tot een alom geacht volk gaan behoren.

In en rond de burcht Susan brachten de Joden vijfhonderd mannen om, die vermoedelijk de grootste vrienden van Haman waren geweest. Tot eer van de Joden moet vermeld worden dat zij niet aan de bezittingen van de vijanden kwamen. In de Bijbel staat op meerdere plaatsen vermeld: Zij sloegen hun handen niet aan den roof (Esther 9:10). Het was de Joden uitsluitend om hun leven en het leven van hun vrouwen en kinderen te doen geweest. Hoewel zij zich de eigendommen van hun vijanden hadden mogen toerekenen, zo deden zij dat niet. Zij handelden niet ’vanwege vuil gewin en eigen profijt, maar alleen om hun lijf en goed te beschermen,’ zegt kanttek. 17 bij Esther 9:10. Toch was koningin Esther nog niet helemaal gerust. Dat bleek wel toen ze de koning vroeg of er in en rond het paleis van Susan ook de volgende dag nog tegen de vijanden mocht worden gevochten. Zij wist dat vooral in en rond de vesting van Susan zich de haard van het antisemitisme bevond. Immers, de tien zonen van Haman waren weliswaar gedood, maar hun vrienden leefden nog en weigerden het veld te ruimen voor de aanhang van Mórdechai. Er was maar weinig voor nodig of er zou opnieuw een burgeroorlog in het land kunnen oplaaien. Vandaar Esthers verzoek om ook nog de andere dag in de stad Susan te mogen doorgaan met vechten.

De apostel vermaant Gods kinderen: Gij hebt nog ten bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde (Hebr. 12:4). Er dient tegen de zonde ’tot het uiterste toe gestreden te worden’, zegt kanttek. 17. Zo wilde ook Esther het uiterste verzet tegen de Joden breken. Vandaar haar verzoek om de laatste verzetshaard in Susan te mogen neerslaan. Haar verzoek werd toegestaan, want we lezen: Toen zeide de koning dat men alzo doen zou; en er werd een gebod gegeven te Susan, en men hing (de reeds vorige dag gedode) tien zonen van Haman op (Esther 9:14).

Bij elkaar werden er op de veertiende dag in Susan nog driehonderd mannen gedood, boven de vijfhonderd mannen rond het paleis van de vorige dag. Het was een duidelijk bewijs dat Esthers dodelijke ongerustheid niet ongegrond was geweest. Inmiddels werd het de koning bekend dat in het hele rijk er vijf en zeventig duizend vijanden waren omgebracht. Een flink aantal, maar gezien de grootte van het rijk dat miljoenen mensen omvatte, viel dat aantal mee. Duidelijk bleek dat vooral in Susan er veel vijanden van de Joden waren, want daar werden er op de eerste dag (dat was de dertiende dag) vijfhonderd op het paleis of op de burcht en de volgende dag (de veertiende) driehonderd in de stad omgebracht, totaal dus achthonderd vijanden. En steeds lezen we: Maar de Joden sloegen hun hand niet aan den roof. Zoals gezegd was het hen niet te doen om zich te verrijken met de eigendommen van hun vijanden, maar slechts om het leven van hen en hun gezinnen.

Door een wonderlijke weg hadden de Joden het leven eraf gebracht en het was dan ook geen wonder dat we lezen dat de Joden buiten de stad Susan (waar alleen op de dertiende dag was gevochten) den veertienden dag der maand Adar maakten ter vreugde en maaltijden, en een vrolijken dag, en der zending van delen aan elkander (vers 19), terwijl de Joden in de stad Susan (waar op de dertiende en de veertiende dag was gevochten) rustten op den vijftiende derzelve (maand) en zij maakten denzelven een dag der maaltijden en der vreugde (vers 18). Terwijl dus in het land op de veertiende dag al een bevrijdingsfeest werd gehouden, werd er in Susan die dag nog gevochten en werd het feest der bevrijding op de vijftiende dag van die maand gehouden. Ook tijdens de bevrijding van ons land was het zuiden eind 1944 reeds bevrijd, toen de rest nog in 1945 bevrijd moest worden en er nog zulke bange maanden van honger en leed moesten meegemaakt worden. Wat een groot wonder was de Joden in het Perzische rijk ten deel gevallen. Zij mochten wel zeggen: Dit is van den HEERE geschied en het is wonderlijk in onze ogen. Dit is de dag dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen en verblijd zijn (Ps. 118:23 en 24). Geen wonder dat de Joden ter herinnering aan die grote overwinning de veertiende en de vijftiende dag hebben ingesteld tot een feestdag en elkaar delen toestuurden, dat wil zeggen elkaar geschenken gaven, vooral bestaande uit porties eten.

(Volgende keer D.V. 19. De instelling van het purimfeest)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

18. De overwinning van de Joden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's