Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De juffrouw en de ruimte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De juffrouw en de ruimte

PUBLICATIE STICHTING OPENBAAR KUNSTBEZIT

5 minuten leestijd

Het was tamelijk laat in de middag. Met een verbazingwekkende energie liep de juffrouw van de rondleiding haar zoveelste school-klas-die-dag te gidsen op de tentoonstelling van een modem schilder. Er zat een duidelijke lijn in die tentoonstelling: naar het eind toe was er op de doeken steeds minder verf en steeds meer wit te zien. Door af en toe een vraagje kreeg de juffrouw het zo ver, dat de kinderen het zelf ontdekten. Maar bij het laatste schilderij kon ze zich niet meer inhouden: dit werd de ontknoping en ze moest het zelf zeggen. Het was een schilderij met aan de randen schuchter wat verfstrepen, en verder niets. „Kijk nu eens", riep ze, „hier kun je zien wat de schilder vóór had. Hij heeft ruimte willen uitbeelden". Het is mooi, als je aan het eind van een werkdag nog zo geestdriftig kunt zijn over de ontknoping.

De juffrouw had gelijk. Het bijna lege schilderij gaf een gevoel van ruimte als je er naar keek. Dat gebeurt je wel vaker bij kunstwerken. En je hoort steeds meer uitleggers en rondleiders roepen: „de kunstenaar heeft eigenlijk niet een stukje schoonheid willen maken, nee, hij heeft ruimte willen scheppen". Ik geloof vast en zeker, dat we zulke

Ik geloof vast en zeker, dat we zulke dingen zeggen, omdat het zo benauwd vol is om ons heen. Kunstwerken hebben blijkbaar zóveel met hun eigen tijd te maken, dat je jezelf erin kunt herkennen. Toen in de vorige eeuw de mensen in de knoop zaten met hun gevoel, zochten ze „gevoel" in de kunst. En toen, veel later, men op de hoogte raakte van het onderbewuste, en hoorde hoe onaardig we altijd tegen dat onderbewuste waren geweest, wat in de kunst het woord „expressie" niet van de lucht: van je af penselen wat zich diep in je roert, zonder al te veel remmen van verstand en moraal. — En nu we in ruimte-nood zitten, gaan we van kunstwerken vragen, dat ze ruimte scheppen om ons heen.

Soms zien we in een schilderij het dagelijkse leven op zo'n afstand, dat een soort vakantie-gevoel je bevangt. En soms zie je de dagelijkse dingen in een kunstwerk van vlakbij; er wordt positie gekozen, we winden ons op. Het is geweldig dat zoiets kan: boos worden over een kunstwerk.

Die twee kanten van de kunst vindt u terug in de programma's van Openbaar Kunstbezit. Het kijkpleziei", vakantie van de dagelijkse zorgen. Kent u dat aanstekelijke portretje van een lachende jongen, geschilderd door Frans Hals, (zie foto) dat het Mauritshuis onlangs wist aan te kopen? Het staat op het programma voor 1969. — Maar ook de andere kant. Kunst en techniek. En we willen een t.v.-serie wijden aan de vraag: wordt onze dagelijkse maniei' van kijken naar de dingen om ons heen misschien óók gemaakt door de kunst?

Want het is niet waar, dat we gewoon maar zien „wat er is". We leren, van kind af aan, op een heel bepaalde manier kijken. We leren ook, bepaalde dingen niet te zien. En het zou kunnen zijn, dat de kunst te maken heeft met de manier, waarop we leren kijken. Overigens, er staan ook heel andere onderwerpen op het televisie-programma van Openbaar Kunstbezit: het Teylers Museum in Haarlem bijvoorbeeld, waar naast tekeningen van Michelangelo skeletten van voorhistorische dieren, electriseermachines en een 31-toonsorgel zijn te vinden. En er komt een t.v.-serie over de prachtige collectie 19e-eeuwse tekeningen in museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam.

Elk jaar geeft Openbaar Kunstbezit zijn abonnees een museumkaart. Want het gaat er niet zozeer om, dat u veel van kunst weet, maar dat u vertrouwd raakt met de kunstwerken zelf. En een reproductie mag nog zo goed zijn — de zorg die Openbaar Kunstbezit daaraan besteedt is bekend —, ze kan het kunstwerk zelf niet vervangen. Die museumkaart gaf toegang tot ongeveer 70 nederlandse musea. Daar komen in 1969 enkele tientallen belgische musea bij, zodat de museumkaart van Openbaar Kunstbezit dan goed is voor toegang, gratis of met reductie, tot meer dan 100 musea.

Een ander nieuwtje: elke televisieserie van Openbaar Kunstbezit zal in 1969 worden besloten met een uitzending in de trant van de cursus „doen en zien", die Christa van Santen geeft in het Gemeente-museum, Den Haag. De bedoeling is dat men door zelf te doen leert zien hoe een kunstenaar zijn werk heeft gedaan. Zo zal een groepje mensen voor de camera aan het werk gaan, en dan tegen het eind van de uitzending kijken naar een tekening, een schilderij of een beeld: „o ja, zó heeft-ie dat gedaan". Voor de kijkers belooft dat interessant te worden; uitzendingen waarin iets gebevu*t kunnen rekenen op belangstelling.

Het is eenvoudig om abonnee te worden van Openbaar Kunstbezit: een giro van ƒ 13,75 op postrekening 1665, Openbaar Kunstbezit, Amsterdam, is voldoende. In de loop van 1969 ontvangt elke abonnee 60 kleurenreproducties, enkele afbeeldingen in zwart-wit, toelichtende teksten, en een fraaie linnen opbergband. Plus dan die „zware" museumkaart natuurlijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1968

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

De juffrouw en de ruimte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1968

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's