Missiologie en oecumenica

Hans Kommers, emeritus predikant en buitengewoon hoogleraar aan de theologische faculteit van de North-West University in Potchefstroom, heeft een omvangrijke biografie geschreven van de zendelinge Amy Carmichael (1867-1951). Haar levenswerk en levensgeschiedenis vormen voor hem een bron van inspiratie. Het vuistdikke boek telt 22 hoofdstukken en heeft een chronologische opbouw. Het is indrukwekkend en soms ook ontroerend om te lezen hoe Amy zichzelf opoffert voor de dienst in Gods Koninkrijk en met name voor de kinderen in India.

Het boek is in prettig Engels geschreven en bevat veel citaten uit Amy’s dagboeken en uitgaven voor het thuisfront waardoor de lezer over haar schouders meekijkt naar haar zendingswerk en in haar hart kijkt. Amy’s spiritualiteit is heel christocentrisch: ‘He is very dear. Our last words must be of Him, the beloved, the Altogether Lovely – or to Him – our own Master.’

Na een korte periode in Japan en Sri Lanka (toen nog Ceylon) begint zij in 1895 aan haar levenswerk in India. Haar werk concentreert zich vanaf 1901 in de Dohnavur Fellowship, een communale gemeenschap waarin meisjes worden opgevangen die voor de tempelprostitutie bestemd zijn. Deze kinderen - vanaf 1918 is er ook een huis voor jongens - worden door hun arme ouders aan de hindoetempels verkocht om tot devadasi (slavin van God) gewijd te worden. Als Amy in haar boeken Things as They Are (1903) en Lotus Buds (1909) deze misstanden beschrijft, roept dat weerstand op aan het thuisfront en zelfs bij andere zendelingen in India.

Kommers had wellicht iets meer aandacht kunnen besteden aan de mogelijke schaduwkanten van haar aanpak, die vanuit een kritische postkoloniale benadering van de zendingsgeschiedenis naar voren gebracht worden. Zo ontbreekt een verwijzing naar het artikel van Jo-Ann Wallace (1998) die spreekt over ‘kidnapping of Hindu infant girls’ en beweert dat veel baby’s de ontvoering niet overleefden, overigens zonder die bewering te onderbouwen. De omgang van de zending met (wees)kinderen is een gevoelig terrein waarop ook fouten zijn gemaakt.

Kommers volgt vooral het perspectief van Carmichael zelf en reflecteert op verschillende aspecten van haar spiritualiteit. Haar geschriften zijn doortrokken van een mystieke gloed en Kommers laat heel mooi zien hoe deze erudiete vrouw zich laat inspireren door auteurs als Thomas à Kempis en Bernard van Clairvaux. Haar spiritualiteit blijkt uit citaten zoals ‘all work that had in it the seed of eternity was bound to pass through a baptism of suffering...’ (385). Aangrijpend en ontroerend is het ook om te lezen hoe zij omgaat met eenzaamheid en met haar keuze om single te blijven. ‘The devil [...] painted pictures of loneliness – I can see them still’ (129), schrijft zij daar veertig jaar later over.

De puriteinse invloed die zij meekrijgt vanuit haar Iers-presbyteriaans ouderlijk huis wordt aangevuld met het piëtisme van de Keswick Convention. Er lijkt een verband te zijn tussen de neiging van Amy om zelfstandig en autonoom te opereren en de nadruk in de Keswick-spiritualiteit op Gods onmiddellijke leiding bij biddend genomen beslissingen. Er is bij haar sprake van een combinatie van ootmoed en mystiek met een sterk bewustzijn van roeping (562). Dat kan echter ook leiden tot de neiging om eigen inzichten te vereenzelvigen met de wil van God. Amy legt een ongekende wilskracht en doorzettingsvermogen aan de dag, maar zij is ook kwetsbaar voor eenzijdigheden en vindt het moeilijk om goed om te gaan met iemand die naast haar staat (296).

Kommers ziet in Amy Carmichael vooral een inspirerend voorbeeld van toewijding aan de zending en uit zijn zorgen over de focus van de kerk in de 21 ^ste eeuw. De biografie tendeert soms wel naar een hagiografie, al is dat uitdrukkelijk niet de bedoeling van de auteur (6). De kracht ligt vooral in de uitgebreide en gedetailleerde annotatie vanuit de bronnen en in de plaatsing van Carmichaels levensgeschiedenis in een breder historisch en theologisch verband. Het was voor de layout overigens fraaier geweest als de 2487 (!) voetnoten per hoofdstuk genummerd waren.

Deze uitgebreide biografie is stichtelijk om te lezen alsook inzichtgevend voor belangrijke aspecten van de zendingsgeschiedenis. Het is mogelijk om een gedrukt exemplaar bij AOSIS te bestellen, maar het boek is ook gratis als e-book of pdf te downloaden van https://books.aosis.co.za. In haar voorwoord noemt Jacky Woolcock, die als zendelinge in Dohnavur gewerkt heeft, deze biografie het definitieve naslagwerk over de geschiedenis van Amy’s zendingswerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen