Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lofzang van een tastende blinde (IV, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lofzang van een tastende blinde (IV, slot)

met stem, tegenstem en bovenstem, gedirigeerd door Calvijn

10 minuten leestijd

Tweede tegenstem: Vertwijfeling en Bovenstem

‘Lam Gods’

Johannes onderstreept niet alleen, zoals we in de vorige aflevering zagen, de betekenis van het kruis voor de gehele wereld maar hij plaatst binnen dit kader de kruisiging ook nog in een apart licht. Dat Jezus de gekruisigde Koning is, wordt, zoals we zagen, ook door het evangelie naar Johannes onderschreven, maar tegelijkertijd is deze Koning tevens het lam, dat geofferd wordt voor de zonde van de wereld. Dit werd al bij het begin van Jezus’ optreden aangekondigd door Johannes de Doper toen hij op Jezus wees met de woorden: ‘Zie het lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt’ (Joh. 1:29. Het voert te ver om hier op de details in te gaan, maar de evangelist Johannes heeft de geschiedenis van de kruisiging dan ook zo geordend dat Jezus gekruisigd wordt op het moment dat in de tempel de paaslammeren worden geslacht.1 Na zijn sterven doorsteekt een soldaat zijn zijde en er vloeit bloed en water uit. Dit is het teken, dat Hij werkelijk gestorven is. Maar naast deze fysieke betekenis heeft mijns inziens deze gebeurtenis ook een diepere zin. In het licht van Schriftplaatsen als Openbaring 7: 14 en 1 Johannes 1:7 kunnen we het water en het bloed opvatten als een hendiadys, één zaak die door twee dingen wordt aangeduid. Het is het reinigende bloed dat uit de doorstoken zijde van het Lam vloeit om de zonde van de wereld weg te wassen.

Maar we kennen de aard van de wereld in de optiek van Johannes. Zal dan iemand bereid zijn zich te laten reinigen? Uiteraard niet. Het ligt voor de hand dat toekomstige lezers de mededeling voor kennisgeving zullen aannemen om voort te gaan met hun ‘wereldse’ leven.

De schrijver is zich hiervan ten volle bewust en grijpt naar een opvallend middel, dat we in geen enkel ander evangelie vinden. Hij spreekt de lezers persoonlijke aan. Hij stelt zich met grote nadruk voor als ooggetuige en roept de lezers, in overeenstemming met Johannes 3:16, op tot geloof. We laten hem zelf aan het woord: ‘En die het gezien heeft, heeft ervan getuigd en zijn getuigenis is waarachtig hij weet, dat hij de waarheid spreekt, opdat ook gij gelooft’ (Joh 19: 35).2 Het geldt niet alleen voor de lezers van toen, maar voor die van alle tijden, ook van vandaag.

Is deze oproep niet volstrekt ongerijmd? Jezus is immers ‘werelds’ gesproken. gestorven. Dat heeft iedereen kunnen zien. Er mag dan een verhaal zijn over zijn opstanding, maar dat valt buiten de door ieder waar te nemen realiteit. De ernst van dit probleem is Johannes niet ontgaan, evenmin trouwens als de andere evangelisten. Johannes voert iemand ten tonele, niet uit de wereld, maar juist uit eigen kring, die ermee worstelt. Dat is de discipel die als ‘ongelovige Thomas’ de geschiedenis is ingegaan. Thomas heeft van zijn medediscipelen gehoord, dat de Heer is opgestaan en aan hen is verschenen, maar weigert dit te geloven. Hij wil eerst zelf de tekens van de nagels en het litteken in de zijde van Jezus èn zien èn tasten. Dan verschijnt onverwachts Jezus zelf ook aan Thomas en nodigt hem om zijn handen te bekijken en de vinger te leggen in zijn zijde. Op dat moment gaat Thomas overstag en roept hij uit: ‘Mijn Heer en mijn God’. Daarmee mocht de ongelovige Thomas de eerste worden die Jezus belijdt als ‘Heer’ en ‘God’. Dit is ‘amazing grace’. De reactie van Jezus is echter opvallend. Hij prijst niet Thomas zalig die gelooft nu hij gezien heeft, maar hen ‘die niet gezien hebben en toch geloven’ (Joh. 20:29). Anders gezegd: ...zij die geloven ‘ondanks’ het feit dat ze niet gezien hebben Misschien mogen we het nog iets scherper formuleren: ...zij die geloven ‘ondanks’ het feit dat zij het tegendeel hebben gezien.

Het is overigens veelzeggend dat deze geschiedenis de aanleiding heeft gegeven tot een gezegde dat precies het omgekeerde beoogt: ‘Eerst zien en dan geloven’.

De actualiteit van het ‘ondanks’

Het feit dat we hebben geconstateerd, dat juist in onze tijd de voorzegging van Jezus Christus over de verkondiging van het Evangelie aan alle volken op grote schaal verwerkelijkt is, roept de vraag op of het ongeloof van Thomas niet achterhaald is. Zijn er thans niet tallozen die niet gezien hebben en toch geloven? Is wellicht de situatie in de, laat ik maar zeggen, ‘christelijke’ wereld van dien aard geweest dat het gemakkelijker is geworden om te geloven zonder gezien te hebben? Blijkt uit de huidige vervulling van de voorzegging van Jezus Christus niet dat het goddelijke ‘ondanks’ is afgezwakt in de laatste eeuwen, zodat het niet meer de klem heeft van eertijds, in de Heilige Schrift zelf?

Het is inderdaad niet moeilijk om ontwikkelingen in te laatste eeuwen op te noemen die de verkondiging van het Evangelie in geheel de wereld ontegenzeggelijk bevorderd hebben. Maar daar tegenover staan andere, die zonder meer haaks staan op deze verkondiging en dat juist in de tot nu toe als christelijk geldende wereld. Steeds algemener aanvaarde wetenschappelijke vondsten en theorieën brachten de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift in het geding. De prangende vragen rijzen of we nog wel uit de voeten kunnen met wat de Schrift zegt over de oorsprong van mens en kosmos en of de ‘bijbelse geschiedenis’ wel houdbaar is in het licht van de moderne geschiedeniswetenschap. Voorts creëerden verschillende maatschappelijke ontwikkelingen een klimaat van ontkerkelijking, waar we allen mee te maken hebben en dat ons benauwt. Deze ontkerkelijking gaat gepaard met ontkerstening. Het is thans niet meer mogelijk om van een ‘christelijke’ wereld te spreken, want het christelijk geloof is een optie geworden naast vele andere binnen onze veelkleurige samenleving en het drukt geenszins zijn stempel meer op de samenleving als geheel. Het lijkt wel alsof in onze huidige samenleving precies het tegenovergestelde gebeurt van wat Jezus Christus heeft voorzegd: De verkondiging verliest steeds meer terrein.

Hier moet nog iets aan toegevoegd worden waar, helaas, niet altijd even veel aandacht voor is geweest. De vorige eeuw is het toneel geweest van de meest massale vervolgingen van christenen ooit. De bekende Italiaanse historicus, Andrea Riccardi, heeft een boek geschreven over de vervolging van christenen in de twintigste eeuw onder de veelzeggende titel: ‘De eeuw van het martelaarschap’.3 Een andere Italiaanse schrijver haakt hier op in en schat dat vijf-en-zestig procent van de martelaren van alle tijden zijn omgekomen in de twintigste eeuw.4 En het begin van de een-en-twintigste eeuw heeft wat dit betreft zeker geen verbetering getoond.

Overzien we dit alles dan kunnen we met reden zeggen dat, met betrekking tot de verkondiging van het Evangelie van het Koninkrijk, het ‘ondanks’ ook thans uiterst actueel is. Dit is een pijnlijke constatering, temeer omdat we er allen op de een of de andere wijze persoonlijk mee te maken krijgen, om maar niet te spreken over de talloze broeders en zusters, die om hun geloof worden bedreigd, vervolgd, gevangengezet en niet zelden gedood. Maar je kunt niet ontkennen dat deze constatering van het huidige ‘ondanks’ overeenkomt met een vast gegeven dat de Schrift zelf ons aanreikt als het om de vervulling van Gods beloften gaat. Ook hierin geschiedt wat de Schrift voorzegt. Al het vanzelfsprekende gaat te gronde in dit ‘ondanks’. Er rest ons niets dan vertwijfeld het oog te slaan op Hem die voor ons is gekruisigd en opgestaan en te geloven dat God om Hem al zijn beloften waar maakt. ‘De rechtvaardige zal uit het geloof leven ‘ (Rom. 1: 17).

Bovenstem: Cantus Firmus

Van hulpmiddel tot hymne

De laatste constatering over het geloof ‘ondanks alles’ lijkt in tegenspraak te zijn met de strekking van de eerste afleveringen van dit artikel, waarin werd betoogd, dat met het oog van het geloof wel degelijk in de geschiedenis te zien is, dat God zijn beloften waar maakt. Is dit niet in strijd met de aard van geloof? Heeft Jezus niet juist hen zalig gesproken die niet gezien hebben en toch geloven? Voor dit probleem wil ik een laatste beroep doen op Calvijn. Hij zei, zoals we reeds hoorden, dat het een dwaasheid is om aan ongelovigen te willen bewijzen dat de Schrift het Woord van God is. Tegelijkertijd somt hij echter tal van argumenten op waarmee ‘de waardigheid en de verhevenheid van de Schrift voor godvruchtige harten gestaafd kan worden’.5 Wat is dan de waarde van zulke argumenten? Kun je ze niet beter achterwege laten om terug te vallen op een radicaal ‘door geloof alleen’? Uit zijn antwoord hierop blijkt dat Calvijn ons niet wil opzadelen met het ideaal van een heroïsch gelovige die in onwrikbaar Godsvertrouwen alle onzekerheden en twijfels overwint. Integendeel, hij weet van gelovigen die bemoediging nodig hebben. Calvijn is er weliswaar diep van overtuigd dat al zijn argumenten je niet tot geloof kunnen brengen -dat moet de Heilige Geest doen-, maar ze zijn, aldus Calvijn, ‘hulpmiddelen van een lagere orde om ons in onze zwakheid te ondersteunen’.6

Als zo’n hulpmiddel wil ik ook graag mijn betoog beschouwen over de vervulling van de voorzegging van Jezus Christus dat aan alle volken het Evangelie verkondigd zal worden. Maar het is dan wel een hulpmiddel passend bij ‘het koninkrijk van God’, dat Jezus zelf heeft vergeleken met een mosterdzaadje (Matth. 13:31v.; Marc, 4: 31v.; Luc. 13:19). Het lijkt klein en gering, maar het groeit uit tot een grote boom die boven alle tuingewassen uitsteekt. Zo groeit ook dit hulpmiddel uit tot de overweldigende overtuiging dat de wereldwijde verkondiging van het Evangelie van het Koninkrijk in onze dagen laat zien dat de voorzeggingen in de Schrift inderdaad in vervulling gaan. Wat in een ver verleden aan Abraham voorzegd is, geschiedt ‘ondanks alles’ vandaag op grote schaal.

Maar we hebben nog een ander hulpmiddel nodig om deze tastbare aardse werkelijkheid te kunnen zien in hemels licht. Dat hulpmiddel is het visioen. Het komt tot ons in de Heilige Schrift zelf. In het boek Openbaring laat Johannes ons delen in wat hij in geestvervoering heeft gezien en gehoord. Johannes wordt opgeroepen om de overwinnende ‘leeuw uit de stam van Juda’ te zien en wat hij dan ziet is ‘een lam als geslacht’ (Openb. 5:5v.). Tezamen vormen zij de apocalyptisch uitgebeelde paradox van de Koning die het Lam is. En er klinkt een hemelse hymne op het Lam die de zijnen voor God heeft gekocht met zijn bloed ‘uit elke stam en taal en volk en natie’ om hen te maken tot ‘een koninkrijk’ voor God (Openb. 5:9).

Het is een hymne van boven, maar deze vindt zijn echo in de lofzang van, verwonderde, in hun geloof bevestigde, maar ook ontgoochelde en vertwijfelde, tastende blinden hier beneden.


Noten

1 Onder anderen heeft Joseph Ratzinger/ Benedictus XVI hierop gewezen in het tweede deel van zijn boek over Jezus van Nazareth, p. 124 v. (Italiaanse editie)

2 Een dergelijke oproep aan de lezers vinden we, voor zover ik kan nagaan, verder alleen nog maar in Joh. 20: 35, maar dan in een wat breder verband.

3 Il seculo del martirio; i cristiani nel novecento, Milaan: Mondadori, 2000, nieuwe editie

4 Antonio Socci, I nuovi perseguitati; indagine sulla intoleranza anticristiani nel nuovo seculo del martirio, Casale Monferrato (AL): Piemmme, 2002, 2 e editie, p. 28

5 Institutie I,8,13

6 ibid. (‘secundaria nostrae imbecillitatis adminicula’)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

Ecclesia | 8 Pagina's

Lofzang van een tastende blinde (IV, slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 mei 2021

Ecclesia | 8 Pagina's