Herderlijke nazorg
Hoe ds. H. Bax de Hervormde Gemeente te Ouddorp behoedde voor afwijken van de Waarheid na zijn vertrek naar Waarder.
Ds. Hendrik Bax was in 1853 als kandidaat beroepen in de rechtzinnige Hervormde Gemeente van De Vuursche (Lage Vuursche). Hoewel hij in die tijd verre van rechtzinnig was, had hij door een bestudeerde rechtzinnige beroepingspreek de kerkenraad en gemeente weten te misleiden. Het beroep werd door hem aangenomen. Hij werd op 9 oktober 1853 bevestigd in zijn eerste gemeente. Tien lange jaren kreeg de Hervormde Gemeente van De Vuursche van hun predikant ‘stenen voor brood’ in prediking en pastoraat. Toen gebeurde het wonder: ds. Bax werd bekeerd! Gebedsverhoring van het oude volk te Lage Vuursche. Sinds die tijd klonk de leer van vrije genade vanaf de kansel in de oude Dorpskerk in plaats van de verwachting van het heil door de deugdzaamheid en goede wil van de mens.
Dat een en ander niet in een hoek geschied was, bleek wel uit de stroom beroepen die nu op ds. H. Bax werd uitgebracht. Het 22e beroep moest hij aannemen. Het kwam van de Hervormde Gemeente te Ouddorp aan Zee. Het verhaal gaat dat de dominee aan het hoofd der school vroeg hem aan te wijzen waar deze plaats lag. Zo onbekend was hij met Ouddorp. Maar de Heere bevestigde deze roeping met de woorden uit Psalm 139 vers 10 en 11: ‘… woonde ik aan het uiterste der zee, ook dáár zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden.’ Met deze tekst preekte hij dan ook op 13 augustus 1865 intree in Ouddorp.
Hervormd Ouddorp
De nieuwe gemeente van ds. Bax was beduidend groter dan die van De Vuursche. Hervormd Ouddorp telde in die tijd zo’n 2400 zielen. Zij was daarmee de grootste van de dertien gemeenten in de Ring Sommelsdijk en wellicht ook in de Classis Brielle. Ook werden er in Ouddorps kerkelijke gemeente nog vele goede dingen gevonden. Dankzij de zuivere prediking en getrouwe arbeid van ds. A.G. van Dijkhuizen was de gemeente bewaard gebleven bij de beginselen van de Reformatie. Hij diende de gemeente vanaf 18 maart 1818 tot aan zijn overlijden op 10 december 1864. Hij is dus 46 jaar als predikant aan Ouddorp verbonden geweest. Dat de Afscheiding van 1834 in Ouddorp niet veel aanhangers kreeg, is mede veroorzaakt door zijn lange verblijf in deze gemeente. Hij had een bijzondere manier van omgaan met leden van de gemeente die zich van de kerk wilden afscheiden. Als iemand aan de pastorie kwam met de mededeling dat hij of zij niet langer deel wilde uitmaken van de gemeente, dan volgde er een vermanend en waarschuwend gesprek. Als echter het bezwaarde lid voet bij stuk hield, dan klonk het uit de mond van de predikant: “Nu vriend of vriendin, indien ge vastelijk zijt besloten, en in dat voornemen wilt volharden, dan zal ik u het lidmatenboek, pen en inkt halen, dan kunt ge uw eigen naam er in doorhalen.” ”En…”, voegde hij er dan meestal aan toe, “de reden waarom ik dit zeer ongaarne doe is, dat ik bevreesd ben soms een naam door te halen, welke geschreven staat in het boek des Levens des Lams.” Dit eenvoudige maar ernstige middel heeft velen ervan terug doen deinzen zich van de gemeente los te maken.
Ds. Van Dijkhuizen verwierf ver buiten dorp en eiland bekendheid. Niet alleen omdat hij omstreeks 1825 een gevierde prediker was, die veel beroepen ontving, maar vooral omdat hij later in geschriften speciaal door middel van preken van zich deed horen. Ds. Van Dijkhuizen was een aanhanger van de ‘oude waarheid’. Hij redigeerde samen met anderen het tijdschrift ‘De Wachter op Zions muren’.
Ook stond in de tweede helft van de negentiende eeuw de zondagsrust en zondagsheiliging in Ouddorp hoog in het vaandel. Daartoe heeft de geïsoleerde ligging van deze plaats ongetwijfeld bijgedragen. Terwijl in het hele land het reizen en trekken op de dag des Heeren meer en meer toenam door de meerdere mogelijkheden van het openbaar vervoer via trein en tram, bleef het hier lang bij het oude. In en rond Ouddorp waren er in die tijd geen openbare reisgelegen-heden van boot, trein of stoomtram. De voornaamste reden voor de handhaving van de zondagsrust en -heiliging moet echter gezocht worden in het beslag van Gods Woord. De Heere had ‘veel volks in deze plaats’. Er was een bloeiend geestelijk leven. Ongetwijfeld zal het voor ds. Bax als opvolger van de overleden ds. Van Dijkhuizen dan ook een goede tijd in Ouddorp geweest zijn.
Beroepen
Ds. Bax was nog geen jaar in Ouddorp of de Hervormde Gemeente te Maasland bracht een beroep op hem uit. Dat was in mei 1866. In de kerkenraadsnotulen van 16 juni 1866 vermeldde ds. Bax dat hij voor dit beroep mocht bedanken. Zo ging het ook met de beroepen uit de gemeenten Maassluis (december 1866) en Leersum (maart 1867). Toen echter in september van datzelfde jaar de Hervormde Gemeente te Waarder een beroep op hem uitbracht, kon hij hier niet onderuit. Krachtig werd hij bepaald bij de woorden uit Johannes 11 vers 28b: ‘De Meester is daar en Hij roept u.’
Het komende afscheid van zijn geliefde gemeente Ouddorp viel de predikant zwaar. Kennelijk was zijn arbeid in deze gemeente door de Koning der Kerk gezegend. Hij voelde dan ook het gewicht van zijn komend vertrek op zijn ziel drukken. Straks zou de kudde der schapen in Ouddorp herderloos zijn. Als hij dacht aan de vervanging van taken vanuit de Classis en Ring, werd het hem bang te moede. Immers werd door de meeste ringpredikanten in het gunstigste geval een strikt voorwerpelijke prediking gehouden, maar werd het merg van het Evangelie ten enenmale gemist. Uit zorg voor de kudde besloot ds. Bax dan ook alles te doen wat in zijn vermogen was om de gemeente te bewaren bij de aloude waarheid van Schrift en belijdenis. En toen deed deze predikant iets dat vrij uniek was voor die tijd en zeker voor Ouddorp en voor het hele eiland Goeree en Overflakkee. Hij verzocht een hem bekende evangelist van de ‘Vereniging van Vrienden der Waarheid’ om naar Ouddorp te komen en kerkenraad en gemeente bekend te maken met doel en werkzaamheden van deze Vereniging. Het betrof hier de reizend evangelist Nicolaas Bakker.
Vrienden der Waarheid
In 1853 was de Zuid-Hollandse vereniging ‘Vrienden der Waarheid’ opgericht. De vereniging had zich – uit onvrede met de vrijzinnigheid in de Nederlandsche Hervormde kerk – ten doel gesteld op te komen voor de gereformeerde leer in de Hervormde Kerk. Evangelist N. Bakker was een van de bekendste evangelisten van deze vereniging. Waarvan ds. Bax hem kende is ons niet bekend.
Zo gebeurde het dat op zondag 24 november 1867 evangelist Bakker, op verzoek van ds. Bax, voorging in de avonddienst in de Hervormde Gemeente te Ouddorp. Hij bracht daarna ook nog drie dagen door in Ouddorp. Waarschijnlijk op aanraden van ds. Bax bezocht hij verschillende kinderen Gods. Het gevolg was dat hij in die drie dagen wel veertig leden won voor de Vereniging. Bij zijn vertrek uit Ouddorp beloofde hij namens het bestuur van de vereniging dat, voor zover dit mogelijk zou zijn, elke veertien dagen wel een evangelist in Ouddorp voor zou gaan.
Hoewel de kerkenraad geheel achter de zorgende maatregelen van haar scheidende leraar stond, wilde hij toch zoveel mogelijk een kerkelijke weg blijven bewandelen. Het aanstaande evangelisatiewerk in Ouddorp was immers totaal onbekend op het hele eiland. Het zou verbazing en vervreemding kunnen geven. Daarom vroegen de ambtsbroeders aan ds. Bax of hij de consulent, ds. J.D. van Spankeren van Goedereede, van de voorgenomen plannen voor de komende vacaturetijd op de hoogte wilde stellen. En tevens werd aan deze gevraagd of hij daarmee wilde instemmen en hun de vrijheid daartoe wilde schenken. Een en ander werd naar genoegen afgehandeld. De consulent verklaarde dat hij de kerkenraad van Ouddorp helemaal ter wille zou zijn en hen geen strobreed in de weg zou leggen.
Evangelisatiewerk in Ouddorp
In december 1867 was er een strenge vorst. De geïsoleerde ligging van Ouddorp en deze korte maar hevige vorstperiode maakte, dat evangelist Bakker pas weer met de kerstdagen in Ouddorp kon zijn. Ds. Bax was toen al uit de gemeente vertrokken. Hij had op zondag 8 december afscheid genomen van zijn geliefde gemeente. Het werden in Ouddorp gezegende kerstdagen voor evangelist Bakker. In het maandblad van de Vereniging schrijft hij daarover: ‘Het werd mij bij deze eerste kennismaking met de kerkelijke gemeente te Ouddorp zeer duidelijk, dat er naar tijdsomstandigheden, niet weinige vrienden en vriendinnen in hun midden waren, die den Heere vreesden. Het bewijs hiervoor werd bij hen aangetroffen, door te openbaren dat zij de verschijning van den gezegenden Heiland in onverderfelijkheid hadden liefgekregen. Het was mij op dit Kerstfeest aangenaam in hun midden. Het werd ons vergund ons in den geest te mogen verplaatsen binnen de wanden van Bethlehems stal. We mochten den gezegenden Koning in het doel Zijner komst aanbidden. Met blijdschap reisde ik huiswaarts.’ Ongetwijfeld verlangde Bakker het werk in Ouddorp met voortvarendheid ter hand te nemen. Ook nu werd hij daar echter weer in geremd. In januari 1868 viel voor een aantal weken de vorst in. Rond 1 februari van datzelfde jaar teisterde een hevige storm ons land. Pas op 16 februari kon Bakker Ouddorp weer bereiken. Vanaf die tijd bezocht de evangelist om de veertien dagen Ouddorp. Dat was een hele opgaaf voor hem, want hij woonde destijds in Schoonhoven. Om tijdig in Ouddorp te kunnen zijn, vertrok hij vrijdagmiddag al van huis, overnachtte in Rotterdam om vervolgens voor de zondag in Ouddorp aan te komen.
Hij verhuisde dan ook spoedig naar Rotterdam, waardoor de reistijd aanzienlijk verkort werd.
De kerkenraad van Ouddorp verzocht evangelist Bakker om zo lang als dit kon ook om de veertien dagen de weekbeurten te vervullen. Hij voldeed aan dit verzoek, maar was daardoor wel verplicht om de veertien dagen van zaterdag tot woensdag in deze gemeente te verblijven. De weekbeurten werden door hem op dinsdagavond gehouden. Hij leerde zodoende de Hervormde Gemeente van Ouddorp beter kennen. In het maandblad van de Vereniging schreef hij jaren later hierover:
Het verleden zich te herinneren en aan anderen mede te deelen is zeer aangenaam, indien we namelijk iets goeds aangaande personen en zaken kunnen mededeelen. Uit kracht hiervan wil Ik gaarne eenige ervaringen die ik te Ouddorp gehad heb aan de lezers mededeelen. Het was mij zeer aangenaam hier eene begeerte naar het gepredikte woord waar te nemen. Jong en oud, rijk en arm, kwamen, op enkele uitzonderingen na geregeld onder de bediening van hetzelve. Het bedehuis was dan ook te allen tijde geregeld bezet, soms overvol, niettegenstaande er zeer velen bijna een uur moesten loopen. Het om de veertien dagen komen, deed het verlangen naar de prediking steeds levendig blijven Zeer gaarne hadden zij dit voorrecht elke week genoten. De beurten in de week werden tot laat in den zomer aangehouden, n.l. tot op den tijd van het delven der meekrap. Slechts twee maanden werd er door de week geen godsdienstoefening gehouden.
Met de predikanten in de Ring Sommelsdijk was het te dier tijd treurig gesteld; daarom werd mij verzocht, nadat we eenige keeren Zondag-namiddag gezelschap hadden gehouden, op dien tijd eene meer openbare Bijbellezing te houden, waartoe ons eene zeer groote kamer werd afgestaan. Het bezoek van de leden der gemeente, zoowel gezonden als zieken, gaf mij dagelijks gelegenheid hun van nabij te leeren kennen, terwijl het mij gedurig aanleiding gaf den Naam en den dienst des Heeren aan te prijzen. Dat er een groot onderscheid bestaat tusschen den eene en den andere geloovige, de eene en de andere gemeente, werd ook hier openbaar, n.l. met betrekking tot datgene, hetwelk men noemt de leer des geloof of die des gevoels. Zoo zeker als de behandeling der zoodanigen veel voorzichtigheid vereischt, geeft het tevens vele oefeningen voor degenen, die daarin arbeiden, indien men het wenscht te doen naar de onfeilbare regelen van het Woord des Heeren. Zeer groot is in dezen het voorrecht zoo degenen, die moeten bearbeid worden, en degenen die tot zaligheid daaraan arbeiden, beiden leergierig zijn, aangezien dan de een door den ander kan gesticht worden. Ook in dezen zal ik de gemeente te Ouddorp en het verkeer in hun midden nimmer vergeten. Nadat de kerkeraad van Ouddorp ruim anderhalf jaar verschillende vergeefsche beroepen had uitgebracht, werden zij verrast doordien de WelEerw. Heer J. T. F. van den Hamme, te dier tijd predikant te Hellevoetsluis, het op hem uitgebrachte beroep aannam.
Bij gelegenheid van het afscheid nemen van de vrienden te Ouddorp ontving ik van een op veelzijdig gebied ervaren ouderling der gemeente het volgende getuigenis, waarin hij de goedkeuring des Heeren op het werk der Vereeniging aangaf: “Geliefde vriend! Het heeft den Heere behaagd uw eenvoudig dienstwerk ten goede voor de gemeente te willen gebruiken: 1. tot stuiting van den loop van het liberalisme, hetwelk door de ringpredikanten in ons midden is voorgesteld; 2. tot bewaring van de eenheid der gemeente, zoodat het sectarisme geen wortel kon schieten; 3. tot instandhouding onzer fondsen ten voordeele van armen en kerk. En wat nu de geestelijke zegeningen van geloof en bekeering, vertroosting of versterking betreffen, deze zullen we ootmoedig en in nederigheid den Heere aanbevelen. Hij toch zal den arbeid, in Zijn Naam geschied, niet ledig doen wederkeeren.” – Deze waardige broeder is even als zoovelen, niet lang daarna de eeuwige ruste ingegaan. De Nederlandsche Vereeniging van Vrienden der Waarheid geniet dan ook tot op deze oogenblikken (december 1884) eenen goeden reuk in hun midden, zoodat er nog altijd bijdragende leden in hun midden worden aangetroffen. Tot zoover onze mededeelingen aangaande onze werkzaamheden in de gemeente te Ouddorp.
En hiermee had evangelist Bakker ten volle voldaan aan de begeerte van ds. Bax om na zijn vertrek de Hervormde Gemeente te Ouddorp te bewaren bij Schrift en belijdenis.
Met dank aan ds. E.M. Bakker, achterkleinzoon van evangelist N. Bakker. Hij stelde veel gegevens uit de maandbladen van de Vrienden der Waarheid beschikbaar en was meelezer bij het samenstellen van dit artikel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2019
Oude Paden | 64 Pagina's