Snoeitijd
Nu lijkt het of Effi en de jongens daar wonen en hij nergens thuishoort. Hij zegt niet veel meer, hij luistert naar wat Effi vertelt. Dat ze geschrokken is van wat Willemijn haar mailde. Wist Chiel dat er huwelijken geregeld werden in Holland?
‘Alleen bij de buitenlanders en daar heb ik toch niets mee te maken, Effi,’ sust hij haar. ’Gaat het om geld? Om een bruidsschat of zo?’ vraagt ze.
‘Ik weet het niet, ik bemoei me daar niet mee. Ik snap al niets meer van de samenleving hier, laat staan dat ik me ga mengen in Turkse tradities. Kom nou toch!’
Maar Effi is het niet met hem eens. ’Alles wat je tegenkomt, heeft een bedoeling, Chiel. Maar hoe is het met je moeder?’
‘Dichtbij en toch ver,’ zegt Chiel en nu hij over haar praat, wordt hij zich ervan bewust dat hij ontroerd raakt. ’Ja, ze heeft me wel herkend. Ze leeft in een eigen wereldje en daar is het schemerig.’
‘Het is goed dat je gegaan bent. Deze tijd zul je niet meer over kunnen doen.’
‘Dat is met elke dag zo, volgens mij. Er valt nooit iets terug te draaien!’
‘Daarom is het zo belangrijk te doen wat je moet doen.’
Weer valt de verbinding bijna weg. Hij moet er maar mee kappen. Het lijkt alsof ze de laatste zinnen een andere lading meegeeft - of zit er in zijn verweer te veel verontschuldiging?
‘Ik ben blij dat je belde,’ zegt ze nog.
‘Ik wil weten hoe het met Hodgies a?oopt.’
‘Als ik meer weet, hoor je het meteen. Maar dan moet je wel je mobiele telefoon aan laten staan.’
‘Had je al eerder geprobeerd me te bellen?’ ‘Ja natuurlijk! Je had toch gevraagd of ik je op de hoogte wilde houden?’
‘Ja natuurlijk! Je had toch gevraagd of ik je op de hoogte wilde houden?’ ‘Sorry. Ik zal zorgen dat ik bereikbaar. Je kunt ook gewoon Meijlanden bellen, als het nodig is.’
‘Dat zal ik niet zo snel doen, Chiel, ik hoor liever jouw stem.’
Chiel kijkt naar het toestel in zijn hand, waarvan de lichtjes doven. Dubbel stil is het nu ineens en donker. Hij legt het mobieltje weg en probeert aan Hodgies denken. Bij zo’n eerste contact is het belangrijk afspraken te maken die perspectief bieden voor de toekomst. Hij moet nog beginnen aan een schatting van de komende oogst. Dat kan hij Effi moeilijk laten doen. De bloei zal eerst achter de rug moeten zijn. ’Altijd appelboer geweest zeker?’ Die opmerking vond ze niet leuk, weet hij nu zeker. Die raakte haar op de een of andere manier. ”Veertien jaar in dienst” zei ze daarop. Daarmee gaf ze aan wat hij net zelf had geconstateerd: dat ze in dienst was bij hem. Lag daarin toch een verwijt? Doet hij haar tekort? Ze moet toch weten dat hij haar vertrouwt en waardeert? Hij herinnert zich haar hand in zijn nek, hoe haar vingers met zijn oor of zijn kortgeknipte haar spelen. Hoe hij na het vrijen in slaap valt met zijn hand rond haar borst. Hoe zij het dekbed bij zijn schouders optrekt als haar tijd van opstaan gekomen is. Ineens stoort het hem dat hij zo weinig van haar weet. Zelfs niet of ze maagd was, die eerste keer. Hij probeert dat moment weer voor zijn geest te halen, maar hij weet alleen nog dat hij eigenlijk wraak nam. Dat hij verongelijkt en boos was in die tijd en elke nacht aan die ene keer met Catharina moest denken en dat hij daaraan kapotging. Hij had gedronken toen, ook dat nog. Geen idee wat Effi gezegd had toen hij bij haar kwam, nog minder wat ze gevoeld heeft... En toch is ze gebleven. Ze ís er.
Ze smeert zijn boterhammen met net zoveel aandacht als ze de bestellingen verwerkt.
Waarom weet hij niets van haar jeugd? Wat voor kind zij was, hoe ze opgroeide. Vaag komt in hem bovendrijven dat ze wel het een en ander over haar grootmoeder heeft verteld. Maar wat? Hij weet van haar wat je van een doorsnee werknemer weten moet. Dat doet haar geen recht. Heeft hij zich hierover ooit vragen gesteld? Is het omdat Willemijn vroeg waarom hij niet getrouwd is? Als het tussen Effi en hem tot dusver goed geweest is, wordt dat niet anders door een vraag van Willemijn. Wat heeft zij er mee te maken, wat weet ze van het leven op Gold Apple Garden? Hij neemt zich voor van elk commentaar af te zien. Al leest ze zeven poesiealbums voor, hij zal zijn mond houden. Ruimte geven en ruimte vragen en dat niet al te lang meer! Als hij na een paar dagen al zo moe en down van alles is, dan zal hij van de biecht van Lodewijk zeker ook niet opknappen.
Ze doen maar! Maar dan wel zonder hem. Ze denken hier zeker dat hij gemakkelijk gemist kan worden op Gold Apple Garden. Omdat alles daar goed en gesmeerd loopt.
Hij zal toch duidelijker moeten zijn!
Zo komt ervan slapen niets. Het is hier muf en klam. Buiten rammelt de wind aan het raam. De wind zit in de noordhoek. Wat hem betreft liggen alle appels eraf morgen en komt er maandag een bulldozer van een rooibedrijf. Meijlanden tegen de vlakte - het is zo gek nog niet waar Lodewijk op hoopt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 2019
Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 2019
Eilanden-Nieuws | 28 Pagina's