Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Week van het leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Week van het leven

6 minuten leestijd

Sommige onderwerpen hebben maatschappelijk gezien iets van een open zenuw. Denk aan thema’s als klimaat, emancipatie, seksualiteit, ouderschap en gender. Ook abortus is zo’n onderwerp. Het gaat in deze tijd van het jaar weer aan op de zogeheten ‘Week van het Leven’, die van 8 tot 14 november plaatsvindt. De insteek van deze Week van het Leven is nadrukkelijk ‘op een positieve wijze aandacht vragen voor de beschermwaardigheid van het ongeboren leven en de hulp en ondersteuning die mogelijk is voor onbedoeld zwangere vrouwen’, zo staat op de website van de gelijknamige organisatie te lezen. De boodschap die wordt uitgedragen is zeker niet negatief getoonzet of activistisch van karakter.

Het zegt dan ook veel dat al in september de eerste klachten binnenkomen bij de Reclame Code Commissie naar aanleiding van crowdfundingspotjes, die bedoeld zijn om de Week van het Leven financieel mogelijk te maken. Net als een jaar geleden trouwens. In het Reformatorisch Dagblad van 22 september jl., waarin hierover bericht werd, stond bovendien te lezen dat zes Haagse politici die actief zijn in de gemeente Den Haag zelfs een tegencampagne begonnen zijn. Het laat een verbetenheid zien die voortkomt uit een bepaalde overgevoeligheid: een open zenuw.

Wat is de kwestie? Naar mijn besef voelt men de positieve zorg voor het (ongeboren) leven aan als een bedreiging van verworven rechten. In één van de klachten komt dat ook expliciet aan bod. Men is beducht voor meer actief verzet tegen ‘het vrouwenrecht van abortus’. Een formulering die veel onthult. Alleen al het feit dat abortus een recht heet. Het komt een mens in onze samenleving toe om het ongeboren leven, onder een aantal voorwaarden, te doden. Dat récht heeft men. Ook al wordt het eufemistisch als abortus omschreven of het afbreken van de zwangerschap, feit is dat er een mens gedood wordt. En dat geldt, in een land dat zich voor laat staan op zijn beschaving en zichzelf in politieke zin als een voorbeeld voor menig ander land beschouwt, als een recht. Over het recht van de ongeboren mens – die zijn stem niet kan verheffen, die geen bezwaar kan aantekenen en ook niet hoorbaar vragen kan: ‘Waarom?’ – horen we niets.

Als we het doden van een mens in de moederschoot een recht noemen, over welk recht gaat het dan eigenlijk? Want dat hier in het licht van het Bijbelse getuigenis van recht geen sprake is, is evident. En hier raken we naar mijn besef aan de zenuw. Voor wat recht is, voor wat goed en kwaad is, kijkt de seculiere westerse mens niet meer naar een vaststaande, door God gegeven norm. Wat recht is bepalen wij zelf, en wel bij meerderheid van stemmen. We zijn zelf de maat. En met die ‘we’ bedoel ik mensen die zich primair laten leiden door hun verlangens. Dat is immers de veel geprezen vrijheid die wij koesteren. Het is niet een vrijheid die gereguleerd wordt door de wetten die God ons heeft gegeven; het is juist een vrijheid die zweert bij de ongebondenheid. Als mensen moeten we kunnen doen wat we willen, zolang we het belang van de ander maar niet schaden. En om dat laatste te waarborgen spreken we regels af, die uitdrukking zijn van wat de meerderheid goed of fout vindt, wettig of onwettig, recht of onrecht. De wetgeving wordt gereduceerd tot een formalisering van wat de meerderheid wil. En als de meerderheid dat wil, kan het een recht worden om ongeboren kinderen te doden. Hun ‘belang’ mag kennelijk wel ‘geschaad’ worden. Zo bezien is het niet eens zo vreemd dat de reacties op een initiatief als de Week voor het Leven zo scherp en soms zelfs bijtend zijn. De vrijheid die men koestert wordt ter discussie gesteld. En dat is de heilige graal van de westerse democratie.

Intussen is het toch ontstellend dat een land als het onze, dat zich beschouwt als behorend bij de koplopers van de beschaving – en met dedain kijkt naar landen en volken die op onderwerpen als huwelijk, gezin, gender et cetera ‘nog niet zover zijn’ – het als een verworvenheid beschouwt dat het ongeboren leven ‘rechtens’ gedood kan worden?

Dat ongeboren leven heeft kennelijk geen rechten. Jaarlijks vinden ongeveer 30.000 abortussen plaats in ons land. Dat betekent dat elk jaar weer heel veel vrouwen zich in zo’n moeilijke situatie bevinden dat ze geen andere uitweg zien dan abortus. Het betekent ook dat elk jaar 30.000 ongeboren kinderen niet de mogelijkheid krijgen om geboren te worden. De website van de Week van het Leven rekent voor: ‘Dat zijn 115 kinderen – bijna vier schoolklassen – per werkdag. Sinds de invoering van de abortuswet missen we nu al meer dan 1 miljoen kinderen.’ Hoe zouden we dat gewoon gaan vinden? En hoe zouden we níet met de meeste inzet naar andere oplossingen zoeken, én voor deze vrouwen en meisjes én voor hun ongeboren kinderen.

Waartoe moeten christenen zich geroepen weten? In elk geval níet om met hetzelfde venijn te reageren als sommige mensen doen die hun ongenoegen over de Week van het Leven kenbaar maken. Laat er eerst en vooral aanhoudend en indringend gebed zijn. Voor (jonge) moeders die diep in de problemen zitten. Voor mensen die hen proberen bij te staan. Voor bestuurders en regeerders. Laten we vervolgens politiek en maatschappelijk scherp blijven op praktijken en ontwikkelingen. Concreet: de voorlichting aan vrouwen bij een ongewenste zwangerschap ten aanzien van alternatieven voor abortus blijkt voor verbetering vatbaar. En laten we niet vergeten mens en maatschappij terug te blijven roepen naar de orde van God, Die God van Wie het leven is. Ervan overtuigd dat Zijn inzettingen en geboden heilzaam zijn. Ervan doordrongen hoe bijzonder de gave van het leven is, van Hem verkregen.

Ik wil graag eindigen met een pleidooi om oog en hart te hebben voor hen die in zo grote nood zijn geraakt. Jonge vrouwen en meisjes die de zorgen boven het hoofd groeien en die soms echt geen uitweg meer zien. Het gaat niet alleen om een profetisch getuigenis en een maatschappelijk debat. Hoe nuttig en nodig die ook zijn. Het gaat misschien wel allereerst om een bewogen hart en een helpende hand. Heel concreet. Heel praktisch.

Sommelsdijk,

ds. P.C. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Week van het leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 2020

Kerkblad | 24 Pagina's