Evangelisatie Roosendaal
‘Volgende week is het weer de laatste zaterdag van de maand.’ Dat zegt u misschien niets, maar voor een aantal Nieuwe-Tongenaren en Smerdiekers betekent het dat de reis naar Roosendaal gaat. Om precies te zijn, naar de Nieuwe Markt bij winkelcentrum Roselaar.
Hoewel corona ook voor ons een wijziging in de plannen betekende, kon het evangelisatiewerk vorig jaar in beperkte mate doorgaan. Het afgelopen jaar kwam het vaak naar me toe: ‘Wat hebben we eigenlijk aan evangelisatiewerk kunnen doen?’ Ik wist er geen raad mee. Het gaf een bepaald schuldgevoel. Totdat de tekst uit Prediker 11 ging spreken: ‘Werp uw brood uit op het water, want gij zult het vinden na vele dagen.’ Ik zag op dat moment dat we heel veel konden doen. De Heere bidden om zegen op wat er in de achterliggende maanden/jaren is gezaaid. Gebed is trouwens de basis voor al het evangelisatiewerk!
We staan deze zaterdagmiddag met z’n drieën op de Nieuwe Markt. Een ruim plein, omgeven door een groot aantal winkels. Vanmorgen hebben we nog contact met elkaar gehad over de praktische zaken. Het miezert een beetje, zowel in Zeeland als op Goeree-Overflakkee. We spreken de hoop uit dat het vanmiddag nog droog mag worden. We ontmoeten elkaar op de vertrouwde plek en lachen elkaar tegemoet. We wijzen op het mooie weer. We lezen met elkaar uit Lukas 21, omdat de verwijsteksten in de evangelisatiefolder daar ook op ingaan. De boodschap is scherp. Aardbevingen, hongersnoden en pestilentiën. We bidden om Gods leiding en nabijheid.
De meegenomen statafel wordt geïnstalleerd. Een aandachtstrekker. Het is wat provisorisch in elkaar gezet. ‘GRATIS’ en ‘BIJBEL’ worden met plakband bevestigd. Op de tafel leggen we Bijbels en evangelisatiefolders. Het blijkt te werken. Twee van ons nemen een stapel folders mee om de mensen aan te bieden. Ikzelf blijf bij de statafel. Het is deze middag wel iets rustiger op straat, maar het is fijn om (na een lange tijd) weer terug te zijn in Roosendaal.
Er worden gesprekken gevoerd met mensen met een rooms-katholieke achtergrond, maar ook met mensen zonder christelijke achtergrond. Er is vraag naar het Woord. Er zijn mensen die vrijmoedig om een Bijbel komen vragen. Een jonge vrouw met kinderen vraagt of ze een Bijbel mag meenemen. Ze lijkt oprecht geïnteresseerd. Even later komt haar man er ook bij. Ik opper het idee om er allebei één mee te nemen. ‘Dan kunnen jullie samen tegelijk lezen.’ Ze zijn blij verrast. Zouden ‘GRATIS’ en ‘BIJBEL’ dan toch écht een rol spelen? Een jongeman, niet bij de Bijbel en het geloof opgevoed, was altijd zoekende. Bijna stamelend vertelt hij dat hij door de Heere Zelf met de Bijbel in aanraking gekomen is. Door middel van een gelovige opa en oma. Hij hongert naar het Woord. Neemt graag een Bijbel aan. Dicht in onze buurt, midden op straat, blijft hij er maar in lezen. Hij en wij danken samen voor de wonderen die nog steeds gebeuren. Zien wij ze nog?
We ervaren in dit werk helaas ook afkeer, tot bijna agressie toe. Een man reageerde heftig op het feit dat we als christenen een gesprek voerden met een moslim. Hij had het van een afstandje staan bekijken. Of we wel wisten waar we mee bezig waren? Gescheld en getier. We probeerden hem vriendelijk te benaderen, maar hij gaf ons geen schijn van kans. Na een aantal opmerkingen spoog hij op de grond en liep woedend weg. Arme man, dacht ik. Maar wat verbaasde?
Na een tijdje kwam hij naar me terug. Zijn woede was weg. Een gesprek bleek toch mogelijk. We vertelden wat ons bewoog in dit werk. De Heere Jezus heeft beloofd: ‘Gij zult Mijn getuigen zijn.’ Of hij een folder aan wilde nemen? Nee, dat niet. Maar we mochten ‘in een notendop’ het Evangelie aan hem uitdelen. Wat hij ermee doet? De Heere weet het. Hij doet wat Hem behaagt. De vrucht op dit werk is immers voor Hemzelf.
De statafel, die we deze middag voor de eerste keer gebruikt hebben, blijkt te werken. Er moet nog wat aan gesleuteld worden om deze een volgende keer weer te kunnen gebruiken. Voor mensen is het blijkbaar drempelverlagend.
In dankbaarheid praten we met elkaar nog wat na en drinken een kop koffie. We sluiten af met het lezen van Lukas 11. Wat past vers 10 uitstekend bij deze middag. ‘Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.’ Wij niets, Hij alles. Zo blijft er ook na deze middag weer gebed en verwondering over.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's