Enkele overdenkingen vanuit de pastorie voor de komende dankdag

Geliefde lezers, op D.V. 3 november zal onze jaarlijkse dankdag worden gehouden. We willen onze lezers per brief enkele overdenkingen voor deze dag toesturen.

Allereerst stellen we de vraag of u gelooft dat we in de gezegende laatste dagen leven? Het is mogelijk dat u onze vraag niet begrijpt of dat u het ontkennend beantwoordt als u alleen denkt dat wij met onze kinderen in de vreselijke laatste dagen leven, waarin de oordelen als onheilsboden ons wijzen op de dag des oordeels. Omdat het lijkt alsof de wereld het wint van Christus, alsof satan Christus en Zijn Kerk verslagen heeft en alsof de beloften dat Christus bij Zijn Kerk blijft onwaarheid is. Vóórdat wij ons antwoord hierop geven, schrijven we u eerst dat we uw grote zorg delen als we zien op het wereldgebeuren, op de ontzaglijke toestand van ons land en op de droevige omstandigheden van Gods kerk.

Verwacht niet dat we gaan schrijven over Gods oordelen, of over de wijze waarop onze regering en de media er alles aan doen om de niet-gevaccineerden over te halen om zich te laten inenten, of over de maatregelen van de overheid en de afzonderlijke besluiten na het opheffen van de anderhalve meter afstand.

Wat hebben de oordelen uitgewerkt?

Wat we u wel willen vragen is wat de oordelen bij ons hebben uitgewerkt. Wie is door de Heere uitgedreven naar de binnenkamer zoals we lezen in Gods Woord: Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers, en sluit de deuren na u toe, verberg u als een klein ogenblik, totdat de gramschap overga? (Jes. 26:20). Hebben wij Zijn stem gehoord in het zenden van de roede aan oordelen: Hoort de roede en Wie ze besteld heeft? (Micha 6:9). Wanneer dit het geval is en we voor Hem in de schuld zijn gekomen en verzoening in het bloed van Christus hebben afgesmeekt en ontvangen, dan behoort dit tot de ’gezegende’ laatste dagen. Hierover sprak Petrus op de Pinksterdag: Maar dit is het wat gesproken is door den profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren etc. (Hand. 2:16-18). Onze kanttekenaren zeggen van ’in de laatste dagen’: ’Zo worden de tijden genoemd van het rijk van Christus na Zijn komst.’

Ook ónze tijd behoort dus tot deze gezegende dagen, tot de Evangelietijden waarin verloren zondaars tot God worden bekeerd (Jes. 60:8). Ook al brult satan en ook al lijkt het alsof er van Gods Kerk niets overblijft. Toch zal het tegendeel blijken, want Christus’ Koninkrijk kent geen tegenspoed maar alleen voorspoed. God de Vader verzekert dit als Hij zegt: En het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan (Jes. 53:10).

Onze tijd is óók de gezegende tijd waarin Christus Zijn volk beproeft door tegenheden. Christus vergelijkt daarom Zijn volk met lelies die groeien tussen de doornen, waardoor hun geestelijke groei lijkt belemmerd te worden (Hoogl. 2:2). De enige oorzaak waarom Zijn volk wordt verdrukt door tegenstand van mensen of door opgelegde kruizen, is de onuitsprekelijke liefde van God de Vader! Het zijn werkelijk gezegende tijden als uw hart tevreden en vergenoegd is met datgene wat God aan kruizen oplegt, al is de tegenwoordige beproeving voor uw verstand raadselachtig. U bent gezegend als u Christus prijst boven uw gevoel uit en op Hem vertrouwt ook al is het donker. Weet dat u Christus onteert als u onverenigd bent in tegenheden en als u in voorspoed genoeg hebt aan Zijn giften in plaats van Hem als Gever! Het heilige doel van beproevingen is om u dichter bij Christus te brengen en om u hoe langer hoe meer aan Hem gelijkvormig te maken. Paulus smeekte hier zelfs om, toen hij bad: Opdat ik Hem kenne (…), en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende (Filipp. 3:10). Het heilige doel is ook om u in hetzelfde voetspoor te leiden waarop Christus uw Voorloper is gegaan. Hoewel dit voor uw vlees niet aangenaam is, is het wel tot vreugde voor uw ziel, zodat u uitroept: Uw voetstappen druipen van vettigheid (Ps. 65:12). Tijdens deze voettocht mag u onder de schaduw van Christus, de Appelboom uitrusten, en de zoete vruchten van Zijn liefde, trouw en goedheid smaken (Hoogl. 2:3). Een ander heilig doel van beproeving is om u geschikt te maken voor de hemel! U ziet dan niet op de beproeving, maar op uw dierbare Jezus. Wat een genade als u in Jezus ook ziet uw liefderijke Vader, Die u van eeuwigheid heeft liefgehad en u als Zijn kinderen en erfgenamen heeft aangenomen, en in Jezus ook ziet de Heilige Geest Die u troost en bij u blijft in der eeuwigheid!

In onze brief willen wij u meedelen dat de Heere ons voor de verdrukkingen tussen biddag en dankdag dankstof heeft gegeven. We bekommeren ons niet wat satan en anderen er van denken, maar achten het genoeg om te bewonderen Wie God in Christus wil zijn voor een verloren zondaar als ik ben. We hebben vreugde in Christus, en beseffen veel meer dan anders dat deze donkere proeftijd behoort tot de gezegende dagen, en begeren om de Heere op de dankdag en ons leven lang te eren en te dienen. Maar het is ons een nog grotere zegen om te bevatten dat God de Vader blijdschap in ons heeft door Christus. Dat wij niet alleen zeggen: Ik ben mijns Liefsten, maar ook: Zijn genegenheid is tot mij (Hoogl. 7:10).

Het einde van de gezegende dagen van beproeving

Wanneer de tijd van de winterstormen aan beproevingen voorbij is en de zomertijd aan hemelse heerlijkheid is aangebroken, dan zult u zich verheugen met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde. Het zien van de verhoogde Christus zal zulke gezegende uitwerkingen voor u hebben. Hier kunt u zeer verdrietig zijn als u ziet op alle ellende en op satans woede. Maar als Christus uw zielsogen tot Hem trekt, dan overwint u alle verborgen vijandschap, haat en afgunst. Het kan niet anders dan dat u nu al dankdag hebt. Eenmaal zal de tijd van beproeving ten einde komen, en zal de eeuwigheid aanbreken dat Christus u lieflijk omhelst.

Smeek uw Heere of Hij in deze gezegende laatste dagen van het Evangelie uw man of vrouw, uw familie met uw gemeente en uw buren met uw verre naaste genadig wil zijn, zodat u behalve een goedertieren God in Christus, ook het goede van Gods Kerk mag zien (Ps. 128:5). U zult zien dat Christus het nooit verliest! Wat zal de eeuwigheid zijn om de Drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest te prijzen, en te zwemmen in de eindeloze oceaan van Zijn liefde zonder bodem en zonder strand! Wij hébben door genade Zijn dierbare liefde geroken, genoten en ingedronken als water in de tijd die achter ons ligt. Wij hébben Christus omhelsd en bleven met verwondering op Hem staren. Nooit zullen we vergeten wat Christus daarop zei: Gij hebt Mij het hart genomen met één van uw ogen (Hoogl. 4:9). De kanttekening legt het zo uit: ’gij hebt Mij ’onthart’, ’dat is, door het ware geloof waarmee gij Mij aanschouwt en omhelst als uw Bruidegom, wint gij Mij het hart af’. Als Christus ons Zijn hart laat ’ontharten’ of ’afwinnen’, zien wij in Zijn kleed de verborgen plooien van Zijn liefde.

We willen nog enkele regels aan onze brief toevoegen. Als u klaagt dat u in tegenheden gebrek hebt aan gewilligheid en in voorspoed geen dankbaar gemoed, dan raden we u aan om uzelf bij de Heere aan te klagen, opdat u alleen klaagt over uzelf en over uw gruwelijke afval! Smeek Hem om een nieuw hart en om het bovenstaande te leren kennen tot uw zaligheid. Och, konden we Christus recht aanprijzen, zodat u niet langer zonder Hem kunt leven.

Wie mag belijden dat hij genade heeft ontvangen om te midden van tegenslag en moeite zich in de Heere te verblijden, zelfs onder de meest verdrietige en pijnlijke tegenheden? De enige oorzaak is de Drie-enige God Die u heeft verkoren, geliefd en wedergeboren en u leidt door dit leven. Dankt God in alles, voor zowel tegen- als voorspoed, niet alleen op de jaarlijkse dankdag maar op welke dag dan ook.

We zijn overtuigd dat alles wat we over Hem schrijven tekortschiet. U die Christus kent en liefhebt, we behoeven u Hem niet aan te prijzen. In deze gezegende laatste dagen kunt u nog veel meer in Hem vinden. Straks zult u alles in Christus vinden als alle schaduwen van droefheid als een wolk zullen wegdrijven (Hoogl. 2:17; Jes. 35:10).

We beëindigen onze brief vanuit de pastorie voor de komende dankdag met de erkenning: Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave (2 Kor. 15).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen