Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 215

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 215

Hoofdstuk 32 – De ongelovigen veroordeeld (4)

6 minuten leestijd

Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods. Johannes 3:18

Als het met alle ongelovigen zo is gesteld, is het niet verwonderlijk dat een ziel die onder de eerste overtuigingen is van haar ellendige staat, in diepe geestesnood wordt gedompeld.

Over zulke mensen wordt in Handelingen 2:37 gezegd dat zij verslagen werden in het hart en uitriepen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Zo was het ook bij de stokbewaarder: hij kwam in, bevende en verbaasd, en zei: Lieve heren, wat moet ik doen opdat ik zalig worde?

Zeker, als een ziel aanvoelt dat zij onder het vonnis en de veroordeling van de grote God is, dan zijn alle tranen, is al het beven, zijn die afmattende dagen en die onrustige nachten bepaald niet zonder grond en reden. Zij die nooit hun eigen ellendige staat hebben gezien in het licht van een heldere en volle overtuiging, zijn misschien verbaasd wanneer ze zien dat anderen in diepe geestelijke nood verkeren. Zij zullen de zaak misschien verkeerd beoordelen en het dwaasheid of zwaarmoedigheid noemen. De geestelijke noden gaan hun grond en oorzaak echter nooit te boven, al zijn ze nog zo hoog.

Zeker, het is een van de grote verborgenheden van de genade en van het voorzienig handelen Gods. De mensen weten helemaal niet hoe zulke arme zielen in hun vrees en hun verdriet van dag tot dag worden ondersteund. Die vrees en dat verdriet kunnen in een paar uur de moedigste geest op aarde breken. Luther was iemand met een grote natuurlijke moed. En toch: toen God de geestelijke noden over zijn ziel liet komen, dan staat er van hem dat hij geen stem, geen warmte en geen bloed meer in zich scheen te hebben.

Wat zijn het gelach en de vrolijkheid van alle vleselijke en onwedergeboren mensen dwaas en zonder grond!

Zij vieren feest in hun gevangenis en ze dansen in hun boeien. O, wat is er een dwaasheid in het hart van een mens! Als de mensen eens zouden zien dat hun bevel tot inhechtenisneming voor de hel al is geschreven, of als ze zouden geloven dat ze alrede veroordeeld zijn, dan zou het onmogelijk voor hen zijn om zó in de ijdelheid te leven als nu.

Is hun situatie minder gevaarlijk omdat ze die niet begrijpen? Zeker niet: zij is daardoor veel gevaarlijker. O arme zondaars, u hebt een weg gevonden om de moeiten van dit moment met succes te voorkomen. Het zou goed zijn wanneer u een weg kon ontdekken om uw eeuwige ellende te voorkomen. Het is voor een mens evenwel gemakkelijker om zijn overtuigingen te smoren dan het doemvonnis te voorkomen. Uw vrolijkheid bergt een tweevoudig onheil in zich: zij staat uw berouw in de weg, en maakt dat u in de toekomst meer gepijnigd zult worden. O, wat zal uw hel voor een hel zijn, voor u die daarin zult neerstorten, uit alle zinnelijke en zondige genietingen van deze wereld! Als iemand van de vreugde kan zeggen dat zij onzinnig is, en van het lachen: wat maakt deze, mag hij dat in dit geval zeker wel zeggen!

Wat hebben diegenen reden om zich te verheugen, zich te verwonderen, en de Heere tot in eeuwigheid te prijzen, die een welgefundeerd vertrouwen hebben dat ze vrijgesteld zijn van de veroordeling door God.

O, dank de Vader, Die u verlost heeft uit de macht der duisternis, en u heeft overgezet in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde (Kol. 1:12, 13). Verheug u, en wees zeer verblijd, want als u van de veroordeling bevrijd bent, bent u uit de macht van de satan: hij heeft helemaal geen heerschappij meer over u. De macht van de satan komt over de mensen uit kracht van hun veroordeling, zoals de macht van de cipier of de beul over het lichaam van een veroordeelde gevangene (Hebr. 2:14). Als u van de veroordeling bevrijd bent, zal de prikkel van de dood u niet deren. De prikkel van de dood brengt de ziel van de mens een dodelijke steek toe, enkel en alleen uit kracht van Gods veroordelende vonnis: De prikkel nu des doods is de zonde, en de kracht der zonde is de wet (1 Kor. 15:56).

Als u nu van de veroordeling bent bevrijd, zult u op de Oordeelsdag getroost en vrijmoedig staan voor de rechterstoel van Christus. Waarlijk, hierin is de liefde Gods volmaakt (1 Joh. 4:17). O, het is een voorrecht waarin de genade, de barmhartigheid en de liefde Gods even helder stralen als de zon wanneer zij schijnt in haar volle kracht. Zeker, u zult aanleiding vinden om aan Gods voeten te liggen, verwonderd en overweldigd in het besef van deze weldaad, wanneer u zult merken dat u vrij bent van de veroordeling door God, terwijl vele anderen, die niet beter waren dan u, nog steeds onder de veroordeling liggen. Ja, ú bent bevrijd, en velen van uw meerderen in de wereld zijn nog onder de vloek (1 Kor. 1:26). Ja, ú bent bevrijd, en anderen die onder dezelfde middelen der genade hebben gezeten en dezelfde uitwendige voordelen hebben ontvangen als u, zijn nog in de boeien (2 Kor. 2:16).

O broeders, dit is een heerlijke bevrijding! Kijk ernaar zoals u wilt: uw losprijs is betaald, en er is geen penning van u bij. Het heeft u niets gekost om vergeving te krijgen. Uw vergeving is volkomen, en niet één zonde die u ooit beging, is ervan uitgesloten. U bent bevrijd, en Jezus Christus werd in uw plaats veroordeeld om uw vrijspraak te verwerven. Uw vergeving is verzegeld in Zijn bloed, en dat voor eeuwig, zodat u nooit meer in het oordeel zult komen: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven (Joh. 5:24).

Laat degenen die zó werden bevrijd, hun dagen op aarde doorbrengen in lof en blijde gehoorzaamheid. Laten zij wanneer zij sterven, voor de dood niet terugdeinzen, en evenmin bang zijn om hem bij zijn koude hand te nemen. De dood kan hun geen kwaad doen. Ja, laten zij hun stervende lippen sluiten met een

Gode zij dank voor Jezus Christus.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten.

Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 215

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's