De heilige oorlog (143)
Gewassen en gereinigd
Sieraden voor Mensziel
Nadat de inwoners van Mensziel luid wenend om vergeving hebben gevraagd aan de Prins, bidden ze dat Hij weer als vanouds over hen regeert en Zijn liefde aan Mensziel bevestigt. Daarop antwoordt de Prins: ‘Ween niet, maar bewandel de goede weg. Eet het vette en drink het zoete. Stuur delen van de maaltijd naar diegenen voor wie niets bereid is, want de vreugde van uw Heere is uw kracht. Ik ben, vervuld met barmhartigheid, teruggekeerd tot Mensziel. Mijn Naam zal opgericht, verhoogd en verheerlijkt worden.’ Hij trekt de inwoners tot Zich, kust hen en drukt hen aan Zijn hart. Ook geeft Hij aan de voornaamsten van Mensziel en ieder die de stad bestuurt een gouden ketting en een zegelring. Hij stuurt daarenboven naar hun vrouwen aller lei sieraden en juwelen. Aan de wedergeboren kinderen van Mensziel schenkt hij veel kostbare voorwerpen.
Gewassen
Nadat Prins Immanuël dit alles gedaan heeft aan de beroemde stad Mensziel, zegt Hij: ‘Was uw kleding, trek de sieraden aan en kom dan naar Mij toe in het stadskasteel.’ Daarop gaat iedereen naar de fontein die geopend is voor Juda en Jeruzalem om zich daarin te wassen. Ze wassen zich dus en maken daar hun kleding wit, waarna ze het kasteel ingaan waar de Prins is. Daar stellen ze zich voor Hem. Door heel Mensziel klinkt muziek en overal wordt gedanst, omdat de Prins Zijn tegenwoordigheid en het licht van Zijn aangezicht schenkt. De klokken luiden. De zon beschijnt hen lange tijd op aangename wijze.
Vastewils doorgaande strijd
In de stad wordt nu nog grondiger de vernietiging en ondergang van alle overgebleven Diábolonisten aangepakt. Zij bevinden zich in de schuilplaatsen en spelonken die ze nog hebben in Mensziel. Er zijn er nog steeds die tot op de dag van vandaag met lijf en leden zijn ontsnapt aan hun vijanden in Mensziel. Vooral Vastewil is voor hen een nog grotere schrik dan ooit tevoren. Zijn hart is er nog meer op gericht om hen te zoeken, te vinden en te achtervolgen tot de dood toe. Hij achtervolgt hen dag en nacht en brengt hen daardoor in grote moeilijkheden, zoals later nog zal blijken.
De gedachtenis aan de vijanden weggenomen
Nadat alles tot zover in orde is gebracht in Mensziel, geeft de gezegende Prins Immanuël het bevel dat de stadsbewoners zonder uitstel enkele mannen uitkiezen om naar het slagveld te gaan. Zo zorgt Hij ervoor dat de doden die gevallen zijn onder het uitroepen van het wachtwoord ‘Bij het zwaard van Immanuël en het schild van kapitein Geloof’ worden begraven. De Prins wil voorkomen dat de vuile dampen en de stank van de lijken de lucht besmetten en daardoor de stad Mensziel tot een kwelling zullen zijn. Een andere reden tot dit bevel is dat zoveel mogelijk de namen, de aanwezigheid en de herinnering aan de vijanden uit de gedachten van de inwoners van Mensziel wordt verdreven.
Liefde en wederliefde
Christus toont Zijn liefde en zorg aan het van Hem in dwaasheid afgeweken, maar ook bedroefde volk. Hij schenkt veel weldaden. Hij laat zien dat er bij Hem vergeving is in Zijn allesreinigend bloed. Die liefde verwekt wederliefde, zodat de strijd tegen de aanklevende zonden nog heviger wordt. Alles wat herinnert aan de oude mens moet verdwijnen.
Eet het vette en drinkt het goede
Christus roept liefdevol op tot het genieten van het goede. Bunyan heeft gedacht aan wat gebeurde zeven maanden nadat de ballingen uit Babel waren teruggekeerd. Gevraagd door het volk leest Ezra de wet van Mozes voor, terwijl men zich verzameld heeft in de straat voor de Water poort te Jeruzalem. Ingespannen wordt geluisterd. Na enige tijd komt het verdriet naar boven; men rouwt en weent. Maar dan mag Nehemia hen toeroepen: Deze dag is den HEERE uw God heilig; bedrijft dan geen rouw en weent niet. Want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden. Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette en drinkt het zoete, en zendt delen dengene voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte (Neh. 8:10, 11).
Het zijn troostvolle woorden voor een diepbedroefd volk. Maar er ligt ook een opdracht in. Liefde maakt mededeelzaam. Er moet ook oog zijn voor de armen, weduwen, wezen en vreemdelingen. En de woorden treffen doel: Toen ging al het volk heen om te eten en om te drinken, en om delen te zenden en om grote blijdschap te maken; want zij hadden de woorden verstaan die men hun had bekendgemaakt (vs. 12, 13). De tedere liefde van Christus gaat zeer ver: Hij drukt de Zijnen aan Zijn hart.
Sieraad voor as
Na de as van de rouw komen de sieraden van feestelijkheid (Jes. 61:3). De profeet Ezechiël beschrijft wat de Heere doet nadat Hij Zijn volk heeft gewezen op hun afkomst en ontrouw: Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen en een keten aan uw hals. Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd (Ez. 16:11, 12 ). De vertrooste ziel ontvangt nieuwe en tedere, heilige gedachten met betrekking tot zijn God en Verlosser.
Een geopende fontein
De reine Christus kan alleen omgang hebben met een gereinigde zondaar. De kleding behoort wit te zijn: Laat uw klederen te allen tijde wit zijn (Pred. 9:8a). Daarvoor moeten ze gewassen worden in een fontein. Het is de fontein waarvan de profeet Zacharia spreekt: Te dien dage zal er een fontein geopend zijn voor het huis Davids en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid (Zach. 13;1). Welke dagen zijn dat: Te dien dage …? Dat is de dag als Christus gekomen zal zijn (kanttek. 1). Die dag komt, nadat er dagen van rouwklagen aan zijn voorafgegaan: En het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder (Zach. 12:12 e.v.). Er is sprake geweest van grote verdrukking: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams (Openb. 7:14b).
Wat is dat voor fontein? Dat is ‘de genade Gods van de vergeving der zonden door het bloed van Jezus Christus, in hetwelk wij gewassen zijn’ (Zach. 13, kanttek. 2). En hoe wordt die fontein geopend? Door ‘de predicatie van het Heilig Evangelie’ (kanttek. 3). Christus laat Zijn heerlijkheid ook schijnen op de Zijnen: … en Zijn aangezicht was gelijk de zon schijnt in haar kracht (Openb. 1:6b). De zegenbede wordt werkelijkheid: De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede (Num. 6:25, 26).
Liefde tot Christus verwekt haat tegen de zonde
De wil van Gods volk wordt versterkt in de strijd tegen de zonde. Zou ik niet haten, HEERE, die U haten? En verdriet hebben in degenen die tegen U opstaan? (Ps. 139:21). Het wordt waar wat de profeet Jesaja heeft moeten profeteren over Edom: Want de verbolgenheid des HEEREN is over al de heidenen, en grimmigheid over al hun heir; Hij heeft hen verbannen, Hij heeft hen ter slachting overgegeven. En hun verslagenen zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opgaan (Jes. 34: 2, 3).
De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn, maar de naam der goddelozen zal verrotten (Spr. 10:7). Welke gedachtenis zal er van ons gelden? Het onderscheid is niet uit te spreken: of we hebben kennis aan de geopende Fontein tegen de zonde en tegen de onreinheid, of ons hart is een stinkende fontein van ongerechtigheden. Een tussenweg is er niet. Beseffen we dat?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's