Gods Vadernaam
“Onze Vader, Die in de hemelen zijt!” Mattheüs 6 : 9b
(Vooraf te lezen Heidelbergse Catechismus Zondagsatdeling 46)
Wat een heerlijke naam is dat, waarmee de Here Jezus ons God leert aanspreken in het allervolmaakste gebed'
I Wij mogen God "Vader" noemen en worden daardoor opgewekt tot kinderzin Het zou al heel mooi wezen, als wij als een smekeling mochten knielen voor Zijn troon en eerbiedig Zijn voeten mochten kussen Maar dan is het zeker veel te veel eer, dat wij tot Hem mogen naderen als kinderen tot hun Vader Waaraan hebben we dit wondere voorrecht te danken'^ Is de oneindige afstand tussen Schepper en schepsel opgeheven en is de kloof tussen Heilige en zondaar overbrugd' De verklaring van dit raadsel ligt in de Persoon van Hem, Die ons de Vademaam op de lippen legt God is door Christus onze Vader geworden en wij zijn om Christus' wil tot Zijn kinderen aangenomen Deze nieuwe verhouding is een vrucht van Zijn kruis'
Maar hoe hebben wij ons nu tegenover God te gedragen, als Hij onze Vader wil zijn'^ Onze kinderzin moet uitkomen in kinderlijke eerbied en kinderlijk vertrouwen Ieder rechtgeaard kind ziet eensdeels hoog tegen zijn vader op, anderdeels rekent het stellig op zijn genegenheid Zo moet ook het optreden van een kind van God gekenmerkt worden door ontzag voor Zijn Vaderlijke hoogheid èn door vertrouwen op Zijn Vaderlijke goedheid Die twee horen bij elkaar en mogen met van elkaar worden losgemaakt Als wij tot God gaan met vertrouwen zonder eerbied, slaan wij een brutale toon aan en gaat ons bidden scheef Als wij daarentegen tot Hem gaan met eerbied zonder vertrouwen, nemen wij een schuwe houding aan en gaat ons bidden ook scheef Alleen als wij gaan met eerbied èn vertrouwen samen, geven wij blijk onze plaats te kennen Tussen de klippen van gemeenzaamheid en brutaliteit in loopt de rechte weg, die wij in de omgang met God als onze Vader hebben te bewandelen Wij mogen nooit denken dat wij iets in te brengen hebben, maar wij moeten er wel altijd op rekenen dat Gods oog op ons ziet, dat Gods hart voor ons klopt en dat Gods hand vaardig is tot onze hulp
II WIJ hebben God aan te spreken als onze Vader Daardoor worden wij opgewekt tot broederzin Het "Onze Vader" is van het begin tot het eind in de meervoudsvorm gesteld De ons zo geliefde woordjes "ik" en "mij" komen er niet in voor In de plaats daarvan zijn getreden de woordjes "wij" en "ons" Al dadelijk in de aanspraak heet het niet "mijn" Vader, maar "onze " Vader, Die in de hemelen zijt Dat heeft ons veel te zeggen'
Het IS ons niet onbekend, dat wij zo ontzettend zelfzuchtig zijn Maar wij hebben er mogelijk nog maar zelden bij stilgestaan, dat dit zelfs in onze gebeden tot uiting komt Wat draaien zij vaak om het middelpunt van ons dierbare eigen ik en wat vragen zij dikwijls alleen maar om vervulling van eigen wensen en verlangens' Het lijkt wel alsof wij de belangrijkste persoon zijn van de hele wereld en alsof alleen onze belangen gewicht in de schaal leggen De noden van anderen, hoewel misschien honderdmaal erger dan die van onszelf, komen tenminste heel niet ter sprake Wij eisen God helemaal voor onszelf op en willen Hem blijkbaar tot onze particuliere Vader maken
De Here Jezus keurt deze zelfzuchtige manier van doen af Hij leert ons bedenken, dat wij niet het enige kind in Huis zijn, maar dat wij lid zijn van een groot gezin, bestaande uit talloze broeders en zusters Zeker, God wil mijn persoonlijke Vader zijn, maar ik mag niet proberen Zijn bijzondere lieveling te worden en de andere kinderen te verdringen, want die liggen Hem even na aan het hart Ik heb mij te wennen aan de gedachte, dat ik deel uitmaak van een uitgebreide familie, ik heb hun behoeften mee te voelen dragen en ik heb daarom God aan te spreken als onze Vader
III Gods naam is niet "Onze Vader" zonder meer, maar "onze Vader, Die in de hemelen zijf' Die toevoeging roept ons tot hemelzin De Vader, Die wij aanroepen, IS er niet Eén van dezelfde soort als onze aardse vaders Hij is oneindig ver verheven boven al Zijn schepselen Men vertelt, dat de eerste Christenen gewoon waren in hun godsdienstoefeningen elkander toe te roepen "sursum corda'", dwz "de harten naar Boven'" Zij antwoordden daarop dan "wij hebben ze opgeheven tot de Here" Zo wil Christus ook, dat wij bij ons gebed onze harten zullen losmaken van alles wat ze naar beneden trekt en dat wij ze zullen verheffen naar de hemel
Wanneer wij dat doen wordt de eerbied voor onze Vader verdiept, want wij gevoelen dat Hij geweldig hoog boven ons staat Wij worden ervoor bewaard om op aardse wijze te denken van de hemelse majesteit van God Maar wanneer wij dat doen wordt tegelijk ons vertrouwen versterkt, want wij beseften dat geen ding voor Hem onmogelijk is Wij behoeven niet bang te wezen, dat God ons niet kan helpen aan hetgeen wij van Hem vragen Maar wij kunnen gerust alles wat wij nodig hebben voor lichaam en ziel van Hem verwachten Want wat Zijn liefde wil bewerken, ontzegt Hem Zijn vermogen niet Zo doet de hemelzin onze eerbied en ons vertrouwen beide toenemen, met als gevolg, dat WIJ op de rechte manier met God omgaan als onze hemelse Vader
Is het geen heerlijke naam, wanneer de Here Jezus ons God leert aanspreken in het allervolmaakste gebed*^ Het blijft alleen de vraag of wij die naam op onze lippen durven en mogen nemen Kinderzin, broederzin en hemelzin zijn immers niet bepaald onze sterkste punten Moeten wij het daar eerst niet veel verder in gebracht hebben, voordat wij het kunnen wagen'^
De Catechismus zegt, dat Christus ons geboden heeft God aan te spreken als "onze Vader" Het mag dus niet alleen, maar het moét zelfs' Maar hoe komt het dan met onze kinderzin terechf? Daarvan wordt gezegd, dat Christus ze Zelf in ons verwekt Het is dus niet ons werk, maar Zijn gave Kom daarom als een verloren zoon tot God en laat uw eerste woord zijn ''Vader, ik heb gezondigd en ben niet meer waard Uw zoon genaamd te worden" Dan zal Hij u door Zijn Geest voorthelpen Hier op aarde zult u de Vadernaam steeds gebrekkig blijven stamelen als een kind dat nog leert praten, maar Daarboven zult u die naam uitspreken als een man die de taal meester is geworden Al uw aanbidding en al uw geluk zal eenmaal besloten liggen in die ene naam "Onze Vader, Die in de hemelen zijt'"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1996
Ecclesia | 8 Pagina's